Naar verluidt zijn de
laatste uren in ijltempo gegaan, maar zou Johan Cruyff zich nog hebben uitgelaten
over de aanslagen in Brussel? Had hij ze als ‘logisch’ kunnen bestempelen?
Een sportkenner heeft al berekend dat het legendarische
rugnummer 14 de
som is van de afzonderlijke cijfers in de definitieve leeftijd 68. Dat laatste
getal geeft bij velen andere
associaties, en het feit dat JC niet op Goede Vrijdag maar op Witte
Donderdag het tijdelijke voor het eeuwige heeft verwisseld, zal allicht ook wat
commentaar losmaken.
Mij schiet slechts te binnen dat zijn neutrale
gelaatsuitdrukking een toets had die niet anders dan vriendelijk kan heten. En
dat mij geen foto’s van hem voor de geest staan, waarop hij een zweem van ongeschorenheid
vertoont (i.t.t. tot de vermeende voorganger,
die altijd zoon is gebleven).
Wie geen woorden
heeft, kan altijd nog beschrijven.
De ongelooflijke film Son
of Saul houdt de camera bijvoorbeeld bij één personage. Dat geeft een
betrokken standpunt, geen overzicht. Er is gerept van een ‘sensimotorische
beproeving’ voor de kijker. Een ander gevolg is dat 107 minuten lang gebeurtenissen
op enige afstand van het personage vaag worden, inclusief de geluiden die ze
verwekken.
In het begin ziet de kijker de hoofdpersoon terwijl op de
achtergrond gehijg klinkt. Seks? Het kan evengoed een worsteling zijn. Het
enige wat op een gegeven moment zichtbaar wordt, is dat, na nadering van Duitse
troepen, twee gestalten uit een soort kuil kruipen.
Het camerastandpunt heeft iets discreets in een film die expliciet
is. De vele naakte lijken ziet de kijker nooit scherp. Behalve eentje, van een
jongen die de gaskamer heeft overleefd en dan door een dokter wordt verstikt.
Ondanks andere prangende zaken voor hem en voor zijn
mede-Kapo’s, wil de hoofdpersoon deze jongen op traditionele wijze begraven.
Het meest aangrijpende voorbeeld van een discrete camera zit aan
het slot. Dan lijkt het onmogelijke gebeurd: de Kapo’s zijn het kamp ontvlucht.
Ze rusten even in een houten barak. Als enige van het gezelschap ziet de
hoofdpersoon, die de hele film een effen blik vertoond heeft, een jongetje voor
de ingang verschijnen.
Voor het eerst lacht hij.
Dan breekt de camera met het vertrouwde perspectief en begint het
jongetje te volgen. Deze rent weg en wordt gesnapt door een Duitse patrouille
die zijn juist genomen pad inslaat. Maar de kijker gaat het jongetje achterna dat
verder de andere kant op rent – en de kijker en het jongetje horen schoten.
Nu worden de Kapo’s dus afgemaakt, maar ook dat blijft
onzichtbaar. Is dit wel discreet? Of efficiënt? Of onverschillig?
Bij zulke vragen besef ik geen echte kijker te zijn. Goed dan, de laatste zin van
Het Proces,
het boek dat volgens Tim Parks werd ‘afgesloten met de
onfatsoenlijke haast van iemand die het welletjes vindt’. Of
in het verlengde daarvan, de laatste zin
van Under the Volcano.
Bizar,
zeker wegens Lowry’s in alcohol gedrenkte roman, dat ik bij die zinnen
tegenwoordig aan Hitler moet denken die, onder meer, geheelonthouder was. De
associatie is ontstaan na een getuigenis van
zijn bodyguard
over de apocalyps in Berlijn:
‘Dat ze
de Führer in een granaattrechter hebben gegooid en met benzine overgoten, is
natuurlijk laag. Er lag daar zoveel hout, het was een bouwplaats. Ze hadden
toch een brandstapel kunnen maken en Hitler daarop kunnen verbranden, zoals ze
het in Indië doen? En niet als een hond daar in een kuil gooien.’
Toch
was de Führer al een stuk richting hemel gegaan, omdat hij tijden onder de
grond had geleefd, als het ware in een betonnen dorp. A l’improviste is er nog
een verband met Kafka’s oerroman: Hitler wilde met zijn zelfmoord voorkomen dat
hij een proces kreeg.
Met
zijn smal snorretje, regenjas en vegetarisme onderscheidde de Führer zich van
het type vleesetend bolle, quasi-middeleeuws gekostumeerde burger met
bakkebaarden. Dat stelt Simon Winder in zijn boek Germania.
Tegelijk wijst deze erop dat bepaalde gedragingen
van Hitler in een traditie stonden: het gebogen staan over landkaarten
bijvoorbeeld, in gezelschap van adviseurs. De strategieën die dan uitgedokterd werden,
konden fataal zijn. Ergens moet Hitler dat hebben beseft. Hij klampte zich soms
aan die kaarten vast.
Zowel
winnaars als verliezers kunnen zich afvragen waar ze zich bevinden.
Uiteindelijk is het voor niemand
weggelegd de wedstrijd des bestaans te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten