zondag 17 augustus 2025

Lovely

 

 

 

James Worthy begroot de leestijd van zijn rouwboekje Liverpool op anderhalf uur, de duur van een voetbalwedstrijd! Een echte held lijkt Virgil, die Worthy’s doodzieke vader een hart onder de riem steekt met een filmpje.

 

Naar de kathedraal van York lopen Tibetaanse monniken, van wie er eentje crocs draagt. Allen smartphones in de hand. Aan de zijkant laat bijna heel mijn team zich fotograferen op een bank naast een broodetende Beertje Paddington. Verderop drink ik koffie op de ongetwijfeld authentieke Shambles-markt en mept een jongen uit een Russisch ogend gezin met een fles op de fietstas van de gourmande waar een insect vertoeft. Even later een authentiek Engels ogend gezin dat ook stuk voor stuk drank bij zich heeft, in blikjes. De jongste krijst wanneer het op de top van zijn wijsvinger een wesp wil wegslaan.

 

We proberen een nette campingplek voor ‘members only’ waar vele campers staan maar krijgen geen contact op het telefoonnummer. Een technicus loopt van de poort naar de parkeerplaats en zegt dat hij absolutely nothing to do heeft met deze onderneming. Ze was tot vorig jaar gewoon open, zegt een vriendelijke kampeerder die het privénummer van de eigenaar belt en het oprecht onbegrijpelijk blijft vinden dat we niet worden toegelaten.

Dit wordt een constante: alleen vaste gasten en geen tenten. Caravan Parks waarvan niets rest dan een vermolmd hek voor hoog opgeschoten gras. Langs de wegen groene stroken met het bord No overnight camping. Eén pleisterplaats beweerde grasloos te zijn, waarna we hen confronteerden met hun websitefoto’s en hoorden dat dit gras ‘not suitable for tents’ was.

Het klopt dat honden er meer rechten hebben (‘Please scoop the poop’), maar ik voel de geest van Farage. Te achterdochtig allicht en aangepord door reclames. Dat de cider van Engelse appels is gemaakt, de melk van Engelse koeien, dat er aparte komkommers zijn voor de EU… Op pubs heet voedsel ‘homemade’ en valt ‘the taste of home’ te ervaren.

 

Plichtbewust stel ik de douche af op ‘eco’ maar na een halve minuut zwicht ik voor ‘high’ en krijg het alsnog warm.

 

Na een tongpiesende pastry hernemen we de weg, die volgens een bord een stijgingspercentage van 16% heeft. Eerst probeer ik te fietsen op het kleinste verzet en zigzag over de hele breedte. Ik stap af en duw mijn zwaarbeladen ros minutenlang. Verderop treffen we opnieuw waarschuwingsborden met percentages, nu voor de afdaling. Fietsers wordt expliciet gemaand de remmen te controleren.

Op de camping zegt men net niet grinnikend dat men ons al had gezien. Een gemeenschap die per auto naar de wc rijdt. Ik ben daar gegrepen door de gietijzeren stortbak boven me, inclusief ketting om aan te trekken. De beheerster Angel komt en rekent het duurste tot nu toe, tien pond meer dan de elektra afnemende mobilhomers die vertelden dat het hier sober maar net was. Ze posteert zich vlak onder de Engelse vlag, aan de mast waarvan ik een waslijn had bevestigd en waarbij schilfers zich losmaakten.

Omdat we niet cash betalen komt ze de volgende ochtend terug met een machientje en geeft ons 5 pond korting. Toen hadden we al ontdekt dat de idyllische foto’s op de website niet van deze plaats stamden.

 

Natuurbeschrijvingen zijn nooit populair geweest en ik kan me indenken dat ze als eerste sneuvelen bij bewerkingen, maar het taalkundig genie geniet met extra volle teugen van het landschap omdat dat er precies bij zou liggen zoals romans het hadden uitgeschilderd. Wanneer ik haar een week later, zuidelijker, The Tenant of Witfell Hall schenk, ziet ze ook die beschrijvingen terug.

Zelf verblijf ik aangenaam in Jane Gardams verliteratuurde De dochter van Crusoe: ‘Ik hou van het moeras en van Oversands en ik weet dat ik in een heel boeiend landschap woon, zoals de gezusters Brontë. Maar ik heb zo mijn vragen over de gezusters Brontë. Ik vraag me af of het ooit de bedoeling is geweest dat mensen helemaal met een landschap vergroeien. Ik ben tenslotte helemaal niet mystiek, ik wil niet eens het Vormsel ontvangen. Weet u, toen Robinson Crusoe met een landschap werd verbonden viel het hem moeilijk zijn verstand te bewaren. Ik word in een landschap opgelost en mijn enige hoop is dat er iemand komt die met me trouwt om alles compleet te maken en mij daar weg te halen.

 

In de stad Preston serveert het restaurant Yum Yum pizza’s.

 

Stopwoordje in Dylan van Rijsbergens De net-niet elite: ‘bijvoorbeeld’. Dat zou ik moeten bewijzen, maar er zijn veel treffers! Bijvoorbeeld over een succesvol zelfhulpboek uit 2014: ‘Business Model You is expliciet gericht op professionals (‘beroepslevenskunstenaars’). Het staat bol van voorbeelden van mensen met uiteenlopende functies en loopbanen, maar daartussen vind je bijvoorbeeld geen havenwerker, supermarktcaissière of frietverkoper.’

 

Het goedkope appartement dat we in Liverpool kunnen huren ligt aan de rand, op hooguit honderd meters van slapende junks. Het zit in een splinternieuwe luxe flat en de sleutels moeten we uit een kluisje halen aan een hek rond nog zo’n te bouwen kolos. De code werkt niet. Tot de gourmande ontdekt dat er aan het hek een tweede kluisje hangt. We zijn te vroeg en mogen onze fietsen al parkeren in een onberispelijke berging – de recentste campinghoudster had ons gewaarschuwd voor diefstallen en vernielingen in de grote stad. Wanneer we uren later terugkomen, staat de deur van de berging open! Er komt een jongen uit, met een grote tas achterop van Über.

 

Geweldig Beatles-museum dat wil meedelen. Nu kan ik obscure krantenartikeltjes lezen, evengoed in het Nederlands. Dat George het meeste haar heeft (‘Ik zou liever gelyncht worden dan mijn voorhoofd laten zien’), dat Ringo zwijgt wanneer er veel mensen om hem heen zijn (‘Hij is de enige Beatle die niet op een middelbare school is geweest’). Daarnaast hoeft niemand me te vertellen dat Paul als enige bij het ontbijt koffie neemt en dat John zich eens bij een hotel registreerde onder de nationaliteit ‘catholic’.

Wat hebben die mannen hard gewerkt. Like a dog dus. Maf om uit De net-niet elite te begrijpen dat volgens David Graeber John in het begin een uitkering kreeg en benutte als ontwikkelingssubsidie.

In de pub worden we aangesproken door een bejaard dwergdametje in oranje. Ze vraagt of wij haar niet herkennen, want heeft 22 miljoen volgers op TikTok. Dan roept ze: ‘I’m a staaaaaaar’.

 

Hoewel we zo’n ETA hebben moeten aanschaffen, is er na de Rotterdamse douane geen instantie die ernaar vraagt. Is dit daarom het notoir beloofde land voor zogeheten illegalen? Campings beperken de registratie tot betalen, meteen. Eéntje wilde tevoren wel iets weten over de ETA – en bedoelde onze expected time of arrival.

Engeland wemelt van de camera’s, overal staat CCTV. Werkverschaffing? De ene helft van de bevolking die de andere helft bekijkt bij het uitlaten van een hond?

Steeds gevechtshelikopters boven het land. En we durven vanwege Gaza al nauwelijks nieuws te raadplegen – Clarice Gargard vermeldt in het nawoord van haar ontwapenende Na verzet komt (r)evolutie optimistisch een wapenstilstand.

 

Paniek: e-reader taalkundig genie kapot, wéér in Engeland! En we hebben nog weken te gaan! Ook op mijn schermpje gebeuren plots onnavolgbare dingen. Een tablet om naar uit te wijken, waar we inderhaast Gutenberg en DBNL voor plunderen. Eigenlijk zou ze de eerste versie van mijn verhoopte nieuwe boek uittesten.

 

De intens aardige campinghoudster geeft elke fietser een klavertjesvier. Nog nooit gezien! Ze legt uit dat je er niet naar op zoek moet gaan maar tijdens een wandeling beter eens naast je schoen kijkt – zoals bij het maken van kunst?!

Overigens komen de klavertjes van pas. Het geluid en de geur van plots aangesproken remmen. Het engst zijn auto’s die ons in het kielzog van andere passeren, desnoods op een heuvel of in een bocht. Ongewis blijft wie bij tegenliggers het stootkussen moet zijn. Ook treffen we tweemaal midden op de dag een automobilist ladderzat achter het stuur. Is de berijder van een cabriolet die ons, tussen handen en wijsvingers en duimen van een dankcodesysteem voor het laten voorgaan, een kinknikje geeft bereikbaarder?

 

Op de oudste ijzeren brug ter wereld gebaart een vader zijn kinderen te poseren. Ze gaan telkens voor het bordje 1781 staan. Verbluft door de administratieve verantwoording voor de tol, per vervoermiddel en dier uitgeselecteerd. Heden moet je in het reuzenrad van Stratford-upon-Avon één pond neertellen om je hond mee in de gondel te nemen.


 

Mijn gehakkel in het Engels, waar Frans en Nederlands doorheen schemert.

De roman Schuilhuisje van Lena Kurzen die van oorsprong Duitstalig is. Over een fles wijn: ‘Deze bewaart hij voor een heel bijzondere aangelegenheid.’ Clarice Gargard leest en spreekt dan weer veel Engels: ‘Het was corrosief voor de psyche om constant te moeten duiden en uitleggen waarom Black Lives Matter niet racistisch is tegenover witte mensen.’

Dan laaf ik me aan de vaste prik in campinggastenboeken: We had a lovely time. Dat bijvoeglijk naamwoord zou ik perfect wensen te kunnen uitspreken.

 

Schuilhuisje rept van een dichtbundel met woorden als ‘meedogenloos’ en ‘dageraad’ die je als puber in een romantische opwelling zou kunnen kopen.

 

We konden niet terecht op de geplande pleisterplaats, omdat daar de maandelijkse paardenrennen waren. Vanaf de huidige camping is het twee kilometer naar Stratford, over een autoweg waarbij zelfs moordstroken ontbreken. Alles raast. Vlak voor de bebouwde kom een klim waarbij er een achterraampje opengaat en een karpatenkop naar onze hemelsmooie dochters ‘adult’ roept (dit bleek een slip van mijn oor, want ‘peddle’).

In de pizzeria viert naast ons een vijfkoppige familie de verjaardag van hun jongste, in een rolstoel. Een taart met kaarsjes wordt beblazen en door twee tegelijk gefilmd. Daarna kijkt iedereen gespannen op de smartphone. De jarige lijkt het filmpje op een sociaal medium te posten.

We proberen na het diner tijdig terug te gaan. Ik grap dat het op een rouwadvertentie beter staat hier het loodje te hebben gelegd dan in Zwevezele of, wegens überempathie, in Auschwitz. Omdat de zon laag staat speelt tijdens de terugtocht het liedje ‘Blinded by the light’ door mijn hoofd.

 

Fietspad te delen met wandelaars en (apart vericoniseerd op een soort hoffelijkheidsverkeersbord) met hondenuitlaters. Troep in de berm, vooral energizers. Groepjes ouderen met papierprikkers, die de zaak met veel ijver en weinig resultaat opschonen. De helm helpt tegen overhangende takken. Buiten bejaarde wielrenners herinner ik me niet fietsers te hebben gezien. Tweemaal iemand op een Brompton, die ernstig verdwaald leek.

 

In de boekhandel Yael van der Wouden stapelshoog. Op straat een jongen in een voetbalshirt 10 BERGKAMP.

 

Voor het Jane Austen’s House Museum in Chawton (waar ik recht heb op een seniorenkorting) slaan we tijd stuk in het plaatsje Alton. Buiten mezelf van beslistheid dirigeer ik het team naar de bibliotheek, en zie: er is wifi! Plus planken vol van en over Austen, terwijl in de Lage Landen de indruk heerst dat zelfs de e-pubs sluiten.

In het theehuis van broer Edward Knights kasteel converseren drie dames onophoudelijk bij hun versnaperingen die ze grotendeels onaangeroerd laten. Als ze opstaan, ziet een hunner een stoeltje dat aan de lage kant is: ‘absolutely back-breaking’.

Dankzij broer kon Jane financieel ongestoord schrijven. Hij was geadopteerd door een rijk koppel. Ook deed zus Cassandra het huishouden, op het ontbijt en de warme dranken na. Maar een room for one’s own had Jane ook weer niet. Ze had een piepklein tafeltje, dat ze makkelijk kon verzetten op plaatsen waar het licht viel. Slechtziend.

 

Woningen op het platteland staan vooral te koop te staan en daarvan is de helft zichtbaar verkocht. Ook compleet nieuwe wijken, vol cottage-achtige bouwsels. Vinex op zijn Engels?

 

We komen Hastings binnen terwijl het er carnaval is. Geweldig om al die uitgedoste mensen langs de kant te zien drinken in afwachting van een stoetje, terwijl wij de lege ruimte misbruiken voor een shortcut.

Op het enorme veld van de camping zijn alle randplaatsen bezet. We voegen ons dan maar bij twee van motorvoertuigen voorziene tenten in het midden. Bij het ontbijt komt een dame aangesneld en zegt ons geaffecteerd dat we haar diagonale route vanuit het footpath hinderen, uiteraard met hond. Dus dat bedoelen voetbalcoaches met een looplijn?

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten