Hoe recent
is het verschijnsel dat mensen bij elkaar parallelle universa waarnemen? Ik
herinner me striemende debatten over de te verwachten werkelijkheid onder ‘de
Amerikanen’ versus die van ‘de Russen’. Weinig later verdween de titel
‘gastarbeiders’ en begon steeds bitser gekibbel over de wereld die zij al dan
niet veranderden of verrijkten. Toen werd het ‘de islam’ die diametrale
overtuigingen losmaakte.
En
steeds denken ‘we’ aan de onberispelijke kant te staan. Zeker weten. Dat kan
regelrechte geschiedvervalsing in de hand werken. In zijn bijdrage aan het boek
Ontworteld. De schrijver als nomade
wijst Ernst van den Hemel erop dat er in ‘de jaren zestig’ wel erg luid het
idee van bevrijding werd gelanceerd – de echo’s zijn tot op heden te horen.
Maar die zelfverklaarde emancipatie gold per definitie niet voor, bijvoorbeeld,
mensen die een geloof beleden en geen individualiseringwaarden aanhingen.
Steeds
is er kennelijk een wereld vlak ernaast, waarvan je tegen een ander roept: ‘Zie
je dat dan niet?!’ Momenteel gaat, na een volgens sommigen betekenisvolle
hiaat, alle aandacht naar nieuwjaarstoestanden
in Keulen. De letterlijk aangrenzende uren en dagen ervoor leek Brussel weer
het centrum van de westerse wereld, waar het feestvuurwerk voor
afgeblazen werd.
De
oppervlakte van deze plaats van handeling was eigenlijk nog geringer: de
deelgemeente Molenbeek. Niet
elke bewoner kon dat rijmen met zijn werkelijkheid. Curieus was dat media,
aanrichters van die contrasten, ook die belevingskloven wilden weergeven.
In een
wel erg professionele reportage in NRC
klaagde ‘een van oorsprong
Nederlands-Marokkaanse vrouw (…) over de gebrekkige samenhang in de wijk’. Waarschijnlijk was dat
een politica, die
het te ideologische begrip ‘saamhorigheid’ had verdrongen. Verderop in de tekst
werd opgetekend van een onbevreesde Belgische die met een vriendin een dagje naar Brussel gekomen was: ‘Ik heb wel het gevoel dat de
autoriteiten maatregelen nemen.’ Dat
gevoel had enige visuele steun van de empirie.
Voor Knack
snoof de als ‘ gepresenteerde Montasser AlDe'emeh ‘Jammer dat er geen vuurwerk
is. We wisten dat trouwens niet omdat
we het nieuws niet hebben gevolgd. We gaan nu terug naar Antwerpen waar
er wel vuurwerk zal worden afgeschoten.
We voelen die Nieuwjaarssfeer wel, maar niet genoeg. Schrik hebben we niet. We zijn totaal niet bezig met al die dingen’.
Dan volgt een onvervalst stukje vrije
indirecte rede: ‘Uiteindelijk is
het zover! De klok slaat middernacht. Het is nu 1 januari 2016.’ Het
maakt de weg vrij voor AlDe'emehs slotcitaat dat ik kinderlijk aangrijpend
vind: ‘Moslims en niet-moslims vieren
hier samen met elkaar! We zijn allemaal mensen.’
Juist dat inclusieve wij is iets wat ontbreekt
of misschien onmogelijk wordt gemaakt door alle non-stop informatie. Het lijkt
wel alsof het verlangen naar een ernaast domweg te groot is. Ik associeer dat met
zoiets zalig paradoxaals als Duitse popmuziek. Het stomste liedje uit je jeugd
heeft het nog vermalen (al waren de Nina & Mike mij onbekend die ‘Paloma Blanca’ vertolkten,
laat staan dat ik wist dat James Last zich verdienstelijk vergrepen heeft aan ‘Sweet Lucy’).
Muziek!
Wat willen we nog horen? Ongeveer op de helft van zijn verslag van de Spaanse Burgeroorlog
vraagt George Orwell zich bij een fascistisch hoornsignaal af of het
behoort tot ‘incidenten die misschien te onbelangrijk zijn om
opgehaald te worden’: een medestrijder had er een lange neus naar getrokken.
En bij het overlijden
van de legendarische manager Robert Stigwood begreep ik pas dat zijn
mogelijke annexatie van de Beatles-staf aan Paul McCartney een dreigement in de
mond had gegeven. De band zou onder het regime van deze ‘music
mogul’, ‘a king of shlock’ louter nog valse versies van ‘God Save The
Queen’ opnemen! Is het de farce van de geschiedenis dat dit dreigement tien
jaar later alsnog werd voltrokken? De daders heetten toen alleen wel Sex
Pistols, overigens onder niet-aflatende aandriften van een andere manager.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten