woensdag 13 september 2023

Een schoolvoorbeeld

 

 

In een opiniestuk stelt acteur en schrijver Maryam Hassouni principiële vragen bij de als radicaal te boek staande klimaatbeweging Extinction Rebellion, ook wel: XR. Daarbij voelt Hassouni aangenaam direct aan. Ze gehoorzaamt niet aan de dwaze ongeschreven wet dat links links niet mag wegen of waarbij kritische woorden over collega’s not done zijn.

Hassouni’s bezwaren zijn tweeledig. Allereerst vindt ze de doelen van XR (ik neem die afkorting als een kledingmaat maar over) te smal. Wellicht drukt het woord ‘provinciaal’ haar indruk adequater uit. De bekommernis van activisten ligt volgens haar dichtbij, terwijl klimaatvluchtelingen tonen dat er waarlijk een globaal probleem is – universeel, vanwege ongelijkheid:

 

‘De eurocentrische blik van waaruit XR naar de wereld kijkt is té beperkt en gaat vooral over witte mensen uit de middenklasse die protesteren tegen iets wat al lang gebeurt. (…) Opvangen van klimaatvluchtelingen zou dé grondpijler van XR moeten zijn. Niet slechts de zorgen over de toekomst van ónze kinderen.’

 

Het tweede bezwaar van Maryam Hassouni betreft de truttige zelfverheerlijking van Nederlandse activisten. Of ze nu naïef of stompzinnig zijn, ze laten zich naar haar smaak te Instagrammatisch arresteren bij betogingen. Een vorm van luxe, meent ze, die iets verraadt over hun huidskleur. Wie niet wit is, kan zich zulke heroïek niet permitteren. De arrestatiestrategie zou geen toegang bieden aan ‘gemarginaliseerde groepen’.

Hassouni’s bezwaren hangen duidelijk samen en zijn een pleidooi voor wat dan wel dekoloniseren heet. Instemmend vertaalt ze een statement van een Britse XR-afdeling die tot inkeer is gekomen: ‘We erkennen nu dat onze tactiek van arrestatie het makkelijker heeft gemaakt voor mensen met privileges om mee te doen en dat ons gedrag en onze houding het systeem van witte suprematie hebben gevoed.’

In het opiniestuk fungeren twee van Hassouni’s collega’s uit de theaterbranche als kop van Jut. In verband met haar provincialistische bezwaar vonnist ze Sieger Sloot die bij een betoging afwezig was wegens wintervakantie en zich verdedigde daarbij een elektrische auto te hebben ingezet. Maar Hassouni pareert dat voor dat ding kobalt nodig is:

 

‘Voor een paar dollar per dag werken Congolese kinderen in mensonterende omstandigheden in levensgevaarlijke en vervuilende mijnen, zodat wij hier in peperdure auto’s ons geweten kunnen sussen. Dat is een schoolvoorbeeld van neokolonialisme, een systeem dat gebouwd is op onderdrukking en uitbuiting.’

 

En in verband met het zelfverheerlijkingsbezwaar bij arrestaties richt Hassouni haar pijlen op Carice van Houten, even komisch als vilein ‘ervaringsdeskundige’ genoemd. Deze actrice vond het zelfs een ontspannende ervaring waarbij ze zich ‘heel veilig’ had gevoeld. Toch zou Hassouni als anglist kunnen weten dat het woord ‘veilig’, of safe dus, helemaal niets meer betekent.

 

Diakritisch

Dat Hassouni anglist is, weet ik door haar boek Wat de fak (2022). Ik had me voorgenomen er niet over te schrijven, wegens totale ongeschiktheid als man, wit, hetero, kunstwereldgerelateerd, enz. Haar opiniestuk brengt me er nu naar terug.

Voor mij sensationeel en inzichtelijk was namelijk een tekstvergelijkingspassage waarin Hassouni liet zien hoe een bericht van haar subtiel was herschreven in een onderzoeksdossier door toevoeging van diakritische tekens, die moesten doen uitschijnen dat ze een hysterica was. Daarom verbazen me de accentjes nu bij de ‘té beperkt(e)’ blik, ‘dé grondpijler’ en ‘ónze kinderen’.

Voor mij verlenen die dingen Hassouni overigens niet de aura van hysterica, hooguit suggereren ze dat ze overtuigd is van haar gelijk. (Wel ergerde Wat de fak me omdat de uitgever zich half van haar distantieerde door een ‘disclaimer’ in te voegen: ‘Wat de fak bevat uitsluitend het eigen, persoonlijke relaas van de auteur. Met dit boek beoogt zij misstanden binnen de film- en televisie-industrie en de onderzoeksmethoden hiernaar binnen de eigen gelederen aan de kaak te stellen.’)

Als inwijkeling heb ik ook niet meegekeken met Hassouni’s al tamelijk lange loopbaan. Voor het eerst zag ik haar spelen in de film Meskina (2021), waarvan we met het hele gezin genoten hadden als broodnodige multiculturele variant op Alles is liefde maar die blijkbaar wegens stereotypie magere recensies had gekregen.

Daar staat tegenover dat Hassouni’s redenaties in het opiniestuk me bekend voorkomen. Ze gebruikt een register waarin, vrees ik, safe nog een springlevende rol heeft. Mijn citaten verstrekten al een paar van die geurwoorden.

Ik beperk me nu tot ‘eurocentrisme’. Hassouni’s punt daarover is evident en wat mij betreft relevant. Het klimaat gaat iedereen aan en treft al mensenmassa’s die elders op aarde hun heil trachten te vinden. Dat het klimaat rechtstreeks in verband staat met ongelijkheid valt evenmin te ontkennen. De vraag is alleen of je dat kunt samenballen onder ‘eurocentrisme’. Dat woord gaat voor mij althans minder over een kennisperspectief (dat bij te spijkeren is) dan over een evaluatie (dat Europa qua cultuur en wetenschap superieur zou zijn).

Aldus lijkt me iemand als Frits Bolkestein een eurocentrist, of Thierry Baudet, maar Nederlandse XR-activisten?

 

Middenklasse

Afgelopen weekend bezocht ik, onder een brandende zon tussen de herfstbladeren, het graf van iemand die zich altijd inspande voor ‘het klimaat’. Ik zie de kalendertjes nog hangen van pakweg Greenpeace, Novib, IKV, Amnesty, Memisa, Natuurpunt,… Of het nu flora of fauna betrof, hij wist er alles over te vertellen, tot gekwordens toe. Hij is er alweer even niet meer en heeft taalideologische metamorfoses dus niet meegekregen, maar ik vermoed dat hij verbluft zou zijn geweest door Hassouni’s verdict van ‘eurocentrisme’ bij ‘witte mensen uit de middenklasse’.

Als eerste van een krap bemiddelde familie ging de betreurde, net als Maryam Hassouni, aan de universiteit studeren. Terwijl zij Engelse taal- en letterkunde koos, zat hij zo’n drie decennia tevoren bij Economie. Toen was die academische titel een garantie voor een baan. Zo kon hij inderdaad opstijgen tot ‘de middenklasse’. Wel trachtte hij in zijn werk zijn engagement te benutten – niet zozeer tegen mensen of fenomenen, maar vóór achtergestelden.

Allicht zal hij daarbij ‘blinde vlekken’ gehad hebben, zoals dat tegenwoordig zo zelfvoldaan heet, maar wie heeft die niet? Wat de fak voedt Laurens Buijs’ insinuatie dat de UvA, waar Hassouni studeerde, een exclusief links bolwerk zou zijn. Ze eigent zich autoriteiten toe uit één ideologische hoek: Cixous, Butler, Spivak, Foucault en ook Derrida (onmogelijk uiteraard, met Hassouni’s beroep op de absolute waarheid, dat eeuwige noodlot in zijn ideeën).

Bovendien viel met de betreurde te praten over blinde vlekken. Het doel was immers verbreding of, godbewaarme, verbinding. En dat is tragischerwijs precies wat er niet gebeurt bij Hassouni. Haar tekst, waarin heel wat terechte bedenkingen staan, zal in laatste instantie zorgen voor verdeeldheid. Dat denk ik althans, en heb daar twee redenen voor.

Allereerst voert Hassouni intentieprocessen. Ze weet blijkbaar waarom witte activisten zich bij XR hebben aangesloten en waarom ze doen wat ze doen. Onder hun daden onthult zij hun verborgen agenda. Daarnaast hanteert ze het instrument van de veralgemenisering. Niemand kan in haar tekst zichzelf vertegenwoordigen, want is boven alles lid van een groep die, natuurlijk, bedoelingen en belangen verdedigt.

 

Practical joke

Nu even een dubbele rittberger om eer te bewijzen aan wie eer toekomt. Ik zou wensen dat er meer Maryam Hassouni’s op de wereld waren. Confronterend, kwetsbaar en desnoods onredelijk. Het is makkelijk om vanachter een bureau te murmelen over nuances. En zoals Wat de fak aansprak door de hoop en durf, en door compromissen iets voor treurige volwassenen te achten, zo raakt het XR-opiniestuk me in zijn hamvraag Wat te doen?

Die vraag moet gekoppeld worden aan een belangrijk voornemen: geen onnodige brokken maken. Wat dat aangaat vind ik BIJ1 instructief. De partij waarmee je het ‘in principe’ alleen maar eens kunt zijn én de partij waarvan de leden vechtend over straat rollen. Toen ik onlangs de terugtreding van Sylvana Simons toetste aan de partijbeginselen, begon het me te dagen hoe dit vertrek- en ontslagpatroon kon ontstaan.

Net als Maryam Hassouni ziet BIJ1 de grotere verbanden. Alles hangt met alles samen, en wanneer er een probleem opdoemt kan het dus alleen meervoudig worden benaderd. Die diagnose heet, zoals bekend, intersectionaliteit. Daarmee wordt tevens getracht om bijvoorbeeld ‘de canon’ te breken en veilige, feitelijk immune toestanden te bewerkstelligen. Werktuigen zijn dan intentieprocessen en veralgemeniseringen. Ik begin steeds sterker te geloven dat met het importartikel intersectionaliteit het paard van Troje is binnengehaald.

In de praktijk wil het drama immers dat er met enkelvoudige observaties anderen de maat wordt genomen. Machtsoordelen met consequenties, zoals ter overzijde van het politieke spectrum. Er blijken rangordes in zowel gelijkwaardigheid als ongelijkheid. Het partijprogramma sprak van verbinden en waarna het verdeelde door ‘de’ goeden van ‘de’ slechten te scheiden.

Bij de klimaatproblematiek, tezelfdertijd razend complex en glashelder, lijken me zulke distincties dodelijk. Woede en solidariteit zijn in hun onuitputtelijkheid gelukkig geen fossiele brandstoffen. Ik veronderstel dan ook dat bij XR iedereen welkom is. Vervolgens moet men zich er nog even welkom voelen. Wat dan nodig is heet zelfkritiek en pragmatiek. Dat ik dat op mijn oude dag schrijf!

Snel dus maar terug naar Hassouni met een voorbeeldje van die zelfkritiek. Heeft het bij Sieger Sloot, die vanuit mijn beperkte literair-geografische perspectief een practical joker is achter wie Ernest van der Kwast schuilging, echt zin om zijn elektrische auto te herleiden tot de batterij en tot kindjes in Congo en met het etiket neokoloniaal op de proppen te komen? Is dat niet populistisch en, eh, in één adem kolonialistisch? Zit het gewraakte kobalt ook niet in een smartphone, waarvan vermoedelijk veel meer XR-leden zich bedienen, net als een groot deel van de mensheid?

Carice van Houten dunkt me een voorbeeldje dat aanleiding geeft tot pragmatiek. Wat ze heeft gezegd is tenenkrommend. Maar zou je dat niet voor lief nemen door onbeschaamd te profiteren van haar internationale bekendheid ten gunste van de goede zaak? Of zou zij de noodzakelijke verandering in het systeem, zonder compromissen, juist in de weg staan? Ik kan het me gewoon niet voorstellen.

Interessant vind ik te begrijpen dat juist door de strategie van de arrestaties het systeem begint te kraken bij het kamp dat het als eerste in de rij handhaaft: de politie. Maar Hassouni raadt XR aan om voor die verandering ‘te beginnen bij zichzelf’. Daarmee houdt ze alle historische milieubewegingen in de Lage Landen een spiegel voor, terug naar de tijd dat ze integraal wit waren. En waarin evengoed bijvoorbeeld ‘mijn’ betreurde actief was.

De vraag blijft of Maryam Hassouni het systeem in haar taaluitingen heeft onderkend. Of doet dat er helemaal niet toe, en gaat het om het algemene belang? Ondertussen stuurt de site van XR me namelijk door naar Demand 0. Die eis betreft KLIMAATRECHTVAARDIGHEID VOOR IEDEREEN:

 

‘We eisen een rechtvaardige transitie die de behoeften en stemmen van degenen die het meest getroffen worden door de klimaatcrisis centraal stelt en degenen die het meest verantwoordelijk zijn voor ecologische verwoesting ter verantwoording roept.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten