Hoe te ontwaken
uit de nachtmerrie waarop de Nederlandse verkiezingen zijn uitgedraaid? De
afgelopen dagen las ik Mundus van
Daniël Dobbelaere. Deze bibliofiele bundel
bestaat uit 22 gedichten van elk drie regels, zonder kapitalen.
Bij die bescheiden
omvang hoor ik wellicht het begrip ‘hoog soortelijk gewicht’ te gebruiken, maar
ik weet het niet. Politici behoren, minstens volgens de regels van de retoriek,
strijdlustig te zijn en te blijven. Ik lik slechts wonden en betrap mezelf plots
op de belachelijke sensatie dat alles wat ik lees van toepassing lijkt.
Al in het tweede
gedicht :
vergeet niet te graaien
in de tombe van
het waarheidssjabloon
Graaien is geen
fatsoenlijke bezigheid in het openbaar, behalve op kermissen. Dan doe je dat bij
mijn weten in een tombola. Altijd prijs, voor iedereen. Proost. Uit een tombe
is de levenslust echter weggevloeid. En dat past bij een waarheid die nog
slechts een sjabloonvorm in pacht heeft.
Welke politieke
kenners zullen dus opstaan om ‘de politieke aardverschuiving’ te verklaren?
Waarin verschilt hun expertise van medeburgers die in de marathonuitzending van
de publieke omroep aan het woord werden gelaten, vanuit een café? Hoe lang
wordt op media al niet de schuld voor scheve of zelfs verkeerde beeldvorming
gestoken bij collega-media, waarna een derde partij uit die branche daar
kennis van geeft?
Rechts, aan de
andere kant, staat dan:
de drempel slaagt
erin vandaag al boort
hij de bedoeling aan
Anders dan België
kent Nederland geen verkiezingsdrempels, dus elke partij met een beetje aanhang
maakt in mijn geboorteland kans op een Kamerzetel. Bespiegelingen en debatten gaan
vervolgens over ‘de versnippering van het politieke landschap’ – zoals de openbare
ruimte in België er dus uitziet! Maar pas op, daar zit een idee achter dat
hooguit misschien niet helemaal ongeschonden de wereld heeft gehaald. De bedoelingen
waren echter goed. En wanneer ze er niet waren, dan worden ze bij dezen
onthuld.
Twee pagina’s
verder zie ik politici ploeteren wier partij verloren heeft of die hun
Kamerzetel kwijt zijn:
je bouwt aan een houding
een vederloos gehucht
van licht
Er schijnen
allerlei strategieën te bestaan waarmee verliezen in een eerste reactie
omgebogen worden tot iets geweldigs (een ‘opportuniteit’). Dit laat onverlet
dat ze een vertolking moet krijgen van een lichaam, dat de spotlights op zich
krijgt. Van televisiecamera’s maar ook van smartphones bij aanwezigen in de
zaal die, net als alle andere dagen van de week, dit historische moment vastleggen.
Of ben ik te
cynisch als smartphoneloze? Mijn medelijden met de dienstdoende persoon is er
niet minder oprecht door.
Aan de overzijde
van de pagina ontwaar ik de winnaar:
de vreugde dwingt zich
in de context
van wat moet
Natuurlijk mag
een triomferend politicus genieten van het moment, en op het eindpunt van deze
vlekkeloze campagne dank brengen aan alle professionals en vrijwilligers die de
afgelopen maanden 24 op 7 hebben geholpen. En niet het minst aan het thuisfront,
zonder wie de triomfator niet eens adem zou kunnen halen.
Maar het afgrondelijk loze woord ‘context’ zegt dat na het verstommen van de champagnekurken er een morgen aanstaande is, waarin verantwoordelijkheid moet worden genomen. Om woorden om te zetten in daden. Door coalities, waarbij iedereen, maar zeker de vijanden van gisteren en vandaag, water bij de wijn zal moet doen. In het belang van het land. En van de kiezer, die heeft gesproken.
Vervolgens
herhaalt Mundus die posities in twee
tegenoverliggende pagina’s, ditmaal over ‘plezier’ en ‘woede’. Bij het laatste
woord mislas ik me dubbel. Woede vergelijkt Dobbelaere namelijk met ‘een
bijtand’, wat mijn slechte ogen waarnamen als respectievelijk bijtrand en bijstand.
Tegen zulke
hevige emoties worden gewoonlijk pauzes in het geweer gebracht. Time out! In deze bundel moet de
imperatiefmodus, beproefd bij de tombe, tot bedaren stemmen:
probeer je een rust voor
te stellen of een verhaal of
een amandelvormig principe
Eigenlijk maakt
het niet uit of je jezelf bezweert of daar een spindoctor of een fractieraad voor
hebt. Het gaat erom samenhang te brengen in de chaos, van waaruit je logisch
kunt handelen. Afhankelijk van je ideologie wordt die samenhang geregeerd door
een rust, verhaal of principe. Het geweldige detail van de amandelvormigheid voert
me tot een ontdekking gisterenavond – hoe schuindicht Wilders’ linkeroog leek
te zitten. Maar misschien hing het van vermoeidheid of trachtte het zich te
beschermen tegen al te fel cameralicht.
Voor zo’n
associatie, op één persoon gericht, deins ik terug. Net voorbij het midden moet
Mundus maar even gesloten worden.
Ik ben geen coherente
lezer, die een één-op-één-interpretatie weet aan te leveren. Evenmin wil ik mijn
afkeer van Wilders’ gedachtegoed en dat van zijn goede
vrienden, over hem alleen uitstorten. Integendeel, mijn begrip schiet
tekort tegenover de vele mensen (2,3 miljoen?!) die op
hem hebben gestemd en nu
hun armen kunnen kruisen.
Als migrant buiten
de Nederlandse grenzen (porto voor stembrief: 7,95 euro) en van dezelfde
nationaliteit slaag ik er niet in me superieur te wanen boven hun overtuigingen.
Noch boven de mijne. Dat leer ik toch weer van Dobbelaere, wanneer ik zijn bundel
weer opensla en meteen het slotgedicht erbij neem. Dat toont opnieuw een
imperatief:
bewaar de onschuld
voor later
o mensbare mensheid
Toch maar niet met
de vinger wijzen, dus. Er valt nu al genoeg te verliezen. Ik vrees dat ik meer
dan ooit iemand geworden ben die geïnteresseerd
is geraakt in de vraag: wat te doen? Geen originele benadering,
inderdaad, maar er hangen al genoeg woorden in en om me.
Wel heb ik jaren
van mijn leven geïnvesteerd in schrijven. Dus zou het me sieren om in een
bijdrage tot verbetering uit te gaan van wat ik al een beetje kan. Gelukkig
doet Mundus, die zich identificeert
met ‘de precieze mens’, exact in het midden van het boekje een suggestie.
Aan de linkerkant
monden drie regels uit in ‘garenloos verzet’, uit de vouw komt zwart garen, met
een handgelegd knoopje, rechts staan er weer drie regels, beginnend met ‘dit is
werkelijk de eerste dag’ en eindigend met een punt – de eerste en meteen laatste
interpunctie die Daniël Dobbelaere in petto heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten