woensdag 5 januari 2022

Kommaneuker

 



 

Wat gaat me treffen in 2022? Nu de gourmande redelijkerwijs zal overstappen naar het middelbaar onderwijs, besef ik één taal voor het laatst te hebben ervaren: die van de Nieuwjaarsbrief. Ik maakte er ruim een decennium geleden kennis mee door het taalkundig genie, haar oudere zus, die vanaf de peuter- en kleuterschooljaren deze opgelegde teksten in schoonschrift op 1 januari voordroeg.

Destijds werd ik er sentimenteel van, nu doen ze me rillen. Niet om hun formeel zwakke kantjes. Het is amateurpoëzie, die aanvaardbaar kan zijn zolang ze oprecht is. En die eigenschap vind ik toch in Nieuwjaarsbrieven niet terug. De taal die klinkt en die afgesloten wordt door ‘je kapoen’ is behalve zalvend vooral afgelebberd.

Nou en? Haar bundel doe het toch maar opent Babs Gons met een overdwars gezet voorwoord over taal, dat deze strofe bevat:

 

ik wil een taal waarin

‘gewoon’ en ‘anders’

hun langste tijd hebben gehad

een zachte dood sterven

en niemand ooit meer

onzichtbaar kunnen maken

 

Een paar gedichten verderop neemt Gons zich voor niets meer ‘normaal’ te noemen. Waarschijnlijk stoot ik tegen de vanzelfsprekendheid van de Nieuwjaarsbrief. Behalve ouders zijn in deze Vlaamse traditie peters en meters betrokken. Aldus is ze katholiek, en zit ze voor mij in een mandje met meer ongrijpbare fenomenen als jeugdbewegingen – jongens en meisjes die bij weer en wind in kaki rokjes en korte broeken door het landschap trekken en die eenmaal volwassen bij het eerste spatje regen per auto naar de bakker gaan.

Na al die jaren emigratie is mij niet alleen duister of België echt voorbij het katholicisme is geraakt, maar ook of er nu gemeenschappen ontstaan of netwerken.

Verder verbaas ik me over de voor mijn doen wel erg gedecideerde afwijzing van de nieuwjaarstaal. Gewoonlijk fascineert afgelebberdheid me, omdat ze het origineel herbelicht. Zo snapte ik pas door de ijzige cover van The Bad Plus wat een fantastisch liedje de Bee Gees gecomponeerd hebben in ‘How Deep Is Your Love’, door de consensus in mijn jeugd gebarricadeerd met commercie.

Ondertussen heeft de gourmande zelf kans op een vaccin. We kregen er een oproepbrief voor, en die fascineert me sowieso. Per reflex ervoer ik afstoting zodra ik in het betoog weer de vetgedrukte woorden ontwaarde. Maar het is te makkelijk daar paternalisme in te zien, er zijn werkelijk lezers die alle moeite hebben om te begrijpen wat er staat.

Wel functioneerde één vetgedrukte onmiddellijk in een constructie die helemaal van deze tijd is: ‘De vaccinatie is aangeraden, maar niet verplicht.’ Verantwoordelijkheid wordt bij de burger gelegd, zoals Belgen met de heilige Kerst ook advies kregen waarmee ze hun plan konden trekken (en er nu rekening wordt gehouden met ‘een vijfde golf’ vanwege die intergenerationele samenkomsten).

Aan het slot van de brief werd dan ook bij voorbaat gedankt ‘voor je hulp bij een vlotte vaccinatie’. Over de vermoedelijke betekenissen van dat bijvoeglijk naamwoord in België zou ik een boek kunnen schrijven.

Daarnaast viel een koppeltekeninconsequentie op. Er stond zowel ‘basisvaccinatie’ als ‘corona-vaccinatie’. Is het tweede zoveel moeilijker dan het eerste? Door de klinker in het midden? Toen ik zelf ooit een boekje voor laaggeletterden mocht maken, stelde deze dienstverlening me voor morele problemen. Knielen of verheffen?

Ik koos voor het laatste, op katholieke wijze:

 

(…)

Een koppelteken brengt twee woorden bij elkaar.

Een precies persoon haalt juist alle dingen uit

elkaar. Toch heet hij wel: komma-neuker*.

(…)

* Dat spel je nu zonder koppelteken: kommaneuker

 

Spoedig zal ik de gourmande vergezellen naar het vaccinatiecentrum, dat momenteel XL-prikdagen houdt. Maar niets zal ons tegenhouden. Zelfs niet de aanblik van medemensen die bij de verplichte vijftien minuten rust nadien op hun smartphones zitten te pielen, zodat we ook hier de enigen zullen zijn met een boekje.

In de trein weten we niet beter. Dat maakt één motief uit literatuur definitief historisch, en dus een prooi voor voetnoten: de ontmoeting in de coupé, met een gesprek over een gelezen boek. Ach ja, ‘Onze nim-/ mer falende // geestelijke / aspirine’ (over afgelebberde taal gesproken, waar Jules Deelder een antenne voor had).

Onlangs merkte een vriend een soortgelijk einde van een gesprek op. Door corona werken huisartsen alleen nog op afspraak en dat is natuurlijk veel veiliger. Leeg zullen dus blijven de wachtkamers, waar zich normaliter, onder gekuch en geproest, gesprekken ontspinnen, evengoed over ziekten. Als ik het me goed herinner, speelde in dat decor een deel van de plot in de televisiecomedy Zeg 'ns Aaa, nu dus voorgoed twintigste-eeuws.

Kortom, wat elk jaar nieuwsgierig stemt is dat er geen chocola van valt te maken. Daar bestaat nog een uitdrukking voor, realiseerde ik me onlangs tijdens het lezen van een laaglandse roman die repte van ‘geen pijl op te trekken’. Ik schrijf of lees zoiets zelden, dus haalde een second opinion bij de wegkapitein. Zij verklaarde à l’improviste dat jagers ooit met een boog schoten en in bepaalde omstandigheden blijkbaar hun prooi niet wisten te verschalken. Die metafoortoedichting kon ik volgen, maar bij gebrek aan woordbeeld zocht ik nog even na. En bleek het ‘geen peil op te trekken’, dus kennelijk was de uitdrukking maritiem.

Precies uit een ongrijpbare diepte deed ik mijn eerste ontdekking van 2022. Algoritmisch bracht YouTube me gisteren bij Odessey and Oracle uit 1968, van The Zombies. Voor mij was die groep slechts een naam, maar deze elpee, inclusief spelfout, blijkt een klassieker. Inmiddels is het me een raadsel waarom deze muziek niet eerder in mijn leven is gekomen.

In dergelijke termen drukte kunstenares Danielle Lemaire zich uit over Nick Drake, aan wie ze de tentoonstelling You Know I Am Not There wijdde, die ik vorig jaar in mijn geboorteplaats bezocht. En prompt begreep dat Five Leaves Left, het debuutalbum van Drake over wie ik best veel dacht te weten, te danken is aan reservetijd. Fairport Convention had Unhalfbricking sneller opgenomen dan haar platenmaatschappij in de studio had gereserveerd.

Fantastisch, zo’n toeval dat smaak geeft aan de dag. Helaas samen met willekeur. Maar dat is een ander verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten