Heb ik een stand? Ben ik het daaraan verplicht te zeggen wat ik vind?
Wat me aan mezelf opviel, was dat ik het boek snel wilde hebben en lezen. Ondanks het wat snobistische bepaalde lidwoord in de titel: De brieven. Wethouderhekkingachtig viel op het omslag ook te vernemen ‘Samengesteld, ingeleid en geannoteerd door’ enz.
Maar ja, een nieuw boek van Frans Kellendonk is een nieuwe Kellendonk. En het fijne nieuws is dat het, voor mij althans, de scoop van twee vertalingen gaf. Hij heeft Nederlands gemaakt van Bartleby en ‘The idea of order at Key West’ (een lang gedicht van Wallace Stevens).
I would prefer to read it all indeed.
Verder betrapte ik me op de gewaarwording dat Kellendonk mij een aardige man leek. De bundel bevat een acrobatisch lichte liefdesbrief aan Pieter Kottmann, maar misschien had ik mijn gewaarwording uit mijn beroeps-bias, want ik vond het knap hoe Kellendonk als redacteur van De Revisor ultimata-ego’s tegemoet trad.
Vanuit die bias ontwaarde ik dat hij lang maandelijks met zijn uitgever blijkt te hebben gegeten. Wijst dat op een belangrijk auteur of op een slimme baas? Ik ontkom er niet aan in dat kader een streepje te zetten bij de annotatie dat het toenmalige huis ‘op dat moment de meest prestigieuze literaire uitgever in Nederland’ zou zijn geweest. De brieven is de eerste titel die elders verschijnt.
Komt Kellendonk me daarom voor als een schrijver ‘van een uitgestorven ras’? Hij schreef natuurlijk nog met de hand. Toch acht ik hem allerminst geraakt door de pijl van de tijd. Hij brengt hooguit een andere subcultuur aan het licht. Zoals provo’s in de jaren zestig praatten met een bekaktheid die heden uit de mond van corpsstudenten komt.
Mogelijk bedoel ik vooral dat hij me als vakman scrupuleus voorkomt. Schrijver tot aan het eind: ‘Het probleem is dat ik zo duidelijk weet wat ik zeggen wil dat er aan het opschrijven geen lol te beleven valt.’
Was dat het?
Er is opgemerkt dat Kellendonk niks over zijn groeiende katholicisme heeft geuit. Die houding hoort voor mij bij dit schrijverschap, dat eerder gereserveerd uitstort dan biechtend stremt. Daarnaast blijkt Kellendon weinig honkvast geweest, waardoor mededelingen in brieven aan het vaderland meer feitelijk-toeristisch gekleurd raakten.
De opmerking was onderdeel van een fikse kritiek. Bijvoorbeeld dat Kellendonk niets bijzonders meemaakt. Is een auteur dan geen doorsnee mens? En hij werd juist kleinzielig bevonden. Ook het niveau van Kellendonks gedachten viel tegen. Heeft een auteur in vergelijking met de rest van de mensheid dan een bijzondere optiek? Kennelijk, anders zouden er geen opinisten bestaan. Ten slotte zou de stijl minder bijzonder zijn dan Kellendonks boeken lieten verwachten. Maar over wie zegt dat iets? Hoort hier geen onderscheid bij over doel en middelen (een brief als pronkstuk of om informatie over te dragen)?
Enfin, één comment door de medesamensteller volstond om elders te gewagen van een twist. O cultuurindustrie, ook virtueel zingt gij het uit.
Een bijkomende kwestie was of er geen opmerkingen bestonden van Kellendonk over Kees Fens. Ik vond dat een opwindende gedachte. Laatstgenoemd criticus stond op zijn top toen hij zijn weerzin en afscheid van het literaire bedrijf bekendmaakte naar aanleiding van Bouwval. De publiciteit rond Kellendonks debuut, die heden vermoedelijk van een amateurisme getuigen zou, was Fens te hijgerig.
Stel dat het tweetal jarenlang in een briefwisseling had gesoebat, dan had Kellendonk zijn correspondent vanaf de rel rond Mystiek lichaam gelijk kunnen geven! Wel zat Fens in een jury dat dit meesterwerk nomineerde, maar Publiek geheim bekroonde.
Er zou sprake blijven van twee werelden. In zijn knappe lezing Grote God toont Wiel Kusters andermaal dat Fens een gesloten joods-christelijk wereldbeeld meedroeg dat instortte en een subcultuur werd. Kellendonk kende het nog, maar persifleerde uiteindelijk het hemelse Jeruzalem. Als homoseksueel voelde hij zich van continuïteit buitengesloten. Is er eigenlijk veel veranderd, al was het materieel?
Kusters noemt Fens een moderne traditionalist. Is Kellendonk dan een traditionele modernist?
De rel rond Mystiek lichaam was tweevoudig. De beschuldiging van antisemitisme in het boek, gewraakte uitspraken tegen multiculturalisme in een bijbehorend interview.
Aan dat laatste moest ik denken toen we een kinderboek leenden, dertig jaar later verschenen. Het heette Twaalf kleine peuters, wier namen achterin apart werden vermeld en ingekleurd: Britt, Pjotr, Aisha, Mahmud (het taalkundig genie leest hardnekkig ‘Mohammed’), Yentl, Yuk, Chen, Malik, Lars, Kofi, Zyta, Gauri. Geen van die peuters valt uit. Zo blijkt dat Kellendonk zich onnodig zorgen heeft gemaakt.
Verder stuitte ik op een uitspraak van Rushdie: ‘Er is binnenin een leegte waar zich vroeger God bevond’. Wanneer heeft hij dat gezegd? Voor- of nadat Kellendonk zijn these over de seculiere ‘leemte’ lanceerde, waar God best in zou passen? Waar de eerste zich bevrijd achtte, wilde de tweede min of meer terug. Daarom ook zijn pleidooi voor gemeenschap, juist omdat hij het omgaf met intellectueel voorbehoud. Actueel?
Ik delfde Rushdie op uit Van Fatwa tot Jihad door Kenan Malik. Die studie bevat ook een stelling van Monica Ali: ‘Een boek, een beeld of een argument wordt niet zozeer beoordeeld op zijn morele of politieke merites, maar op het gevoel dat ze geven.’ Betekent dit dat analyse verdacht is, of het snuisteren naar context, en misschien ook dat clichés getest worden?
Bij Kellendonk hoef je dan niet alleen te denken aan Mystiek lichaam of aan zijn verdediging ervan in ‘Ons Wilde Westen’, opgenomen in zijn misschien wel geweldigste boek, De veren van de zwaan. Uit de brievenbundel blijkt hij zich vaak te hebben moeten verweren tegen dezelfde pertinente verwijten. Bijvoorbeeld het idee dat hij alles ‘taal’ zou vinden.
Kenan Malik eindigt bij de paradox dat we reacties op wat we zeggen niet kunnen beheersen. Daardoor komt de verantwoordelijkheid voor onze beweringen eveneens bij anderen, zeker wanneer zij interpretaties omzetten in daden.
Maar natuurlijk had ook ik Frans Kellendonk al lang geschapen naar mijn beeld en gelijkenis.
vrijdag 19 juni 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten