Ben ik ooit sentimenteel
geworden tijdens het lezen van een boek? Niet dat ik me herinner, maar bij Peter van Liers Geachte
afwezigen, Het verweer van de poëzie gebeurde het. Aan
de tekst zelf kan dat redelijkerwijs niet gelegen hebben, want deze verzamelde essays
en kritieken zijn onspectaculair, serieus en rustig.
Van Lier beoefent
bovendien niet de enerverende bezigheid die close reading heet, maar graast in zijn
beste passages gedichten af tot hun onderzoeksterrein blootligt. Als het niet
zo stupide zou klinken, had ik gezegd dat het boek Geachte afwezigen, op zoek gaat naar denktradities. De vraag dus,
wat op abstracter niveau het punt is dat een gedicht wil maken.
Na afvloeiing van mijn
sentimentaliteit betrap ik me erop dat het voor mij mooiste stuk uit het boek
niet over gedichten ging maar over het motorrijden van Jan Hanlo (aan de hand
van diens proza). Ik bleef eveneens haken bij Van Liers oefening bij een foto
van Jannes Linders, vanaf het moment dat hij de afbeelding op zijn kop
beschouwt.
Gaat het boek wel over
poëzie? Er is een tekstje over Rachmaninov en luciditeit, en een productieve
vergelijking tussen een songtekst van Bløf met onder meer een eigen gedicht. Überhaupt schrijft Van
Lier geregeld over eigen teksten. Geachte
afwezigen, loopt uit op een brief aan de overleden vader, wiens monteursvak
en radiohobby vergeleken worden met dichterlijk gepruts aan woorden. Ook de
moeder komt in het betoog voor. En beiden staan in het register, als ‘ma’ en
‘pa(p)’.
Door zo’n
haakjestoevoeging, weet ik inmiddels, kan sentimentaliteit me bewalmen, maar
evenzeer leert de ervaring dat ik allergisch ben voor het particuliere. Prijzenswaardig
aan Geachte afwezigen, lijkt me dat
de vele persoonlijke mededelingen nooit zorgen voor plaatsvervangende schaamte.
Disclaimer is Van Liers
onthechtheid, die van stonde af uit zijn gedichten gesproken heeft. Ze laat het
toe zonder schade nabij te komen, dankzij een springveer van objectivering. Lees
bijvoorbeeld een anekdote over een radiogesprek, verweven in Van Liers dankwoord
voor de Jan Campertprijs. Hij krijgt van de interviewer live de vraag of hij
het gedicht ‘Mostar’ wilde voordragen:
‘Mostar is, mocht
men het alweer vergeten zijn, een stad in Bosnië die tijdens de oorlog op de
Balkan werd verwoest als gevolg van etnische conflicten. Mijn verweer bestond
erin dat ik geen gedicht over Mostar, maar wel een gedicht over mos had
geschreven, of hij dat misschien wilde horen? Hoewel de sfeer van het gesprek
niet vijandig was, trachtte de interviewer met zijn onmogelijke verzoek mij wel
degelijk in verwarring te brengen en in zekere zin ook terecht te wijzen voor
mijn buiten-maatschappelijke en niet-politiek geïnspireerde houding. Ook hier
moest mij kennelijk worden ingepeperd dat de mens en de wereld niet zo
onschuldig zijn als ik in mijn poëzie deed voorkomen. Natuurlijk weet en voel
ook ik dat vaak maar al te best en sijpelt er wel degelijk iets van dit besef
in mijn bundels door. Maar juist door het gegeven dat onschuld zich zo moeilijk
laat ontdekken vanuit het alledaagse bewustzijn dat getrouw het achtuurjournaal
bijhoudt, is mijn behoefte eraan des te groter. Het dichterschap is bij uitstek
de discipline waarin je tegen beter weten in kunt hopen en verlangen.’
Geweldig is de
openingszin, die voor alles correcte informatie wil aanbrengen, opdat het
probleem helder is. En dan begint Van Lier te redeneren, bijna tegen zichzelf
in. Alsof hij moet worden overtuigd van zijn opvattingen en van zijn poëtica, doordat
hem gevoelens en nieuwe werkelijkheid overvallen die mogelijkheden en
interpretaties opnieuw open leggen.
Typische woordjes vind ik
dan: ‘misschien’, ‘onmogelijk’, ‘wel degelijk’ (2x), ‘in zekere zin’, ‘kennelijk’,
‘natuurlijk’, ‘vaak’, ‘juist’, ‘het gegeven’, ‘bij uitstek’… Wegens vertragend of onnodig
genuanceerd of quasi-wetenschappelijk zou een redacteur ze schrappen. Maar dan
versmaadt deze Van Liers inzet, samengebald in een woordje waar de redenatie op
afstevent: ‘tegen beter weten in’. Die aanpak maakt me sentimenteel en ze dunkt
me zeldzaam.
Inzicht biedt een vergelijking
met de poëziestukken van Ilja Leonard Pfeijffer die over laaglandse poëzie het,
zoals dat heet, dominante discours uitvent. Vanaf ‘De mythe van de
verstaanbaarheid’ uit 2000, waarmee hij als jonge dichter naam maakte, gaat
dat in een stijl en aanpak die diametraal op die van Van Lier staan.
Pfeijffer schrijft apodictisch.
Koppelwerkwoorden vormen bij hem de hoofdmoot, exclusief ‘lijken’ en ‘schijnen’.
Deze stelligheden hebben het patroon A= B
(‘onbegrijpelijke poëzie is altijd beter dan makkelijke poëzie’), terwijl Van
Lier essayeert in termen van hoe komt het
dat B wordt opgevat als A. Zo ent hij zich op de logica, terwijl Pfeijffer
zijn mosterd haalt uit de retorica.
Dat Pfeijffer menige
collega op de kast heeft gekregen, is voorspelbaar omdat de aanname, nog altijd, zo ver van
de werkelijkheid ligt dat alleen een geloof kan redden. Van Lier richt zich echter
op vertakkingen richting waarheid. Hij laat zien hoe iets zou kunnen, en Pfeijffer
hoe iets moet. De een wijst de weg, de ander legt het routestelsel bloot.
Onlangs besefte ik pas,
mede na wat
exercities over het genre, dat Pfeijffer lang beantwoord heeft aan mijn voorstelling
van het essay inhoudt. Dat houdt echter onvoldoende rekening met de biotoop
waarin zo’n tekst inmiddels moet leven. Wat Pfeijffer blijft doen valt bij nader
inzien veeleer als column of opiniestuk op te vatten.
Die wijziging betekent
ook dat Van Liers studieuze aanpak in de huidige omstandigheden meer het essay
waardig is. Daarmee herstel ik het opstel, oorspronkelijk wat braaf of schools,
misschien wat in zijn glorie, als hulpvaardig broertje.
Maar tussen Van Lier en Pfeijffer
bestaan meer verschillen – die het fenomeen van sentimentaliteit verder kunnen bijlichten.
Ik wil gewoon een snel advies geven aan iemand die moeite heeft in zijn of haar relatie om contact op te nemen met Dr.Agbazara, omdat hij de enige is die in staat is om gebroken relaties of gebroken huwelijken binnen een tijdslimiet van 48 uur terug te brengen. met zijn spirituele krachten. U kunt contact opnemen met Dr.Agbazara door hem via zijn e-mail te schrijven op ( agbazara @ gmail. com ) OF te bellen / WhatsApp hem op +234 810 410 2662, in elke situatie van het leven waarin u uzelf vindt.
BeantwoordenVerwijderen