Is het volbracht? Het uitbrengen van een stem is niet
alleen een fijn privilege, zoals Philip
Huff uitlegde. Wie dat, zoals ik, vanuit het buitenland mag doen, voelt de
verantwoordelijkheid exponentieel aanzwellen. Stemmen kost meer moeite, dus moet
die investering lonen.
Dat
betekent ook dat ik me gedegen wil informeren. Wat in het vaderland logisch en
helder is, en misschien op straat wordt besproken, moet de expat zien op te
vissen van het web. Sowieso lijkt het me hopeloos te zaniken over politici die
niet geïnteresseerd zijn in het volk wanneer je je zelf niet van politici op de
hoogte stelt.
Wat
dat aangaat was het een choquerend
bericht dat er drie keer zoveel kijkers waren voor Boer zoekt vrouw als voor een gelijktijdig uitgezonden lijsttrekkersdebat.
En ontluisterend dat daar
vrolijk over werd gedaan.
(Dat
laat onverlet dat ik zelf evenmin zo’n debat wil zien, om niet afgeleid te
kunnen worden door personen. Als zelfverklaarde kritische burger volstaan voor mij de ideeën.
Ook
wordt de topos van ‘achterkamertjespolitiek’ in
België al enige weken kracht bijgezet door de – buitengewoon boeiende – documentairereeks
Wissel van de macht, waarin Marc
Vande Looverbosch terugkijkt op conflicten bij allerlei partijen. Om nog te
zwijgen over het daarbij ontplooide machismo van voze witte mannen.)
Dus daar zat ik met een dikke envelop vol electorale
bescheiden. Was de kieslijst vroeger een mooi uitvouwbaar gevalletje, inmiddels
gaat het om een soort leesmap. Nog een geluk dat de 28e en laatste
partij bij de verkiezingen slechts één kandidaat inzet.
En met het effect dat gebruiksaanwijzingen als te doen
gebruikelijk op mij weten te sorteren, bleef ik na afwikkeling van de briefstemprocedure
over met één element: de stemenvelop. Mij restte niets anders dan het oranje
geval waarin deze met een identiteitsherkenningvelletje had gemoeten open te
scheuren.
De beambte die in Den Haag mijn post ontvangt, zal
allicht denken dat hier wel een heel kras en brutaal geval van fraude werkzaam
is geweest. De oranje moederenvelop ging slechts terug dicht met stukken plakband
(volgens het online Vlaams Woordenboek
wordt de uitdrukking ‘met spuug en
paktouw aan elkaar hangen’ vooral overdrachtelijk gebruikt).
Maar, bureaumevrouw of -meneer, ik ben echt degene voor
wie ik me per post uitgeef. En als u me, wat ik zou begrijpen, onverhoopt toch niet
gelooft, dan geef ik u het woord waarmee de gourmande het in het spel Galgje schier onverslaanbare taalkundig genie
wist te verschalken: sssstt.
Het was nochtans niet voor het eerst dat ik gebruikmaakte
van het recht te participeren in de verkiezingen van het vaderland. Des te
drukkender was het besef dat pas na het slechten van de envelophorde de ware bezoekingen
komen. Ze zijn welgeteld met twee.
Zekerheidshalve laat ik de envelop frankeren in het
postkantoor. En daar, waar de overheid nog altijd de grootste aandeelhouder is,
wordt mijn ongeloof in de zegeningen van de markt op de proef gesteld.
Ook ditmaal was het er zeer druk. En volgens de logica
van het huis deden de beambten weer geen enkele zichtbare poging daar iets aan
te verhelpen. Ze bleven weglopen, papieren halen, aan hun waterflesje nippen en
vooral veel met elkaar praten. Na een kwartier heb ik al mijn aanvechtingen tot
loketvredebreuk ingeslikt en ben ik vertrokken richting sigarenzaak, waar de
klus in een halve minuut werd geklaard.
Thuis heb ik gewacht tot na het diner om, welgevuld en
rozig, de tweede bezoeking te lijf te gaan: het invullen van het
Kieskompas. Die achterafcheck
sta ik me toe als breekijzer tot de veelgeroemde competentie van zelfkritiek,
vermoedelijk op een fond van zelfkennis.
Had
ik gestemd voor de partij waarvan ik denk dat ze mijn ideologie dekt? Kloppen
mijn praatjes?
Ik
durf het bijna niet te bekennen. Ja! Als dat maar goed gaat (met die partij).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten