zaterdag 23 december 2017

Tjongejonge




Tomtom YouTube vertelt me op basis van mijn zoekopdrachten dat sommige liedjes en reportages zijn ‘aanbevolen voor jou’. Vaak voel ik me betrapt of ben ik te koppig om op goedkope verleidingen in te gaan, maar gisteren klikte mijn muis op een kakelvers liedje en nu ben ik daar gelukkig over.
Het kan zijn dat de titel ‘Smijt een bom’ me aanstaat, of dat de bandnaam Wilderman nieuwsgierig maakt (geen wildeman, geen Wilders’ man). De muziek is alvast fijn, omdat ze eigen is terwijl ze een beroep doet op mijn ijdelheid kennis van zaken te hebben. Want natuurlijk hoor ik van alles in het liedje en daarmee valt te etaleren: Slickaphonics, Raggende Manne, Morphine…
Uiteindelijk is het de tekst waarvoor ik val. ‘Smijt een bom’ blijkt een terugkerende formule die een antwoord biedt op uiteenlopende maatschappelijke kwalen: protest, grondstoffenmisbruik, kritiek, hongersnood, vluchtelingenkampen, oproer, non-conformisme, wanbestuur…
Deze rigoureuze oplossing oogde in 2017 zowel trumpiaans als Noord-Koreaans. Hier komt ze van de zogeheten bovenliggende partij die, uitgedrukt in persoonlijk voornaamwoorden, ‘wij’ kan heten. Maar dan komt er een wending in het liedje, verlucht door een oudestijljazzbloempje van een hihat. En dan verandert de machtige groep in een ‘zij’.

Spreken ze recht, praten ze krom?
Gooien ze zelf ook een bom?

Ook is het leuk om in de zanger een schrijver te herkennen, die onbeschaamd danst terwijl hij zijn mouwen opstroopt én die altijd al durfde (bijvoorbeeld om de geschiedenis niet voorbij te verklaren omdat ‘de dingen nu eenmaal zijn zoals ze zijn’).
Wat een verschil met een liedje uit 1973, o gij jeugd, dat ik hooguit onbeschaamd kan noemen door de inspiratieloosheid van het refrein:

Uche uche uche uche uche, het stikt hier van de muggen
Ieche ieche ieche ieche ieche, het stikt hier van de vliegen
IJe ije ije ije ije, het stikt hier van de bijen
Maar het geeft niet want ik ben bij jou
Ook al sta ik hier dan in de kou

Dit liedje, van Vader Abraham uiteraard, duurt meer dan vier minuten. Het refrein wordt zes keer herhaald, terwijl er maar twee coupletten zijn. Het rare is dat een fragment daaruit suggereert dat de ik een vrouw is:

In m'n haren, in m'n kleren en ze blijven maar proberen
En ze zitten ook al in m’n lingerie

Dan zou de zanger de aanbedene zijn, voor wie deze vrouw plagen van Bijbelse allure doorstaat. Of zegt Abraham hier – conform het clichébeeld van bekentenissen uit de jaren zeventig – dat hij travestitische aandriften kent? Smeekte hij toen al om een vakterm als ‘genderneutraal’?
Liedjes als deze duikel ik op tijd en stond op voor mijn kindergebroed, omdat het mij als immigrant in België belangrijk lijkt een doorgeefluik te zijn van cultuur waarmee ik me eerlijk gezegd niet direct verwant voel maar die onloochenbaar deel van mij uitmaakt.
Daarom wil ik nog een derde songtekst noemen. In 2017 overleed zanger-gitarist-producer Hans Vermeulen die, naast een ruim en knap Engelstalig repertoire vanaf de Sandy Coast, begin jaren tachtig een elpee met Nederlandstalig werk bleek te hebben gemaakt.
Daarop ontdekte ik dankzij YouTube-doorklikkerij het wonderlijke – en ritmisch-melodisch geavanceerde – liedje ‘Rustig aan’. Het zou autobiografisch zijn, omdat Vermeulen toen iets ondervond wat tegenwoordig burn-out heet.
In het liedje spreekt hij zichzelf toe. Terwijl hij zijn oude ik tot bedaren probeert te brengen, wuift hij die kalmte meteen naar luisteraars. Een grootse onbeholpenheid maakt zich van iedereen meester.
Prachtig is het advies ‘Ga een uurtje leggen’, dat in dezelfde tijd door Jacobse en Van Es aan de toenmalige koningin gegeven werd. Maar definitief werd ik gegrepen door de brug in het liedje:

Tjongejonge, moet dat nou zo snel
Lukt het vandaag niet, gaat het morgen wel
Elke dag een heel klein beetje verder uit je bol
Want anders is het mooi niet vol te houden
Lang zal die leven, toch veel te mooi om op te geven
Je hebt tenslotte nog een heel eind voor de boeg
Heb je niet te eten of word je achterna gezeten
Doe maar gewoon, dat is al even gek genoeg

Weergaloze brouhaha. Probeer de tip in de derde regel maar eens na te volgen. Hogere mindfulness.
Het woordje ‘nou’ vind ik in bepaalde verbanden al oer-Hollands, maar ‘tjongejonge’ gaat boven alles. Het relativeert elke resterende tegenwerping voorgoed. Dat woord raakt amper voorbij de keel en blijft diep in de mond.
Gewoon, Gek Genoeg & Zn in een popsong. Da’s ook een bom smijten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten