De berichten blijven komen, ditmaal even uit Nederland.
Het jaar 2017 had zich amper op gang getrokken toen een vijftienjarige scholier
na pesterijen met fictieve accounts vond dat het voor hem genoeg was. Bij mijn
weten niet gecontextualiseerd, en zo totaal hulpeloos, was het nieuws over een leraar
wiskunde die van een gymnasiumdak gesprongen was.
Het zal vroeger, toen Old McDonald alleen nog een farm
had, allicht ook zijn voorgevallen. Maar op deze schaal?
Onze hartenbrekertjes zitten op een school die deelneemt aan
een KiVa-project tegen pesten. Het bleek een sympathiek
idee te herbergen uit Finland waar het sinds 2009 in werking is. De basis, zo
werd een tijd geleden op een voorlichtingsavond uitgelegd, is solidariteit.
Niet de gepeste hoeft zich slachtoffer te voelen, maar de hele groep wier
eenheid wordt verstoord.
Wow.
Nu de geschiedenis leert dat Amerika terug aan
de Amerikanen wordt gegeven, lijkt het me een aardig moment om dit idee van
een paar kanten tegelijk te bekijken. In zijn inaugurele rede pleitte
Trump namelijk voor (de pursue van) ‘solidariteit’.
Andermaal begreep ik zijn betekenis niet, gelet op de context. Ondanks dat hij
had verordonneerd, ter plekke, dat de tijd
voor ‘empty talk’ voorbij was.
Misschien heb ik het allemaal niet goed begrepen, omdat de gourmande
me simultaan met geknuffel, woede en vleierij aan het
bewerken was om door te zappen naar Ghost
Rockers. Ze vroeg zich trouwens af of die meneer een Marokkaan was met
geverfd haar.
Volgens het KivA-project uit solidariteit zich in daadwerkelijke
actie. Dat is nog geen sinecure. Namelijk: niet meelopen. Wel: gezamenlijk in
opstand komen tegen onrecht, zelfs als dat wordt gepleegd door een schijnbaar
sterkere (die volgens KiVa ook zorg verdient, veeleer een probleemgevalletje
zijnde).
Dat meelopen... In haar roman Malva last Hagar Peeters een gesprek in waarin Socrates met de geëngageerde
dichter Pablo Neruda van gedachten wisselt naar aanleiding van zijn
gehandicapte dochter. Hij stopt het meisje namelijk weg, geheel tegen de
principes van zijn poëzie, waar solidariteit het begin van alles is.
De dichter geeft eerst een jij-bak: Socrates heeft door zijn
vrijwillige dood per gifbeker zijn eigen kinderen evengoed in de steek gelaten.
Maar volgens de filosoof zouden zij pas hebben geleden onder hun vader, wanneer
deze zich een lapzwans had betoond.
Vervolgens erkent Neruda dat, conform zijn poëzie, zijn
dochter evenveel recht had op een rechtvaardige behandeling als niet-zieke
mensen, maar vermeldt graag dat zijn gedichten slechts intenties laten zien, en
dus geen uitkomst garanderen.
Hij redeneert zelfs dat hij door zijn werk vele onbekenden geholpen heeft en dus niet zijn eigenbelang heeft gediend door zich
uitsluitend om zijn eigen dochter te bekommeren. Zijn hogere doel was
spreekbuis te zijn van de verdrukten, wat hem belangrijker voorkomt dan
onberispelijkheid tegenover eigen maatstaven.
De moeilijkheid is, en Socrates zegt dat ook, dat berispelijke
anderen natuurlijk wel de maat worden genomen. Malva vermeldt verderop, onvermijdelijk,
de zogezegd politiek correcte oerpedagoog Rousseau ‘die geen vinger naar zijn
eigen kroost uitstak’.
Hagar Peeters laat ook haar eigen vader een rol spelen.
Deze Herman Vuijsje voldoet aan het jarenzeventigcliché van de West-Europese revolutionair
te Latijns-Amerika (ten gunste van het ‘socialistisch experiment door een
democratisch verkozen socialistische president’ Allende boven Pinochet), met
grote woorden en kleine daden.
Liep hij dus mee? Pijnlijk is het besef dat Vuijsje een
decennium later als een van de eerste critici van de multiculturele samenleving
in die politieke overstap nogmaals de tijdgeest volgt.
Tenminste denk ik dat niet-meelopen iets anders kan betekenen
dan tegen de keer ingaan. Maar het laatste woord over deze sport is niet
gezegd. Ik ben zeer benieuwd of het KiVa-project slaagt. Zo ja, dan zouden
ouders mogen leren van hun kinderen.
Ja lieve vogels en bloemen, de maatschappij zou nogal ten
goede veranderen als solidariteit regeert. Ze is veel uitgebreider dan wat in
België de N-VA bepleit over individuele verantwoordelijkheid. Persoonlijke
veerkracht ligt op het vlak van morele durf. Men bestrijdt veeleer de
goedpraterij dat je van pesterij sterk wordt.
Na de voorlichting maakte ik een lijstje met openstaande
kwesties:
- * de zowel zichtbare
als onderhuidse macht van leraren over leerlingen, en van leerlingen over leraren
- * de glijdende schaal
van pesten naar plagen
- * taal, sociale codes
Omdat een groeiend deel van pesterijen virtueel blijkt, draafde
ook uiteraard mijn stokpaardje op: waarom moeten kinderen een smartphone en
e-mail hebben?
Het blijkt nog erger dan ik vreesde. Recent, tijdens een
KiVa-les bij het taalkundig
genie (9), bleek de helft van haar klas al op Facebook te
zitten, of op Snapchat of Skype of Instagram. Diverse kinderen hadden een
smartphone.
Wat beweegt hun ouders in hemelsnaam? Zo te horen
bevestigen ze mijn meest geduchte vooroordeel: laagopgeleid en/of
‘allochtoon’. Dus stemt het extra onmonter dat de voorlichtingsavond hoofdzakelijk
bezocht werd door de blanke middenklasseniche der ouders.
Verder nog een abstracter iets, voorbij het pesten in stricto sensu. Waarom doet iemand
wat?
Bij Abou
Jahjah is het nog duidelijk, tragischerwijs bijna trumpiaans: ‘de elite’
doet er alles aan haar macht te consolideren, bijv door de verspreiding van
kennis te beperken. Ook hij noemt wat hem niet ligt ‘mainstream’ (en wat wel,
blijkt te beantwoorden aan een ‘intuïtieve relevantie’).
Dat
allemaal lijkt me toch nogal deterministisch.
Binnenkort meer, vanuit Finland. Niet per se een
koudegolf of lagedruktoestand, maar een anti-neoliberaal front? Snel gerekend:
2009-2017 – na acht jaar kan er een eerste lichting verlichte kiezers aankomen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten