dinsdag 7 november 2023

Een coherent alternatief

 

 

 

Zeker nu leeslijsten niet meer verplicht zijn en discussies over ‘de’ canon niet verstommen, lijkt het me zinvol naar voorzetjes te kijken. Welke boeken zouden middelbare scholieren, hoop van iedere auteur en cultureel zorgzame samenleving, zoal kunnen raadplegen? Tijdens een meerdaags treffen met de grondeloze titel Boektopia blijkt onlangs die vraag, in de gedaante van maar liefst 29 titels, in Vlaanderen te zijn beantwoord.

Interessant vond ik om te beginnen de taal waarmee de mensen die de selectie hadden gemaakt consecratietechnisch werden gepresenteerd op de website van de VRT: sfeerscheppend door middel van ‘bekende boekenwurmen’ en pleonastisch deskundig door middel van ‘panel van experts’. De hyperlink naar het artikel droeg bovendien de titel ‘alternatieve leeslijst’ en de reporter zelf is lid van de prestigieuze KANTL.

De deskundigen van dienst waren: een acteur-regisseur, twee leesbevorderaars, een boekhandelaar en een televisiegezicht. Mij bevalt hun outsiderspositie, zowel tegenover literaire academici als tegenover leraren die normaliter zulke lijsten verzorgen of minstens de toelatingseisen ervan bepalen. Maar omdat ik maar een van de panelleden ken, is me ongewis hoe de spanwijdte van hun expertise is. Bijvoorbeeld tegenover een bezoeker van Boektopia of een radioluisteraar.

De laatste mocht ten tijde van het evenement evengoed tips geven, en dat leverde uiteraard een erg lange lijst op, met uiteraard van alles en nog wat. En een voorspelbare overmaat van recent proza, en werk aan de winkel voor de biografen van de ook hier wegdeemsterende Boon en Claus. De weergave van dit bonte palet vond ik verfrissend: in plaats van op auteursnaam waren de titels op alfabet gezet. Wel stond dit geheel áchter de (identiek geordende) selectie van het panel.

Tegenover mijn giganteske eruditie is het panel deskundig. IJdel las ik maar 9 van hun 29 uitverkoren boeken en van sommige auteurs had ik zelfs nooit gehoord. In de berichtgeving werd de breedheid van de keuze benadrukt: ‘graphic novels, romans, maatschappelijk relevante boeken én young adult’. Plezierig vond ik om daartussen ook een dichtbundel aan te treffen, die trouwens om de verbreding van de traditie zo’n beetje stuk is gelauwerd – en zo normen alsnog bevestigde: Habitus van Radna Fabias.

Die paradox wordt belichaamd door de met afstand opvallendste titel tussen de 29: Kapitalistisch realisme van Mark Fisher, die daarmee in 2009, vlak na de kredietcrisis, neoliberalisme hekelde. In eigen land was het lang uitgebaat door Blairs New Labour, bij publicatie al vervangen door Gordon Brown, in het boek vereeuwigd als eerste politicus die zijn familiegeschiedenis aanpaste aan de heersende eisen – ‘the dwarf at the End of History, by force of will’.

Fisher rouwde om Britse jongeren die leden aan ‘depressive hedonia’, met alle autoriteitsgevolgen van dien voor de docent die hij, onder meer, naast blogger, was.  Toch was zijn essay moedig, opstandig of optimistisch zelfs: ‘Against the postmodernistic suspicion of grand narratives, we need to reassert that, far from being isolated, contingent problems, these are all the effects of a single systemic cause: Capital.’

Het essay zal leeslijstgewijs onder de noemer ‘maatschappelijk relevante boeken’ vallen en zit tegen de politiek-filosofische wetenschap aan. Maar het heeft een hoge moeilijkheidsgraad, helemaal voor leerlingen op een middelbare school, al zijn ze inmiddels nog zo goed in Engels. De genoemde vertaling, uit eind 2021, verscheen dan ook bij, zegt ze zelf,

 

‘een nieuwe uitgeverij voor fictie en non-fictie, met een eigenwijze signatuur. Wij zijn wars van geijkte denkpatronen en gaan dwars tegen populaire trends in. Tegelijkertijd proberen we de vinger aan de pols van de tijdgeest te houden en onze lezers met verrassende nieuwe inzichten te confronteren. Wij maken boeken die uitnodigen om gelezen te worden, van auteurs die je uitdagen om zélf na te denken.’

 

Welke pubers zou dit niet aanspreken?! Aan de keuze van Kapitalistisch realisme voor hen vind ik helemaal grappig dat ze literaire ideeën verstoort over centrum en periferie, over wat laatdunkend ‘mainstream’ heet tegenover ‘experiment’. Bijbehorend: heteronomie versus de artistiek almachtige autonomie.

In de geëngageerde studie Repressief liberalisme van Pascal Gielen uit 2013 speelde Fisher nog een bijrol. Daarna raakte het artistieke segment van de Lage Landen eindelijk expliciet gepolitiseerd. Zijn ster steeg razendsnel bij een netwerk van auteurs die, lichtte ik al eens uitgebreid toe, van oudsher in de marge opereerden maar inmiddels de lakens uitdelen.

Is het een teken van deze tijd dat, gelet op hun kritische pretenties, maar eigenlijk ook op Fishers radicale gezindheid, zijn (korte, zelfverklaard provisorische) boek nu wordt aanbevolen aan zestien- tot achttienjarigen, net geboren toen zijn openingsreferentie verscheen, de film Children of Men, die hem onmiddellijk ook nog brengt bij Fredric Jameson en Slavoj Žižek waarna vele anderen?

Oké, dit is een retorische vraag. Dan meteen een tweede: is een netwerk wel in staat tot autonomie? Dit gedachtegoed behoort blijkbaar tot het gesprek van de dag en is cultuurindustrieel gekaapt. Met dank aan de flaptekst kreeg Kapitalistisch realisme, plots als een-na-laatste op de lijst, de volgende legitimatie voor Boektopia-opname:

 

De auteur beschrijft het wijdverbreide gevoel dat het kapitalisme niet alleen het enige levensvatbare politieke en economische systeem is, maar ook dat het onmogelijk is om er een coherent alternatief voor te bedenken.

 

Een samenvatting kan onmogelijk recht doen aan een tekst, maar dit gaat domweg voorbij aan het opstandige en het essentialistische in Fishers denken. Het panel mag dan niet tot de vertrouwde poortwachters behoren, het zit dicht op trends en verbreidt smaak, anders dan bijvoorbeeld het radiopubliek dat Fisher tussen tweeduizend titels ongenoemd liet. Een soortgelijk schijnbaar evident lot viel een andere radicale eenling ten deel: Audre Lorde, ooit verre gehouden, sinds kort seismografisch doodgeknuffeld.

Laat de kinderen dus maar komen – en lezen, spreken en schrijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten