In het geboorteland
blijkt Sigrid Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
grote
indruk te hebben gemaakt. Ik lees op het web althans het nodige terug over
haar Abel
Herzberglezing. Natuurlijk ligt er ergens in mij een mening te popelen over
wat de naar verluidt aanstaande leider van D66 zoal te berde heeft gebracht,
maar ik moet ook nog eten geven aan de schoenmaker die bij zijn leest wil blijven.
Dus laat ik me beperken
tot het vermoeden dat Sigrid Kaag minstens één woord heeft uitgesproken waarvan
ze ofwel de betekenis niet kent ofwel niet overziet.
Dit is mij ook al eens
gebeurd, gedurende mijn hele leven tot nog toe om precies te zijn.
Pas onlangs werd mij dankzij mijn dochters bijvoorbeeld duidelijk dat ‘pistache’
eveneens de noemer is voor het natuurverschijnsel onafhankelijk van elkaar op
hetzelfde moment hetzelfde te zeggen. Ook haastte ik me als puber eens naar
huis om in het woordenboek te zien wat een vriend en vriendin met elkaar uitspookten.
Uit een vertrouwelijk gesprek in een café bleek namelijk dat hun verkering in
eerste instantie ‘platonisch’ was.
Maar goed, dit zijn vaktermen
van anderen.
Uit mijn eigen mond is er
geregeld iets gekomen waarvan de strekking me duister was. Zeer jong al, bijvoorbeeld
bij verstoppertje spelen, wanneer ik triomfaal ‘buutvrij’ riep. Of toen ik, in ongeveer
dezelfde leeftijdscategorie, rond Sinterklaastijd manisch probeerde te rijmen,
liefst in gezelschap, en uitkwam bij ‘flikkerdepik’. Mijn veel oudere broer
moest daar erg om lachen, dus hield ik het woord in mijn repertoire, als een
mantra.
Het beschamendste vind ik
tot op heden een woord dat ik gebruikte bij mijn debuut als freelance cultuurverslaggever.
Als excuus wil ik nog altijd opvoeren dat het in een recensie was van een avondvoorstelling,
dat ik er lang over had gedaan om de wachtwoordprocedure te slechten en dat
vanuit een glazen hok de eindredacteur begon te brommen. Maar het is even waar
dat ik indruk wilde maken als taalvirtuoos annex autoriteit, als pas
afgestudeerd neerlandicus. En zo staat
het me nog helder bij dat ik zelfs geen synoniem wilde overwegen voor, tja, ‘op
instignatie van’.
Nu ja, ik heb dus compassie
met één detail uit minister Kaags recente lezing. En stiekem hoop ik dat ik er naast
zit. Laat ik zekerheidshalve het woord in de context citeren:
Wie de gewelddadige geschiedenis van ons Europese
continent doodzwijgt en daardoor niet meer weet tot welk menselijk lijden
nationalistisch geweld leidt, wie niet meer weet wat voor zinloze armoede en
verlies wordt veroorzaakt door economische en monetaire concurrentie tussen
landen, hoeveel kansen voor ontwikkeling en welvaart er verloren gaan door
achterhaald protectionisme en handelsbarrières, die kan de enormiteit van het
slagen van de Europese eenwording niet meer op waarde schatten. En wat niet
meer op waarde wordt geschat, kan verloren gaan.
Mochten er mensen zijn die
deze redenatie goed kunnen volgen, dan kunnen ze nu wegklikken.
Is daar nog iemand?
Tussen ons gezegd en gezwegen kan er door mij ook weer niet voor 100% worden
gegarandeerd dat hier iets niet klopt. Ik heb namelijk drie edities van Van Dale nageslagen op het woord. En er
bestaat de betekenis ‘overmatige grootte’, die Kaag hier kan hebben bedoeld, in
positieve zin wel te verstaan. Als een megasucces dus, en niet als iets wat daaronder
bezwijkt.
Dat laat een andere,
volgens mij toch wat dominanter betekenis onverlet, in welke variant ook: ‘grote
stommiteit’,
‘grote domheid’, ‘verregaande onkunde’.
Voor wat het waard is, lees vanuit die
wetenschap de andere passage uit de Herzberglezing waarin de minister het heeft
over de enormiteit – en raak ontroerd
van haar relativeringsvermogen:
‘Ik ben geboren in 1961 in Rijswijk. Ik ben Nederlandse.
Ik ben Europeaan. Een voorrecht dat ik nergens aan te danken heb. Talent,
ambitie, hard werken, het heeft er allemaal niets mee te maken. De enormiteit
van het voorrecht is er niet minder om.’
Naschrift
In Zora Neal Hurstons boek Hoe het voelt om van kleur te zijn wordt ‘the feeling of hugeness of the ocean that seperates the peoples of the diaspora’ vertaald als ‘het gevoel van de enormiteit van de oceaan die de mensen van de diaspora scheidt’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten