woensdag 8 januari 2025

Veilig voor de honden

 


 

 

Na een politiek rampjaar is het werkelijk 2025 geworden. Past het dan om vooruit te kijken of om te anticiperen? Ik geloof dat ik graag hoop. Daarin wil ik standhouden, maar niet zonder de wereld te versmaden. Waarin ik bovendien nog iemand heb rondlopen die is opgekrabbeld als dichter en aldus extra vragen op zijn bordje serveert.

Wat te dingessen?

Graag spiek ik. Zoals bij Charles Ducal, die op de tweede dag van het jaar een gedicht publiceerde dat hij ook inleidde. Het gaat over degenen die de toekomst heten te zijn. Maar in Gaza werden ze na 7 oktober 2023 zodanig opgejaagd wild dat ze volgens recent onderzoek hun hoop hebben verloren: ‘96 procent van de ondervraagde kinderen heeft het gevoel dat hun dood nabij is, terwijl 49 procent heeft aangegeven te willen sterven’.

Het ligt niet in Ducals aard om daarover te zwijgen. Hij heeft vier strofen nodig en een losse slotregel.

 

NIEUWJAARSWENS

 

De kinderen zijn bang, majesteit, bang

van de honden die dolen door het puin

op zoek naar mensenvlees, en waarop

op uw bevel niet mag worden geschoten.

 

De kinderen weten dat zij sterven moeten,

er is geen eten meer en door het tentzeil boort

de kou. U bent de enige in wie zij nog geloven,

U brengt de dood, U houdt uw woord.

 

De kinderen willen sterven, majesteit.

Ze vragen of het mogelijk is nog één keer

in een bed te liggen waar het warm is

in een huis dat overeind is blijven staan

 

op uw bevel, en of ze daar inslapen mogen,

veilig voor de honden, om ’s ochtends

ongeschonden, in hun mooiste lichaam,

door de engelen te worden gevonden.

 

Kinderen geloven nog in wonderen, majesteit.

 

Dit oogt als een kalm gedicht, maar volgens mij is het geen toeval dat het enige eindrijm nogal geladen is: boort/woord. Is taal inderdaad kapotgegaan door de werkelijkheid? Voor Noord-Nederlanders sowieso, door dat ‘bang van’. Maar het zou flauw zijn wanneer slachtoffers met betweterij worden bekleed, terwijl het gedicht zoekt naar oplossingen. En (een) dader(s )?

Vanwege een schier onoverbrugbare hiërarchische kloof bouwt Ducal naar ik vermoed voort op een Vlaamse traditie. In een zogeheten nieuwjaarsbrief geven kinderen op krukkig rijm de zeemzoetste versie van zichzelf en brengen hulde aan een ouder (vader, moeder, grootouders, peter, meter). De braafheid dampt ervan af en de aangesprokenen waarderen dat dan met een cadeau of geldbedrag.

Hier zal de Belgische koning Filip de aangesprokene zijn en richt een onderdaan zich strohalmgewijs tot hem, zoals in Max Havelaar Multatuli dat deed tegenover Willem III. Een verschil met die proeve van wereldverbetering is wel dat de ik bij Ducal geïmpliceerd is. Vergeleken met nieuwjaarsbrieven is deze ik ook ouder en is de concrete situatie oneindig veel schrijnender.

De koning heeft natuurlijk een rare positie in een gedicht dat verandering wil forceren. Hij mag geen uitvoerende macht hebben. Zijn optreden is per definitie protocollair. Anders dan dat van Benjamin Netanyahu, bijgenaamd King Bibi. Of dat van een Amerikaanse president, tegen wiens Vietnamoorlog ooit Boudewijn de Groot, ook in de aanspreekvorm en ook met de slaap centraal, artistiek protest aantekende.

Uitgerekend tot het protocol van de koning behoort het uitspreken van nieuwjaarswensen. In 2024 deed Filip dat evenzeer. En de aanleiding vond hij in een verontruste en verontrustende brief van middelbare scholieren, die de leeftijd hebben van degenen met wie Ducal meeleeft. De koning stelde:

 

Redenen voor hoop zijn er altijd. Hopen is niet passief wachten op een betere toekomst. Hopen is zich engageren om te bouwen, om samen op weg te gaan naar een meer rechtvaardige en respectvolle wereld, waar elk kind wordt verwelkomd als een schat aan beloften.

Een wereld zonder oorlog of zonder lijden is natuurlijk een illusie. Maar dat mag ons niet tegenhouden om ervoor te blijven ijveren.