Mijn maag keert
om. Kan de AfD, naar valt te vrezen de derde partij van Duitsland, een gemeenschap
gezond krijgen als ze nu al voorspelt Angela Merkel te gaan ‘opjagen’? Hashtag
dinges?
Laten die lui
eventjes wegkijken van de rats,
kuch en bonen (bij geestverwante organisaties blijkt couscous
al reuze controversieel) en de blik richten op België. Daar zette, twintig
jaar na de vorige, de
nieuwe voedingsdriehoek het land op zijn kop. En de oude driehoek
letterlijk trouwens ook, maar dat is kinderspel voor mensen
die voetbalanalyses volgen.
Veel, zo niet alles,
draait eindelijk om groenten. De reacties
waren dan ook aan de gekruide kant. Een of andere bond van vleesverwerkers
lanceerde het schitterende
sofisme: ‘Alsof een boterham met hesp hetzelfde is als een zak snoep’. Die
logica laat een verschiet voor een stronk broccoli, dat net niet geopend wordt.
Toch snap ik als
bijna-vegetariër (vakterm: flexitariër) de onrust wel een beetje. Vlees moet een
voorsprong hebben gekend die nu nogal griezelig wordt gefixeerd in ‘een rijke
Vlaamse eetcultuur’.
Vrij in het begin
van de roman
Pallieter staat een feestmenu beschreven waarvan, na de soep, alleen het
eerste onderdeel vis bevat: tarbot met aardappelen, hesp met laboonen, kalfsgebraad
met aspergiën, kempisch kieken met salaad, een heel speenvarken, honderd meters
worst met witte kool. Even later zijn er jonge duiven met kriekenspijs, looze
vinken met bloemkool, ‘enz. enz.’.
Zwaai dan maar
eens vrolijk met je bos radijsjes.
Feit dunkt me immers
ook dat in dezelfde, toch alweer wat langere tijd dat pleidooien voor minder
vleesconsumptie mainstream werden, fenomenen opgeld deden als de sparerib, de
Argentijnse biefstuk van een halve kilo p.p., de verantwoorde
hamburger,… (en de tattoo, maar die correlatie is puur persoonlijk).
Wil men niet
weten wat men best weet? Ook precies deze afgelopen week begreep Nederland onmatig
te
snoepen van de alcohol. Plus dat het meest compromisvolle fruit denkbaar, de
banaan, op de aftocht blijkt.
Of had het een
andere reden dat, nog altijd in dezelfde week, een
Michelin-chef plots al zijn drie sterren inleverde? Zijn eten en drinken
ten prooi gevallen aan een identiteitscrisis?
In waarschijnlijk
het meest geborneerde gedicht uit de Nederlandse poëzie, over de
verzenbakker Piet Pluimers, tracht deze aan te sluiten bij experimentele
mode met deze strofe:
ik
drijf spelden van wanhoop
in
de huid van je
grutten
wezenloos
woezie
woezie 17 en
klaan
uit klukhaar versuikeren
bleke
bliezen in schedels met spuigaten
vol
blauw gehakt
Dit is, voor de goede orde,
spot. Ook met bijvoorbeeld essayist Paul Rodenko die experimentele poëzie
bewonderenswaardig kon uitleggen.
Nu gaat het me even om dat
slotbeeld van het blauw gehakt. De oer-Hollandse stem in dit gedicht zegt: overdreven,
die poëzie, het vlees heeft nu een kleur uit onze nationale vlag en zit daarom
in spuigaten, het gaat te ver. Van gehakt moet dichters afblijven, als ze het
niet willen bakken (op woensdag?).
Ook dat versuikeren lijkt op
een verdacht alchemistisch proces, dat iets raakt waarvan het af moet blijven
opdat grutten niet
echt wezenloos worden.
Ten minste heb ik
de indruk dat ongezondheid diep in onze cultuur door is gedrongen. Wanneer de
roman De
literaire kring van Marjolijn Februari
begint met de zin ‘De suikerpot viel van tafel’, dan verwacht ik althans een
tragedie. Buiten die mogelijk te persoonlijke overtuiging, weet ik (uit films)
dat geliefdes sugar of sweetie of honey genoemd kunnen worden. En in België, schijnbaar galanter: zoetje.
Ik zou het beter anders formuleren: is groente sexy? Er
schijnen verkiezingen te zijn voor best beroemde vegetariërs
die dat moeten beamen. Dan nog blijft het de vraag of dit is doorgesijpeld in
het bewustzijn.
Oer-Hollands vind ik bijvoorbeeld de volgende pastiche op Gorter,
waarmee Ingmar Heytze niet
eens de enige was:
Hoor eens ik haat je,
ik schreef dat je lief
was en licht –
en nog wat onzin over je
gezicht
maar nu haat ik je, god
wat haat ik je.
Die neus, dat hoofd, die
paardenbek,
die ogen en die gierennek
dat kraagje en dat
bloemkooloor
met al je slierten er
voor.
Hoor eens ik wou graag
zijn
jou, maar het kon niet
zijn,
het licht is uit, ik zie
je alsnog
zoals je werkelijk bent.
O ja, ik haat je,
ik haat je zo vreselijk,
ik wou het helemaal niet
zeggen –
maar ik moest het even
kwijt.
Het bontst maakt Heytze
het natuurlijk in het woord ‘bloemkooloor’. Een belediging voor deze
sympathieke groente, die hooguit deernis en solidariteit wil uitdrukken
met in de strijd gehavende boksers en judoka’s.
Maar het in het
gedicht gehanteerde procedé van debunking,
het alsnog zien ‘zoals je werkelijk bent’, heeft voor concreet gedrag slechts
defaitisme in petto. Toevallig las ik afgelopen week eveneens een
Nederlands artikel over peperdure en futiele afvalscheiding. Gelukkig was
de boodschap van geraadpleegde deskundigen monter.
Mochten ze hun
opwachting kunnen maken in België! De resultaten van
De Week Tegen Het Sluikstorten hebben weinig optimistisch gestemd.
Daarom vond ik het des te interessanter dat de lancering van
de voedingsdriehoek gepaard ging met een algemeen advies: beweeg! Dat legt het accent immers op de context
of, zoals sommigen zeggen, het brede
plaatje.
Zo’n advies zou
mogen worden ‘geflankeerd’ (beleidsterm) door boetes voor wel erg diep
ingesleten nodeloze gewoontes. Voor pakweg autogebruik naar een bakker die
binnen een straal van 1 km zit. Of voor het vragen naar een plastic zakje.
Met dat laatste ben
ik terug bij het afval. Terwijl ik eigenlijk wilde afsluiten met iets over de
politieke actualiteit en toekomst in Duitsland. Maar ik kan het toch niet
zeggen.