Die gruwelijke uitdrukking
kill your darlings, alsof Mozes weer
met zijn wetstafels aangestiefeld komt. Wat is het toch dat leidt tot het
besluit iets uit een oorspronkelijke opzet te verwijderen?
Ik spreek uiteraard
voor mezelf: geen idee. Graag laat ik me leiden door schrapadviezen van een derde
en altijd komt er weer een moment waarop ik even beslist meen dat iets moet
blijven.
Dan is er een
definitieve versie, die in drukproeven nog wat tikjes op de kin krijgt en dan ja
dan is een tijdschriftpublicatie of een boek en de trots en opwinding wanneer
dat product in de bus valt, en de angst bij het uitpakken dat ik iets over het
hoofd heb gezien, waarna een vluchtige, afgewende blik en een zwier met dat
product, in de kast.
Maar telkens komt er,
ooit, een tijd waarin ofwel die tekst alsnog de verhoopte objectieve lezersblik
van de schrijver ondergaat of dat in diens geheugen zoveel vragen beginnen op
te spelen dat, en daar werkt de computer natuurlijk efficiënt op het gemoed, de
oorspronkelijke opzet terug op het scherm komt.
Bij mijn
recentste boek Zilverlingen bekroop
me dat gevoel afgelopen week al, relatief razendsnel na verschijnen, en zocht
ik in het oude tekstbestand naar iets wat ik niet vond, wellicht omdat onderweg
mijn blik was blijven haken aan een fragment waarvan me niet eens
bijstond dat ik het als kandidaat-tekst had beschouwd.
Toen ik het las, dacht
ik evenmin te kunnen verklaren waarom ik het vervolgens had verwijderd. Die
sensatie valt naar mijn idee te verbinden met één liedje dat ik zelf ooit
nog coverpoogde. Het is geschreven door de grote Donny Hathaway, die onlangs enigszins terug
in de aandacht kwam wegens de documentaire van David Kleijwegt.
Het nummer heet ‘We’re still friends’ en ik kan het amper zonder droge ogen beluisteren.
Het gaat over een voormalig koppel dat elkaar jaren na dato tegen het lijf
loopt. Wat een klap! Want zoals dat gaat, harten breken terug open en het lijkt
een raadsel waarom er ooit überhaupt afscheid genomen is.
De kwestie dringt
zich op of een potje rationaliseren hier nut kan hebben. Met nuchtere vragen
als: was het destijds echt koek en ei? Is er iets wat ik me niet herinner omdat
het beter verdrongen kan worden? Hoe vergaat het mij in het heden?
Enfin, ik had dus
een fragment geschrapt, ook een koppel eigenlijk, dat bij dezen alsnog aan het
hooggeëerde publiek wordt getoond:
MARC OEFENT ’S MORGENS DE LOGICA (1)
De
melk is geschift
Ik
ben dol op melk
Ik
ben geschift
MARC OEFENT ’S MORGENS DE LOGICA (2)
De
melk is geschift
Ik
ben geschift
Ik
ben melk
Puur autobiografisch,
industriëler kan het bijna niet.
Wie wil weten
waarom dit op éénduizendste punt de finish van Zilverlingen niet haalde, moet morgenavond, als in het Zonnige Zuiden
de carnaval losbarst, misschien toch
maar even naar Perdu in Amsterdam komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten