Hoe is het mogelijk dat er met dergelijke taal over iets
zo cruciaals wordt gesproken en dus ook gedacht en gehandeld? Mijn systeem
steigert tegen een
ander systeem. Weg met artikelen als ‘politieke wil’! Pletten onder de
buitenmuurse werkelijkheid!
Met dergelijke oordelen word ik bang van mij. Even een lakmoesproefje.
Mijn voorkeur voor pakweg de onderkast kan wel wat spot gebruiken. Van een
column uit 1984 in die opmaak, geheten ‘tegen racisme, seksisme en grandisme’, gebundeld
in Het lied van de kosmopoliet (1987). Daarin nam Abram de Swaan onder
de noemer Tijdsverdriet meer teksten op die helemaal tussen aanhalingstekens
staan. Het zijn dus monologen, in de meest letterlijke zin:
‘in
beginsel zijn kortmensen tot alles in staat wat langmensen kunnen, maar de
sociale repressie berooft hen van hun kansen. langmensen blinken bijvoorbeeld
uit in basketball, uit amerikaans onderzoek blijkt dat wanneer de korf lager
wordt geplaatst, kortmensen minstens zo goed spelen. bij het polsstokspringen
met de éénmeterstok komen kortmensen zelfs verder.’
Nee,
de kracht van relativering krijgt geen vat op mij. Mijn tweede truc bij evidente
oordelen is commentaar op te zoeken dat me uit de zogeheten
comfortzone haalt. Dat is überhaupt voor mij een reden om bezoekjes te brengen
aan de site Doorbraak. Ook afgelopen
week werd ik niet teleurgesteld, door maar liefst twee opiniestukken op één dag.
De onderhandelingsimpasse kreeg meteen een andere belichting doordat Het Belang van Limburg er
als enige op bleek te hebben gewezen dat België vorig jaar ook de trofee ‘Fossiel
van de Dag’ had gekregen. Strategisch is dit slim, nieuws halen uit een gebied
dat letterlijk ver van het centrum ligt (ik heb Amsterdammer Kees Fens ooit de
krantennaam Tubantia horen uitspreken).
De vraag is alleen: maakt die tweede keer op rij de wanprestatie minder erg?
Als niet-wiskundige zou ik denken dat die dubbele winst op het tegendeel wijst.
Daarnaast wees Doorbraak
erop dat de commissie die de trofee uitreikt wordt geleid door ‘een gewezen kandidaat-parlementslid van sp.a’. Kan iemand van een andere klaarblijkelijk foute partij
niet integer zijn? Of geen organisatie leiden?
Het volgende verwijt aan de trofee was dat er grotere
landen onbekroond bleven die een nog zwakker milieubeleid voeren. Doet België
het daarom minder erg? Weer komt er dan een veeg uit de pan, een dubbele. Dat
de prijs expres gaat naar ‘liberale
democratieën’ die een grotere gevoeligheid hebben wegens ‘een links geweten’.
En dat geen internationaal medium er aandacht besteedt, behalve ‘de progressieve
pers in eigen land’. Nog altijd ontgaat me wat dat zou afdoen aan de prestaties
van België.
Wel vormt de opmerking over media een
bruggetje. Commentatoren die inzoomden op het mankeren van een
klimaatakkoord, werd verweten angst te zaaien: ‘Alsof het stijgen van de
zeespiegel bedwongen kan worden door een budgettaire overeenkomst tussen de
Belgische gewesten.’ De scribent van Doorbraak
ontwaarde bovendien een steek naar Vlaanderen dat niet mag ‘neuten over de
meerkost’. Daarmee hadden commentatoren ‘hun partijpolitieke voorkeur’ blootgelegd.
Deze uitval is curieus op een site, die een uitgesproken ideologisch profiel
heeft (van regeringspartij N-VA tot oppositiepartij Vlaams Belang) en ook bij
dit onderwerp identieke verzuchtingen deed over de ‘factuur voor Vlaanderen’. Vooral dringt zich weer de vraag op
wat er verkeerd is aan een akkoord voor het klimaat.
Toen onthulde de Doorbraak-apologie het waarom van de partijpolitieke aantijging.
Commentatoren zochten een zondebok, die N-VA heet. Dat bracht deze partij
enerzijds in de positie van een ander klassiek dier, de eend Calimero die
klaagt geslachtofferd te worden. Anderzijds kon de schuld worden doorgeschoven
naar de dader. Ze was al bij naam genoemd bij de herinnering aan de eerste
winst van de ‘Fossiel van de Dag’-trofee:
de regering Di-Rupo. Maar het perspectief verwijdde
zich. België week volgens deze commentator niet af van wat de hele wereld
van het klimaat bakt: ‘Geen enkele regering is bereid
om buitensporig veel nadeel te ondervinden, als andere regeringen niet minstens
evenveel nadeel voelen.’
Maakt dat het dan minder erg? Ik dacht nog steeds van
niet. Het pijnlijke vind ik dat de dienstdoende commentator de mogelijkheid
open hield dat het klimaatprobleem ‘ernstig’ kan zijn. En naar mijn overtuiging
vervalt in cynisme wanneer hij daar maar één oplossing voor ziet, een mondiale,
wanneer ‘de opwarming van de aarde onherstelbare schade
heeft aangericht, en de gevolgen in de hele wereld hinderlijk voelbaar zijn,
maar niet eerder’.
Zegt hij hiermee meteen dat de daadkracht van de
Vlaamse regering eruit bestond bewust niet te handelen?
En zelfs wanneer de buitenwereld er tot de
apocalyps niet meer toe doet, blijkt de wraak niet gestild: ‘In tussentijd
heeft het clubje van het Vlaamse commentariaat zich wel nog eens lekker moreel
superieur kunnen voelen.’ Die slotzin is niet alleen opnieuw een tegenspraak,
ditmaal met de vreemde weerzin van ideologische standpunten én met de
bereidheid tot goed handelen en onderhandelen. De motivatie voor dat gedrag
blijkt, afgaand op dit Doorbraak-idee,
nog eens in een afrekening te liggen.
Het tweede opinist wees zo
mogelijk nog pertinenter met de vinger naar de ander. België draait volgens die
zegsman amper op groene energie, terwijl kerncentrales gesloten moeten worden
en de dure energie uit het buitenland moet gekocht. Dat ligt aan Links (zijn
spelling, MK). Het vuile werk laat het aan de huidige regering, zei hij, opdat
het eigen geweten rein blijft. Aldus verwierp hij ook principiële bezwaren
tegen Saoedi-Arabië, die duizenden banen zouden kosten.
Het geweten blijkt dus maar een sussertje voor
selectieve verontwaardiging van Links. De rest van het opiniestuk noemde meer
voorbeelden voor die stelling, en combineerde ze eveneens met media wier
kritiek vrijblijvend zou zijn. De huidige regering moest domweg puin ruimen.
Waarna de uitsmijter dat het ongelooflijk is hoe kort geleden nog
sociaaldemocraten België bestuurd hadden.
Opnieuw kon ik niet begrijpen dat er met die
verwijten iets aan het klimaat wordt verholpen. Het argument van
werkgelegenheid droeg bij mijn weten evenmin bij aan een oplossing. Dat de
toestand van het klimaat verslechtert komt nota bene door vermogende spelers die voor banen zorgen. En ondertussen blijft het bestel waarin het tot besluiten moet komen duister. De grote paradox daarbij is degenen die het
hevigst verlangen dat te hervormen al aan de macht zijn en willen laten zien dat zij wel kunnen beslissen..
Dat de Vlaamse regering gelijktijdig wel toestemming voor het gigawinkelcentrum
Uplace gaf en een kerncentraledeal sloot met Electrabel, is voor velen dan ook een oorlogsverklaring. Ik snap dat, maar het opent
een onbedaarlijk gehakketak over bedoelingen van de ander. Dat stoort me,
terwijl ik er zelf soms in geloof (bijv. de achtergrond van het verbod op Parijse klimaatdemonstraties). Of er soms aan meedoe, bijvoorbeeld door
begrip op te brengen voor de verleidelijkheid van – per definitie negatieve – uitspraken
over intenties. Wegens pakweg voetbalmores of een nieuw-religieuze trend overzee of reacties op verontwaardiging over een onbereflecteerde traditie. Zou dus alleen beheersing ons kunnen redden?! Zelfs in
zijn geweldige zwartepietdocumentaire voor CNN wilde Roger Ross Williams aan het eind toch eventjes laten
weten dat die in Anton Pieckdecor gefilmde Hollanders ‘don’t
seem to mean any harm’.
Het meest deprimeert echter het reflexmatig doorverwijzen
naar anderen. Dat zou toch al te bekend mogen zijn van de kleuterspeelplaats.
Is dat type argument echt niet te bedwingen? Het klonk evengoed op na de
aanslagen in Parijs: ‘Maar de VS…’, ‘Maar de Baader-Meinhofgroep en de Brigate
Rosse…’
Zo is en blijft het altijd de ander die ‘hypocriet’ is. En wordt er in Parijs, en in de verslaggeving erover, vanzelfsprekend een ‘klimaathysterie’ tentoongespreid. Dank u, Sinterklaasje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten