zondag 12 november 2023

Bijzonder vreemd gedrag

 

 

Hét nieuws van afgelopen week kwam uit Mechelen (België, aan de Dijle).

Niet omdat Bart Somers daar, geholpen door landelijke cumul-opties, als ‘titelvoerend burgemeester’ weerkeerde om zijn liefste stad tot bastion tegen populisme te promoveren en daartoe simpelweg ontslag te nemen als Vlaams vicepresident en minister van onder meer Binnenlands Bestuur. Nu heeft hij al een krommend traject afgelegd, van de Volksunie tot ‘stads-ionalisme’ in de geest van Benjamin Barber, maar zijn jongste manoeuvre, een halfjaar voor de verkiezingen, heeft hij nog niet recht weten te praten. Er zal ook lastig redelijke taal voor te vinden zijn.

En taal is juist de specialiteit van journalist Dominique Piedfort, die afgelopen week met een fraaie column afscheid nam van Wablieft. Voor deze krant voor laaggeletterden, die haar redactielokalen in Mechelen heeft, schreef hij elf jaar lang. Het onmisbare medium, deels afhankelijk van het ministerie van Onderwijs, bestierd door Somers’ voormalige collega Ben Weyts, kwam echter niet meer uit de kosten, wilde ze niet verhalen op weinig kapitaalkrachtige abonnees, en ging over tot ontslagen.

Piedfort, een generatiegenoot van mij, beschrijft hoe hij ijlings op zoek ging naar een andere baan, die zowaar wist te verwerven, zijn woord gaf en vervolgens te horen kreeg dat hij toch bij Wablieft mocht blijven. Te laat. Tevoren had minister Weyts laten weten:

 

‘Er is dit jaar specifiek voor Wablieft 328.000 euro toegekend. Dat is 37.000 euro of 13% méér dan vorig jaar. Daarbovenop gaven we hen nog extra middelen voor een extra opdracht. Dit loopt nog en wordt allicht verlengd. Een beperking van de Wablieft-activiteiten kan dus enkel en alleen het gevolg zijn van een interne beslissing, die in mijn ogen totaal verkeerd is. Dit is bijzonder vreemd gedrag van een organisatie die net extra geld gekregen heeft.’

 

Voor dit soort insinuerende taal bestaat Wablieft, strevend naar eenvoud en helderheid. Inmiddels heerst er naar mijn gevoel, door de even verbluffende als niet te negeren dominantie van sociale media, ook het streven om jongeren te laten wennen aan het fenomeen krant. Waar je ongestoord doorheen kunt bladeren en iets naar je gading zoeken wat werkelijk jouw keuze vertegenwoordigt. Dat kun je nu eens, met recht en behoud van betekenis, verbinden noemen.

Wablieft is altijd in de weer om, vanuit een links-politieke bril, lol te houden in de actualiteit en het belangrijkste nieuws te ontleden door het te ontdoen van retoriek. Voor mij zijn zulke taaloperaties cruciaal. Ik vond daarom onbegrijpelijk om elders de linkse voorman Peter Mertens een tegenstelling te zien maken tussen het veranderen van de wereld en het verleggen van een komma.

Zelf ben ik zowel vader als abonnee en heb ik ooit van de expertise van Wablieft geprofiteerd, toen ik dankzij een connectie een boekje mocht schrijven voor laaggeletterden. Mijn eerste versie week best af van wat het werd. Omdat ik toen nog te veel dichter was?

Aan dat vak kleeft op een of andere manier raadselachtigheid. En Somers-gedrag? Waarom ergert zijn actie me? Jaren na het laaggeletterdenboekje, in volle coronatijd, zag ik bij een literair Zoom-programma Kurt De Boodt (nóg een Mechelaar!) over mijn poëzie beweren dat ik als dienstdoend betekenisgever lezers in laatste instantie de rug toekeerde en wegliep.

Sapperdeflap! Ik heb dat nooit zo ervaren, maar De Boodt zal wel gelijk hebben. De enige troost is dat ik minder mensen zal schaden dan Somers met zijn openbare verantwoordelijkheidsontduiking. In mijn dichtersdemocratie zijn lezers medescheppers, voor zijn publieke politiek kunnen slechts gedienstigen goed functioneren. Vind daar maar eens buiten Wablieft om begrijpelijke taal voor.

Na Somers’ vrijwillige ontslag moest ‘waarnemend burgemeester’ Alexander Vandersmissen zich zo’n beetje dubbelvouwen van dankbaarheid.

Hij boog bijvoorbeeld voor zijn baas uit ontzag voor diens invloed om aan de rand van Mechelen, een gemeente met bijna negentigduizend inwoners, een compleet nieuw stuk autoweg aangelegd te krijgen. Zo werd een onnodige, in de geest van zijn liberale partij opgetrokken shopping mall, met onder meer de grootste Albert Heijn van het land, beter bereikbaar.

Die kolos rijmt niet met het gedachtegoed van coalitiepartner Groen, van wie Kristof Calvo, evenzeer vertrokken uit Brussel, zich afgelopen week toevallig ook al roerde wegens de toevallige verschijning van een boek (‘niet het zoveelste verkiezingspamflet’). Noch met de status van fietsstad 2022 van Vlaanderen die Mechelen in de wacht wist te slepen.

Wel rijmt die kolos met het hysterisch pretentieuze treinstation-in-aanbouw, in de geest van de iets grotere stad Luik, waarbij de ontwerpers vergaten voor de prachtige hoge trappen naar de perrons een fietsgootje in te slijpen terwijl de glimmende liften en roltrappen er traditiegetrouw buiten bedrijf blijven. Dominique Piedfort had er ongetwijfeld een mooie column over kunnen maken voor Wablieft. Dat komt hopelijk nog. Zijn afscheid, stelde hij, is geen vaarwel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten