Laatste correcties, schrapsels en aanvullingen doorgevoerd in het essay over Het Onvoltooide voor Poetry International. Ik kwam nog gruis tegen, dus een zindering doortrekt de tekst dat hij zelfs eindredactioneel niet perfect is. Rijmt dat met het idee? Wat is me bekend? Nog achterhaalbaar is dat het begon met 21.447 en eindigde met 26.614 woorden. Eigenlijk vatte het festival zelf dit proces fenomenaal samen in één woord, toen uit het Duits Friederike Mayröckers bouwprincipe van de montage in Engelse vertaling op het scherm verscheen: mondays.
Nogmaals warme dank aan degenen die hebben geholpen met comments en mails.
Terzijde heeft de ontvangst van de proef me verbaasd. Ik pleng geen hemelschokkendheden voor de duidingsindustrie maar de kennisname van het coöperatieve essay stond in een scheve verhouding tot het verzoek eraan mee te werken. Die uitnodiging was binnen drie dagen vaker bezocht dan de bijna tweehonderd andere postings op dit blog. De verhouding tekst-metatekst lag ongeveer 1 op 3.
Voor een boek over recente poëzie heb ik eens de berekeningen losgelaten op De Contrabas. Conform de pageviews van toenmalige rubrieken verhield de belangstelling voor gedichten ten opzichte van dichtersinterviews en literair nieuws zich als 1: 2: 20. Die getallen zijn extremer dan bij mij, maar hun interpretatie lijkt verwant.
De interesse lag vooral in comments die het essay ter discussie stelden. Daarbij was het ook nog zo dat de verwijzingslinks naar de uitnodiging, met alle respect voor een signalement op Ooteoote, van socialenetwerksites kwamen, waar niet-vrienden van mijn onbekende weldoeners geen toegang toe hebben. Wel heb ik eindelijk ontdekt wie de bron is van al die duimen bij het Facebook-liken.
Moet ik begrijpen dat een bezoek aan dit weblog een vorm is van ramptoerisme? Dat dunkt me invoelbaar. Maar echt zeker is niets, blijkt ten overvloede uit de vraag van het taalkundig genie of bomen kunnen hoesten. In een soortgelijk kader heeft de gourmande een favoriete uitlating, wellicht haar talismanisering van spreuken uit de human-resourcebranche, die de omgeving naar haar doet plooien: ‘Mamadoetta’.
Al zal er sprake zijn van assimilatie, het blijft voor de aangesprokenen ongewis of er een beschrijving of een gebod werkzaam is:
Mama doet dat
Mama, doe dat
Op deze contextafhankelijke basis gaat het nieuwe jaar van start. Hoewel het op een bepaalde manier altijd maandag zal blijven, heb ik een punt gezet achter mijn koffieboek. Er verschenen nog fijne berichten, over koffie als zoete wraak, als beleggingobject, als filterinhoud, als alternatief voor babyvoeding, als aanjager van hygiëne en als politiek uithangbord. Dat laatste is het meest evident, omdat koffie diverse maatschappelijke verhalen en consequenties uitserveert.
Daar heb ik naar mijn idee dus vooralsnog genoeg over opgetekend. Het heeft er vervolgens alle schijn van dat, waarschijnlijk al met carnaval, mijn koffieboek verschijnt.
In de huidige constellatie is dat een ijdele daad. Uitgevers saneren, boekhandels raken verdeeld over niches waarna ze scherpere keuzes uit het geheel maken, media blijven zoeken naar formats, terwijl het internet nog te weinig souplesse vertoont bij het opvangen van steken die de papieren kritiek heeft laten vallen. (Het wegdeemsteren van literaire kritiek hangt vermoedelijk samen met een historische atomisering, waarin ‘passie’ en ‘goede naam’ de autoriteit hebben vervangen die in de persoon van allerhande poortwachters gemeenschappen representeerde. In het vacuüm van de idee dat die lui louter eigenbelang nastreefden en dat ‘kwaliteit’ niet bestaat, vestigde zich de neoliberale site LinkedIn, met als meest opmerkelijke optie ‘deskundigheidsverzoeken’.) Bij dit proces als geheel is er het nodige gesneuveld, blijft niets per definitie gespaard en halen lezers, niet eens onterecht, hun schouders op.
Daarom begint hier meteen een publiciteitscampagne, in drie delen. Nu volgt deel één.
Gangbaar bij de lancering van boeken is de pre-emptive strike van de aanbeveling. Ik heb daartoe een aantal citaten verzameld, waaruit er drie over mogen blijven op de achterflap van Koffie. Een doeboek door Marc Kregting:
‘Hij is intelligent, maar geschoold door het leven.’
(Rik Torfs, De Standaard)
‘Hij heeft de behoefte om de Ander cafeïnevrij te maken.’
(Slavoj Zizek, Geweld)
‘Hij verzekert je van de wieg tot het graf.’
(Vadertje Staat, I Love Lucy)
‘Na een herbeluistering hebben we inderdaad vastgesteld dat de uitwerking niet goed zat.’
(Ingrid Lieten in het Vlaams parlement)
‘De sfeer van 1900, van kattenkwaad. Gezelligheid.’
(Website under construction voor de filmversie van Koffie)
‘De letter is gemaakt onder eerlijke arbeidsomstandigheden voor een faire prijs en belast het milieu niet.’
(De Groene Sint, Tony’s Chocolonely)
‘Hij dicht pas werkelijk de kloof met de burger.’
(Politicus die liever anoniem wil blijven)
‘He was the artist of my life.’
(Patti Smith, Just kids)
‘Je moet durven evolueren.’
(Peter Vandermeersch, De Standaard)
‘When you’ve been making the coffee forever, it’s nice to imagine leading the free world.’
(Naomi Wolf, Project Syndicate)
‘Evenwichtig en rond.’
(Douwe Egberts, Blend 1753)
‘No other Dutch poet can write a caffeine enjambment the way he does.’
(Ron Silliman, Universe)
‘Een stem die je verwelkomt als een beker warme chocola op een winterse namiddag.’
(Auke Kok, Geschiedenis van een piraat)
‘In het donker kun je er beter van genieten.’
(trad.)
‘Anders gaan leven staat niet meer voor beter gaan leven, maar voor minder gaan leven.’
(Yves Desmet, De visie van een Wetstraatrat)
‘Koffie is voor door status gedreven, geestelijk idiote leeghoofden.’
(Tom Hodgkinson, Lof der luiheid)
‘We moeten die betrokkenheid koesteren en honoreren.’
(Oxfam Novib, interne notitie)
‘Jij hebt ons geleerd om nooit onze droom op te geven; dat die ooit op een dag zal uitkomen.’
(Michael Gates Gill, Hoe Starbucks mijn redding werd)
maandag 31 december 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten