zondag 3 maart 2019

Starting a sentence in the middle





Bij alle terechte commotie rond een voornemen van de Vrije Universiteit Amsterdam om de bachelor Nederlands op te heffen, vind ik me als neerlandicus terug in een onhobbyistisch raadseltje. De vele protesten en solidariteitsbetuigingen van vakgenoten werden, zeker door de institutionele broeders, gesteld in een taal en gemeenplaatsreiterei die verleidt tot een radicaler voorstel: de hele neerlandistiek maar opheffen.
Als dit alles is wat specialisten weten voort te brengen, dan kan het lot van de taal beter in handen worden gelegd van leerlingen. In dezelfde week stemden zij alvast mild door, bleek uit een enquête, met de fameuze leeslijst hun gang te gaan, betrekkelijk los van ‘de canon’ en literair-journalistieke bevindingen.
Het hardst trof mij, toch allerminst een hoogvlieger, een dichterlijk protest tegen de VU-intentie. Het kwam van Ilja Leonard Pfeijffer, in zijn sonnettencolumn voor NRC. Bij een vroeger exemplaar uit die reeks heb ik op deze plaats al eens wat vraagtekens gezet en de genoemde krant lijkt sowieso wel erg onder de indruk van zichzelf, maar toch. Wat moet dit nu voorstellen?

Doordesemd spreken in je moedertaal
met elegantie van een palimpsest,
waarin uit elke tijd en elk gewest
nuance schemert als een godenmaal

van connotaties, is iets anders dan
te denken dat je best goed Engels spreekt
op krukken als je een verweekt, gebleekt
gesprekje voert, gespeend van elk elan.

In Nederland heeft men zijn taal verpatst
voor inschrijfgeld van uitheemse studenten.
Zorgvuldigheid en zwier zijn opgedoekt

om op zijn ordinairst en allerplatst
te cashen. Wie zijn taal denkt uit te venten,
heeft ook cachet en gratie afgeboekt.

Ik kan hier een exposé houden over techniek en retoriek, maar de vraag die zich aan mij opdrong was in hoeverre hier niet een opdrachtgever wordt uitgetest. Hoe ver kan ik gaan, poogt de leverancier van de komrijeaanse maskerthematiek, tot de krant ermee ophoudt mijn als gedichten verpakte routine te publiceren en te honoreren?
Mij ontgaat het niet dat deze vraag ‘als een boemerang’ in mijn gezicht kan terugzeilen, omdat ik nu eenmaal geen rubriek heb, nog geen honderdduizendste van Pfeijffers bekendheid geniet, enz. Maar ik voel me senang op deze blog, schrijf al tijden geen gedichten meer en mijn ambities liggen elders. Bovenal kwam mijn vraag voort uit een ervaring met een andere kunstvorm.
Al enige tijd ben ik in de ban van twee zangeressen die ik voor de duidelijkheid maar aanbiddelijk noem. Ik wil daarmee niet suggereren dat ze gouden kalveren zijn, maar vaststellen ze dat de grenzen van mijn empathische vermogens aftasten, door zich zo oprecht te presenteren dat mijn brein, gewend aan artistiek decoderen, kortsluiting maakt.
Zo is er Nai Palm, frontvrouw van (mijn late ontdekking) Hiatus Kayote. Vorig jaar bracht ze een mooi en virtuoos soloalbum uit, Needle Paw. Vlak daarna werd bij haar borstkanker gediagnosticeerd. Waar ik dan naartoe wil is een filmpje op YouTube waar ze in het ziekenhuis, een dag na de operatie, een versie zingt ‘The Makings of You’, het legendarische nummer van Curtis Mayfield.
Mijn brein zou dit gewoonlijk afwimpelen, met termen als exhibitionisme en zo, maar die taal bleef hier domweg niet kleven. Zou dat de tol van de neerlandistiek zijn? Zo’n beetje het eerste wat ik ooit op de universiteit leerde, was dat de artiest niet dezelfde was als zijn personage want in personage zat het Latijn van persona dat masker betekent.
Wat dan aan te vangen met mijn andere heldin Tarriona Tank Ball, uit de geplaagde smeltkroes New Orleans? Ze ontbrak ooit in mijn verkenning van het curieuze ouroboros-liedje ‘When Your Life Was Low’. waarvan zij de gedenkwaardigste uitvoeringen heeft gegeven. De ene nog strotafknijpender dan de ander.
Recenter maakte ze naam met een emotioneel optreden in de NPR-Tiny Desk-reeks dat even vrolijk als depressief was, ongecensureerd. Het deed mijn bange brein afdwalen naar het totaaltheater van de jaren zeventig, de Boulevard of Broken Dreams, De Parade, het Festival of Fools, Jango Edwards, Frank Zappa, Ian Dury, de vroegste Nina Hagen,… Extremistisch toegankelijk, laconiek radicaal.
Ik denk dat de vraag of er sprake is van geacheveerd toneel of hyperoprechtheid uiteindelijk naast de kwestie is. De twee zangeressen praktiseren een ideaal dat verwoord werd in de lines notes van John Coltranes spectaculaire nagelaten Lost Album. Daar kenschetst Wayne Shorter het program: ‘starting a sentence in the middle, and then going to the beginning and the end of it at the same time…’ (Zoals Coltrane zelf in die week met Johnny Hartman een totaal andere balladplaat opnam.)
Ik weet niet wat het is. Nai Palm en Tank Ball maken voor mij de vloedgolf aan publiciteit rond de neerlandistiek, hoe relevant ook , tegelijk een beetje komkommernieuwsachtig. Verwend. Mag ik dat wel zeggen? Met mijn geloof en hoop in literatuur, bedoel ik?
De twee zangeressen zijn bij mijn weten in leven. Het staat iedereen vrij hun optredens bij te wonen. Hun oeuvre kan zo groeien door gedeeld te worden (nog zo’n geloofsartikel uit de neerlandistiek: de autonomie).
Onlangs begreep ik pas dat funkzanger Rick Hogendorp overleden is. En regisseur Claude Goretta. Ik heb ongetwijfeld weer eens niet goed opgelet. Anderzijds, ook wie nooit van de neerlandistiek heeft gehoord, kan er nu even niet meer omheen kijken. Waar is dan het momentum van ietwat eeuwiger grootheden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten