woensdag 3 juni 2020

Het geringste teken





Ewald Engelen vindt ‘huidhonger’ het mooiste woord dat de semi-lockdown heeft voortgebracht, tot nog toe. Hier snap ik helemaal niets van. Niet eens zozeer uit luxe, omdat ik zelf wat dat betreft geen klagen heb, omringd annex ‘geprivilegieerd’ als ik ben door een Drievuldigheid van knuffelexperts.
Nee, het is omdat ik in het woord werkelijk niets ontdek dat klopt. Het klinkt zo poëtisch.
Maar allereerst wordt het bedorven door een alliteratie. Hier straalt zij iets even kitscherigs uit als dat ‘hersenhozen’ – naar verluidt bij anti-verengelingsactivisten een alternatief voor brainstormen – vreugdeloos is.
Vervolgens dunkt me het tweede deel van het woord misplaatst, omdat er in de grote boze wereld nog een andere werkelijkheid bestaat: honger die levensbedreigend is.
Maar ja, ik heb de semi-lockdown dan ook benut om eindelijk De menselijke soort van Antelme te lezen. Vijf dagen nadat hij van de nazi’s één sneetje brood bij een waterige soep heeft gekregen: ‘De honger is waakzaam als een vlam die dag en nacht in het lichaam blijft branden. Ze beluistert de stilte, loert op het geringste teken.’
Daarna verklaarde Eva Meijer dat huidhonger vooral ‘hogeropgeleiden met tijd over lijkt te treffen’. Ik heb geen flauw idee of dat zo is, maar weet wel dat haar vermoeden precies hét object benoemt van menige, niet geheel onterechte Engelen-kritiek.
Elk zijn noden en plezier, dus wat zou een waardiger synoniem zijn van ‘huidhonger’? In Vlaanderen repte een taalspecialist al van ‘crashen’ in iemands armen. Dat klinkt dodelijk, niet het minst voor de taal.
Het laatste woord dan maar terug aan Ewald Engelen: ‘Ik verwelk in een samenleving die eruitziet als een melaatsenkamp waarin ieder lid een digitale ratel bij zich hoort te dragen’. Daar heeft hij volgens mij een punt. Het blijft jammer van wat hij als het tegendeel opvoerde. Inclusief aanhalingstekens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten