vrijdag 25 september 2020

Van uw plaatselijke opportunist

 

 

 

 

Het is herfst en het origineelste debuut van het jaar is al verschenen. Uit een recensie begreep ik dat Lisa Huissoon met Alle mensen die ik ken een roman heeft gepubliceerd die bestaat uit voornamen op alfabet. Ze worden ter plekke toegelicht met korte en lange verhalen. Dat klinkt fijn! Weer een titel voor in mijn Te-Lezen-Bestand dat anderen misschien in Excel weten op te zetten of bucketlist noemen.

Een paar dagen na indaling van de recensie begon iets in mij zich te roeren. De critica had lof gehad voor de vorm die, door vermelding van andere namen in een verhaal, dwong tot sprongetjes voor- en achteruit in de tekst, spannend doorbladerwerk. Tegelijk ervoer ze twee bezwaren. Bij de namen was de grootte van het verhaal wel erg variabel en eigenlijk was ze bij de L al bladermoe geraakt.

Nog vóór de helft van het alfabet! Volgens de aftiteling telt het boek maar 231 bladzijden.

Het begon me dun door de broek te lopen. Al een paar jaar ben ik in de gelegenheid te werken aan De encyclopedieën van de val. Geweldig leerzaam om te doen, leuk ook, maar Huissoons roman past minstens driemaal in mijn huidige omvang. Bovendien zijn mijn dwarsverbanden niet expliciet en op een toegankelijke stijl ben ik nooit betrapt.

Waar ben ik in godsnaam mee bezig?

Minstens ben ik jaloers op Wikipedia, waar met één simpele klik op de muis lezers zichzelf van het ene lemma bij het andere kunnen brengen. Dienstverlening voor nieuwsgierigheid, voor de lenigheid van een geest. Wat kan stram papier daar tegenover stellen? Is het fenomeen e-book buigzamer?

Ik weet het weer eens niet. Behalve dan dat ik deze posting eens flink wil misbruiken door op mijn archiefblog een voorpublicatie uit De encyclopedieën van de val te simuleren. Nou ja, uit de versie september 2020 heb ik wat lemma’s geselecteerd die naar mijn indruk enige samenhang vertonen. Voor de totale lengte van die uitsnede durfde ik niet echt door te pakken. Ik stopte rond 4.000 woorden, waar serieuze tijdschriften zo’n beetje de finishlijn schijnen te leggen.

Bestaan er vervolgens misschien lezers op de virtuele aarde die me willen helpen? Door deze quasi-voorpublicatie eens door te nemen wanneer ze even niets (beters) te doen hebben? En onder aan deze posting, of in een e-mail, hun ervaring en verbeteringssuggesties te delen? Mijn dank zou immens zijn. Ook wil ik als leesproleet best een incentive schenken: wie dat wenst kan een lemma in de encyclopedie krijgen, met een eigen verhaal over een val.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten