woensdag 5 februari 2020

Aanheffenderwijs




O Wederkeer, mogelijk uit het Duits van moeilijke denkers,

Opnieuw heeft ING mijn taalgevoel dooreen weten te schudden. De bank stuurde me een brief die vol in de remmen ging bij de aanhef:

Beste heer Kregting,

Ik geef onmiddellijk toe gebiologeerd te zijn door registers. Maar hier heb ik navraag gedaan bij de wegkapitein, die gediplomeerd dubbel zoveel weet van taal en zowaar gelijk zag in mijn navolgende, schier spontane reacties.
Op ‘beste’ komt een vriendelijk-neutraal vervolg, zoals met een voornaam. Bij zakelijk verkeer ligt dat lastig. Dan kan ‘meneer’ uitkomst bieden. Plenty kinderprogramma’s hebben zo’n combinatie, en er is een literaire traditie van. (Ongeloofwaardiger klinkt ‘mijnheer’.)
De dienstdoende briefschrijver kan ook zijn begonnen met ‘heer’. Dan geeft de voorhef naar mijn aanvoelen wederom slechts één oplossing: ‘Geachte’.
De ING doet bij mijn monde van zijn Directeur Klantenservice hier dus aan een registerclash. Mij zou het benieuwen waar die vandaan komt en wat ze beoogt. De tweede vraag zou een intentieproces voeren, onfijn. En de kwestie van afkomst?
Mijn toekomstvoorspelling van de taal gaat meer in de richting van een ontnederlandsing dan van een verengelsing, maar ik kan me hier indenken dat een bepaald ritme vanuit ‘dear sir’ het patroon van de aanhef heeft gedomineerd.
Compris?

Met eerbiedwaardige groetjes, was gezegend,
(…)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten