maandag 9 januari 2017

Melktanden onder een kussen



Gepiekerd over een motiverende openingsposting in het nieuwe jaar, over het vak en zo. Misschien is dat idee verkrampt, omdat met het groeien der jaren de afstand toeneemt tot de talenten die het maken. Literaire tijdschriften vragen alleen nog om abonneegeld.
Verleidelijk me te verliezen in gedachtes over dat het ‘in mijn tijd’ op een of andere manier beter was, ambachtelijk, ethisch, enz. Het is een gratuite vergelijking omdat me zowel toen als nu het overzicht ontbreekt. Nu hooguit nog meer.
Graag wil ik blijven kunnen streven en vertrouwen. Ik spiegel me aan het taalkundig genie dat haar geloof in Sinterklaas dan wel heeft opgegeven, maar de tandenfee nog onverminderd in haar systeem bewaart (ten koste van dezelfde portemonnee).
Ik zag het eerste deel van de televisiereeks De prijsvechter, die de wassende ongelijkheid door de globalisering toont aan de hand van koopgedrag. Aanleiding zijn ‘als paddenstoelen opschietende’ winkels met nepsnuisterijen voor maximaal 3 euro, gemaakt ‘in het verre Oosten’. Behalve leerzaam was de uitzending wat mij betreft sympathiek omdat de presentatoren hun geïnterviewden intact lieten in hun soms discutabele gedrag en opvattingen.
Door mijn nostalgische stemming vroeg ik me af of er ook poëzie bestaat die snuisterend valt te noemen. Grasduinend door aantekeningen stuitte ik op Finse meisjes, het veelbesproken debuut van Kira Wuck. Nadat ik het eindelijk gelezen had, bleek het meest aan de bundel bijgebleven te zijn de biografische informatie: ‘is half Fins, half Indonesisch en groeide op in Amsterdam’. Dit oogt tenminste als exotisme.
Toen ik dat schreef wilde ik niet arrogant klinken, en nu nog niet.
Kira Wuck gaf mij de indruk wel wat te kunnen. Het werkwoord ‘plakken’ kwam meer dan eens voor. Maar was deze poëzie conform de biografische informatie oninwisselbaar?
Dit gedicht:

Je kan heel vrolijk kijken zonder te glimlachen
zei de ambtenaar terwijl hij mijn pasfoto keurde
het stelde me gerust

Wat is het ergste wat je gedaan hebt, vroeg hij
Een konijn vergeten uit de zon te halen
ik wist niet meer of het expres gebeurde
wel dat de kamer naar verkoolde worst ging ruiken

Ik legde mijn melktanden onder een kussen
maar kreeg er nooit een knaagdier voor terug

Na De prijsvechter denk ik dat het knaagdier niet van vlees en bloed geweest zou zijn. Discountwinkels bieden er ontelbare kunstvarianten van. De gourmande slaapt er momenteel met twee, maar houdt er, weet ik uit nachtelijke verschoonsessies, zevenentwintig in reserve. Deze ‘knuffels’ kosten amper iets.
Terzijde. Is er iets in dit gedicht dat ik niet elders heb gelezen? Toch zou ik nieuwsgierig zijn naar de ontwikkeling van Wuck, want dit werk oogt minder universeel dan Hollands: navel als centrum, familie- en liefdesverhoudingen en barsten daarin, de schrijven-is-schrappen-techniek, zachte ironie.
Hollands is tevens dit commentaar, zeker wat betreft die nieuwsgierigheid. Er is inmiddels meer van Wuck gebundeld, proza, en daar heb ik geen blik op geworpen.
Wanneer het gaat om de aanstichters van de globalisering, dan wijzen vingers snel naar Thatcher en Reagan. De prijsvechter noemde dat duo ook, maar liet historische beelden zien van hun voorganger Jimmy Carter die in 1979 een akkoord sloot met Deng Xiaoping, als gevolg waarvan we al die troep zouden inslaan.
En dan ben ik al vertrokken naar iets anders, van de gerenommeerde vertaler Hans van Pinxteren, tevens dichter, in Spiegeling voorbij de weg. Een kleine twintig jaar geleden las ik die bundel, zijn zevende, en bleef mijn oog hier haken:

Het kind springt, springt
naar de vogel op. De vogel
rukt aan de lijn in de hand
van een oude man.

De gebogen man
houdt van hem, streelt hem,
houdt hem buiten bereik
omhoog in de wind.

Haalt hem aan, koestert hem:
zijn arend is een goede vlieger,
ja zo is zijn arend zijde,
de vleugels zijdezacht.

Maar het kind springt hoger:
langzaam loopt de grijze weg
over het plein. In de wind
rukt de vogel aan het fijne touw.

Ach, het is avond. Aan de hemel
spuwen draken uit vuren monden,
de staarten ladders tegen
lichtend groen. Wijder nog spreidt

de arend de vleugels. En rukkend,
reikend, zich ontvouwend
klimt hij, huiverend in de wind,
uit de hand van de meester op

Destijds heb ik geprobeerd dit gedicht te analyseren. Eerst voor een literair tijdschrift, later in bewerkte versie voor een essaybundel. Nu mag ik me de gelukkige eigenaar noemen van een bibliofiele uitgave: Vogels, Vlinders en andere Vliegers. De maker verklaart amper nog te vertalen, en nog altijd gedichten te schrijven.
Melancholisch word ik van die mededeling, en vreemd gelukkig.
In dit boekje staat het vliegergedicht eveneens, met twee veranderingen. Er is bezuinigd op de interpunctie. Met name punten hebben het veld geruimd, af en toe een komma in de plaats. Dit veroorzaakt minder hoofdletters. Maar de grootste wijziging betreft een toevoeging. Het gedicht heeft namelijk een titel gekregen: Op Het Tiananmenplein
Wat lees ik nu? Het Plein van de Hemelse vrede? Onmogelijk om dan niet te denken aan de studentenprotesten van 1989, aan de hoeveelheid slachtoffers die het regime toen aanrichtte en aan de man met de witte plastic zak die een rij tanks staande hield.
Laat Van Pinxteren door die intertekst van de wereld het verhaal niet dramatisch aflopen? Groei en verandering, ze lijken onbeheersbaar. De vlieger met arend is nog van zijde, dus zal een duit meer hebben gekost dan de Action biedt in plastic varianten met neonstrips.
In een symbolische lezing kan de vlieger een ideaal vertegenwoordigen, onder het in China regerende communisme dat van gelijkheid. De oude man annex meester wordt dan het regime en het kind de burger.
Het idee van De prijsvechter luidt dat we met onze impulsen tegenover spotgoedkope tinnef onze eigen wereld aan het vernietigen zijn. Maar het kind doet niets ander dan vergeefs springen, alsof hij degene is die aan het touwtje zit. Het kan toch niet zo zijn dat idealen zo vanzelfsprekend verdwijnen, als de spreekwoordelijke dief in de nacht?
Ik voel me geloof ik te jong om me daar in 2017 bij neer te leggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten