Geen vrees – niet nog een mening over de scoop dat Lucebert op 19-jarige leeftijd verregaande nazisympathieën koesterde. Wel toonde het bericht, en de ontvangst ervan, op meer manieren dat de orde der dingen nogal ingrijpend is veranderd.
Om te beginnen onderstreepte het een maatschappelijke verdeeldheid, die lang met het begrip ‘polarisatie’ is aangeduid. Terwijl dat echter vruchtbaar kon zijn voor een debat en voor ruimte aan dissensus, is het begrip opgevolgd door een metafoor, van de ‘loopgraaf’. Er wordt niet gedebatteerd over en weer, maar de eigen positie wordt versterkt.
Na het bericht over Lucebert was de ‘rechtse’ site ThePostOnline er zo snel bij dat er een tikfout in de kop sloop die een dag later nog niet hersteld is: ‘Grote paniek in babyboomerland: dichter Lucebert dweepte met nazisme en was anitsemiet.’ Dat hier antisemiet had moeten staan, stoffeerde een gangbare verontwaardiging over de actualiteit. ‘Linkse’ mensen zouden tegenwoordig uitsluitend onrecht aanklagen dat wordt aangedaan aan moslims, niet aan joden.
Want of Lucebert nu werd aangeduid als Swaanswijk of Zwaanswijk, hij was ‘links’, ‘communistisch’ zelfs, daar bestond geen twijfel over. En door het maatschappelijk engagement in zijn gedichten kon hij gelden als een wereldverbeteraar – een makkelijke prooi. De bij zelfverklaring ongenuanceerde site Geenstijl verwoordde dit in zijn bericht zo: ‘Kortste gedicht van Lucebert ontdekt: Heil Hitler’.
Meesmuilend legde het de aloude, nooit verflauwde kwestie over de autonomie van literatuur op tafel: ‘het wordt een lange dag discussiëren over de vraag of je het werk van een kunstenaar los mag zien van zijn polletieke overtuigingen’. De spreektalige verschrijving van ‘politiek’, met het impliciete vonnis ideologisch, gaf de uitkomst al.
De conclusie luidde dat gutmenschen, zoals altijd, hypocriet zijn. Zeer vele comments zouden dit idee schier wellustig kracht bijzetten. Dat absurde triomfalisme rijst uit de overtuiging dat links nooit te beroerd is om andersdenkenden op hun morele tekortkomingen te wijzen. En dat verwijt kreeg het ‘als een boemerang’ in het eigen gezicht geslingerd.
Met name één eigen regel ontving Lucebert in menig bericht retour: ‘alles van waarde is weerloos’ (op Geenstijl: ‘Wehrmachtlos’). De vliezen braken voor parallellen met andere auteurs, ook rechtse, en de behandeling die hun ten deel viel. Zo heeft het negentiende-eeuws aandoende werkwoord ‘deugen’ een ongekende lading gekregen, in een goed-foutschema waarmee potten ketels verwijten.
Luceberts poëzie zelf bleef onbelicht. Her en der werden er wel wat klassieke – vroege! – gedichten bij een bericht gepubliceerd. Zodat sommige regels unheimisch moesten worden? Bijvoorbeeld: ‘ik ben de schielijke oplichter / der liefde’?
Die exclusieve
nadruk op de persoon verwondert uiteraard niet
meer. Sterker, de aanleiding van de scoop lag in een biografie. De initiële
berichtgeving weerspiegelde een gewijzigde constellatie. Ze behelsde namelijk geen
recensie op het boek maar twee
interviews met de biograaf, regelmatig onderbroken door de omineuze mantra ‘Tekst loopt door onder de foto'. De man onthulde daarbij meteen zijn eigen mentale
en fysieke reactie op de ontdekking.
Ik had tot nu toe alleen de recensies in De Standaard en De Volkskrant gelezen, en dat was al meer dan welletjes, met verschrikkelijke geheimen en maskers die afvielen en idolen die van hun voetstuk tuimelden. Nu zie ik dus dat het veel erger is dan ik me kon voorstellen, en ik laat de weblinks in deze blog dan nog aan me voorbijgaan. Tot nader order troost ik me met de gedachte dat dit ‘dit echt iets voor Hollanders’ is (De Standaard had er ook een Nederlandse recensent voor nodig), en voor Vlamingen die graag op Nederlanders willen lijken, maar ik durf het niet te controleren. Verdomme, zo’n uitgeverij die in alle ernst durft te verklaren dat ze Lucebert zullen blijven uitgeven! (Maar misschien is er ondertussen weer een Leon de Winter die zegt dat De Bezige Bij haar ziel weer aan het verkopen is.) Al die heldhaftige rechters, hebben die allemaal al voor hun 19de alle stommiteiten achter zich gelaten, of zijn ze te stom om ooit stommiteiten te hebben begaan? Waarschijnlijk denken en dachten de meesten van in den beginne netjes liberaal, dus geen probleem. Je zou nog honderd vragen willen stellen en opmerkingen willen maken, maar vooral zou je liever niet leven in dit soort klimaat, in dit soort wereld. Hoon, hoon!
BeantwoordenVerwijderenZekerheidshalve: Luceberts (eerste en tweede) biografie en zijn poëzie verschijnen bij hetzelfde huis.
BeantwoordenVerwijderenIk had het me niet gerealiseerd, maar het klopt dat Nederlanders in Vlaamse kranten over deze affaire berichtten: mede door een column in De Morgen (https://www.demorgen.be/opinie/is-lucebert-nu-van-zijn-voetstuk-gevallen-na-een-dwaling-als-jongeling-b9a9f669/) die uitzonderlijkerwijs niet in NRC stond. En Leon de Winter, die blijkt ook in deze zaak stelling te hebben genomen! https://www.gooieneemlander.nl/nieuws/leon-de-winter-jeugdzonde-lucebert
(Vlaamse comments waren niet mals bij Claus’ overlijden en bij onthullingen over diens jeugdtraject. Het moet gezegd dat de toen veronderstelde elite zich evengoed liet gelden, ook bijvoorbeeld bij het voorstel om het Antwerpse Pieter De Coninckplein te herdopen tot Herman De Coninckplein – waarbij het doelwit nationalisme was.)
Verder ben ik onzorgvuldig geweest: op de eerste avond na het verschijnen liet de NOS-radio een Lucebert-kenner aan het woord: https://soundcloud.com/nporadio1/de-dag-6-de-vragen-over-marco-kroon-wie-was-lucebert-op-zoek-naar-de-ideale-schaatsslag. Die vroeg wel om leestijd, nodig om de feiten en de context te kunnen bestuderen.
Inmiddels is er een opinie dat men op jeugdige leeftijd nog beter communist dan nazi kan zijn: https://www.volkskrant.nl/opinie/opinie-was-lucebert-geen-nazi-aanhanger-maar-een-communist-dan-hadden-we-het-hem-eerder-vergeven~a4569102/.
Wanneer dat zou kloppen, dan liep Harry Mulisch een ideaal parcours. En zou het relevant zijn om bij het pamflet ‘Verzet! Pleidooi voor communisme’ van Gustaaf Peek steevast te vermelden dat hij een nazaat is van een fameuze kapitalistische familie?
Hoe dan ook blijft het belang van de alomtegenwoordige anekdotisch-biografische benadering groter dan een ideologisch-analytische.
Zwak aan mijn signalement als geheel is trouwens de suggestie van mondigheidsbeperking: dat alleen ‘kenners’ o.i.d. een mening mogen hebben.
Juist, ja, wat hersenloos en wrokkig anticommunisme aangaat zijn de Nederlandse scribenten ook niet meer te overtreffen, de Volkskrant op kop, ze hebben daar echt geen Telegraaf meer voor nodig. Maar ziehier een ander groot geheim: vanuit ‘gematigde’ liberale overtuigingen valt geen doorslaggevende literatuur te maken, op een moeras bouw je geen huis. Dus leve Leopardi en Balzac en Baudelaire en Flaubert, leve Breton en Neruda en Céline en Pound en Saramago en Brecht. De Vijftigers werden slechtere dichters naargelang ze liberaler werden, leve de Elburg van ‘Kameraden, wie een eerlijk besluit / in een lied uit…’. Zoals ik al eerder zei: leve Hadewijch en Lenin.
BeantwoordenVerwijderenBijna een maand later, uitgerekend na – wegens een interview en een studie – iets te hebben gepost over een maatschappij met gemeenschappelijke doelen, ontdek ik dat de solopingpong met Lucebert is doorgegaan en ik meld dat hier: http://www.neerlandistiek.nl/2018/02/hoe-nu-verder-met-lucebert/. Dan blijkt er nog deze institutioneel toch omkranste column, die me van de eerste tot en met de laatste zin doet huiveren: http://www.mdnl.nl/mdnl/?column=lucebert-verdient-geen-prijzen#verder
BeantwoordenVerwijderen