zaterdag 20 februari 2010
Wat nu? (6)
Vooralsnog bewijst recensieplatform De Reactor zijn nut: het overtreft nu al enige maanden de boekenbijlagen. Zegt dat wat over zijn recensies of over het reeds bestaande?
De voorwaarden op internet lijken gunstiger. Geen deadlinegedoe met drukproeven voor ‘de waan van de dag’ en besprekers krijgen 2000 woorden, een omvang die voor liefhebbers de hemel moet betekenen en voor niet-geïnteresseerden een wetboek. Prettig ook dat Nederland en België niet de onbekendheid van elkaar uitventen die ertoe heeft geleid dat kaskrakers als De zaak Alzheimer en Alles is liefde over de respectievelijke grenzen remakes krijgen.
Voldoet het platform ook aan zijn missie? Waarschijnlijk wegens gebrek aan sturing, zoals tijdschriften wel kunnen, blijven de titels tamelijk recent. En ik weet niet of de Taalunie, een van de subsidiegevers, het geinig vindt dat nogal wat gerecenseerde, mainstream highbrow bellettrie bijna vanzelfsprekend uit het buitenland komt.
Zelf was ik benieuwd naar de poëziebesprekingen. Ze stelden mij meestal teleur, ik vind ze gedwee dan wel inexact in hun brutaliteit. De keuze van de dichters, een uitzondering niet te na gesproken, ligt zo voor de hand, dat collega-site Poëzierapport onontbeerlijk blijft. Daar wordt kwalitatief misschien niet altijd even geweldig, maar minder voorspelbaar werk soms secuur gelezen – meteen een voorbeeld van elkaar versterkende initiatieven.
Dat ik van de poëzierecensies meer had verwacht, ligt vermoedelijk mede aan hun biotoop. Vergrote mogelijkheden blijven, een enkeling weer niet na gesproken, vooralsnog onbenut. Toch leent een posting met hyperlinks zich voor dialoog, verruiming, tegenspraak. Hoe aardig het is dat elders het medium wel in zijn specificiteit voor poëzie ingezet wordt, De Reactor houdt zich erg ver weg. Het rijtje ‘Interessante links’ heet nog net niet ‘Secundaire bibliografie’.
Nog een facet aan internet is de reactiemogelijkheid. Die toont zich bij De Reactor tot nu toe gestremd. Hoewel publieksomvang mij niet het allerbelangrijkste criterium lijkt, worden hier lezers in de kou gezet. De discussierubriek ‘De laatste stelling’ komt niet van de grond. Dat kan ermee te maken hebben dat auteurs soms kribbig reageren op commentaar of zich niet verwaardigen (zelf) te antwoorden. Voorts is er de mysterieuze buffer van een moderator en blijken grotere comments technisch nog niet doenbaar: eerlijkheidshalve kan de optie beter weg.
Dat deze site krampachtig met confrontaties omgaat, verklaar ik uit de kennismaking met het luidruchtigste deel van de onderwereld. Een van de eerste recensies kreeg een comment vol routine-insinuaties – en werd even denigrerend verwijderd. Het veelgebezigde begrip ‘censuur’ lonkte en de ter zelfde plekke gevoerde verdediging – ‘op Internet mag je wel toevoegen (want dat is deel hebben aan de beweging van die lopende code) maar een ingreep in andermans reactie (op zichzelf niet minder mogelijk gemaakt door het medium) is voor jou geen deel van die beweging’ – leek een diplomatieke slimmigheid. Resultaat: nog meer irritatie.
Ik vind het moeilijk zonder veel psychologiseren de stemming in de onderwereld jegens De Reactor te benoemen, omdat de diagnose collectieve hysterie voor de hand ligt. Ze resulteerde in elk geval in een haatcampagne. Omdat die ontbrandde lang voordat de site officieel in de lucht ging, had ze niet alleen iets evident onrechtvaardigs. De haat was ook lachwekkend: op het oneindige internet wou men een centrum reserveren. Overigens zal het vuur aangewakkerd zijn doordat de eerste voorbereidingen voor De Reactor bij Yang waren getroffen (ironischerwijs werkt de link daar naartoe niet).
Nu hoeft wat mij betreft net als lekker bier goede rancune niet vies te zijn, maar hier was zij intreurig. Bediscussieerd werden ‘kwaliteit’ en ‘professionaliteit’, maar de indruk verdween niet dat doorn in het oog de brede subsidie voor De Reactor was. Dat fenomeen is, samen met het juryrapport, dé sparringpartner voor boksfestijnen in de onderwereld.
Beide items bieden een proeve van erkenning door de bovenwereld. Daarop komt meestal het bezwaar van ‘belangenverstrengeling’, door ‘inteelt’. Vanuit die optiek had het verstrekte geld aan De Reactor evengoed tot hosannagezang kunnen leiden: impliciet kreeg de recensiearbeid van de bovenwereld één ster. Maar het negatieve sentiment woog door. Dat was voorstelbaar: dit startend project moest de zegen krijgen vanwege symbolisch kapitaal, niet vanwege er reëel voor geleverde prestaties.
Wel zou voor ‘vriendjespolitiek’ de tel spoedig kwijt zijn, want het platform mikt op erg veel recensenten – altijd prijs! Is dat binnen een zo klein taalgebied als het Nederlandse bijna onvermijdelijk, het valt niet te ontkennen dat de omgang aan de claustrofobische kant is. Wie daar gevoelig voor is raakt in een toestand van heteronomie, en slaat aan het laveren om niet tegen de royale hoeveelheid meubilair te stoten. Zo bezien is de onderwereld een verademing, al blijft door de gerichtheid op de bovenwereld de autonomie onbereikbaar (en maakt men zich vermoedelijk alleen maar meer onmogelijk, wat dan extra verontwaardiging verwekt).
Het binnenhuisrealisme, dat van oudsher de Nederlandstalige literatuur zou beheersen, draagt aldus letterlijk een institutioneel masker waarachter, zoals bij Facebook, parochiale trekjes verscholen gaan. Bij zulke observaties hoort in de praktijk de frase zich verre te houden ‘van het gescharrel der kippen in de tuin der Letteren’. Onloochenbaar koos De Reactor echter niet voor specialisten, maar voor netwerken. Dan is het consequent dat er geen gelegenheid is voor ongevraagde inzendingen. Ook acteren sommige medewerkers – conform nog een prototype van de laaglandse literatuur, de naoorlogse verzetstrijder – in het bijlagenklimaat waarvan het platform beweert afstand te nemen.
Bijzonder is dat het idee voor een platform op het wereldwijde web er zelf op te achterhalen is, in een comment uit 2006. Het kwam van Rutger Cornets de Groot, een exponent van de internetpraktijk; vandaar wellicht zijn getergdheid tegenover het resultaat. De Reactor negeerde zijn veelal rake mediumgebonden kritiek.
Wel werd een verdedigingslinie opgetrokken tegen bombardementen vanuit de bovenwereld. Daarbij lagen tegelijk literaire tijdschriften weer eens onder vuur. Wat bezielde die schutter?
Rectificatie
Zoals het vierde comment vermeldt, is het euvel met langere comments op De Reactor verholpen. Ongevraagde inzendingen zijn nu ook welkom.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
De Reaktor heeft zijn algemene voorwaarden zo opgesteld dat mij na lezing direct duidelijk was dat polemiek er niet welkom is. En aangezien polemiek wat mij betreft een zeer belangrijk onderdeel van literatuur is concludeerde ik om die reden dat het voor mij geen interessant speelveld is en ik ben er dus ook geen lid geworden. Wat mij vooral opvalt is dat bijna elk argument waarin men zijn bestaansrecht verdedigd kwantitatief is: langere besprekingen, meer besprekingen dan in de krant, etc. Dat zegt mij allemaal weinig, eerlijk gezegd. Ik lees liever 1 korte bespreking die ongelofelijk hout snijdt dan 20 ellenlange stukken vol pseudo-filosofisch gezever met een hoog kunstacademie gehalte. Ik heb dus waarschijnlijk een hele andere literatuurdefinitie als die redactie, daarom kom ik er ook nauwelijks.
BeantwoordenVerwijderenMet excuses voor de spelfouten, net een lange dag uit in Istanbul achter de kiezen...
BeantwoordenVerwijderenInderdaad, kwantiteit is een bedenkelijke parameter. Toch ben ik ervan overtuigd dat, ook ten behoeve van een polemiek, domweg wat ruimte nodig is om een boek recht te doen. Bij een poëziebundel zal er bijvoorbeeld eerst aan de hand van een gedicht helder moeten worden wat exact de aanpak is en welke consequenties daaruit zoal voortvloeien (techniek en wereldbeeld liggen op dezelfde lijn). Juist omdat bij het teruggelopen aantal woorden het oordeel schijnt te moeten blijven, groeit daarvan slechts het belang, terwijl het de oninteressantste factor van een bespreking is.
BeantwoordenVerwijderenEn meer besprekingen leiden tot meer vergelijkingsmateriaal en dus vergrote keuzes voor een lezerspubliek, vooral indien poëtica’s ver uiteen liggen. Dit is ook zo cruciaal omdat – ik wil dat verderop in deze reeks behandelen – het boekenbedrijf gestoeld is op de analogie.
Wat ruimte betreft, een kleine correctie: langere lezerscommentaren zijn sinds eind januari wel degelijk mogelijk op De Reactor (tot maar liefst 50.000 tekens).
BeantwoordenVerwijderenHet idee voor De Reactor komt dus uit mijn koker! Wie had dat gedacht? Overigens kijk ik er drie jaar later wat anders tegenaan dan destijds in die reacties bij Samuel, die ik dan ook volledig verdrongen had. Maar ik zei erbij, en dat vind ik toch leuk om terug te lezen, dat ik zo'n recensiesite het liefst van onderop opgebouwd zag worden, door mensen zonder naam of faam. Dat is bij De Reactor niet gebeurd, en in mijn beleving blijft het een usurpatorische onderneming in een domein waar men tot voor kort nog niet dood gevonden wilde worden.
BeantwoordenVerwijderenHet is mij onduidelijk hoe dermate ingrijpende initiatieven als De Reactor van onderaf zouden kunnen worden opgebouwd. Verder vroeg ik me af of het een uitkomst zou zijn om evengoed huisregels voor medewerkers op te stellen; dan kun je erop wijzen dat bijdragen door de aard van het medium, indien ze althans aan comments blootgesteld worden, principieel onvoltooid zijn – en het dus nuttig zou wezen verder mee te helpen.
BeantwoordenVerwijderen(deze posting heeft inmiddels ook elders commentaar gekregen: http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2010/02/kwaliteit-is-kwaliteit-als-ik-er-kwaliteit-op-zet.html)
Dat er ruimte nodig is voor het bespreken van poezie is iets anders dan dat je die ruimte als enig argument voor je bestaansrecht te berde voert - dat is alsof je steeds beweert boeken te schrijven omdat er leeg papier bestaat. Tja.
BeantwoordenVerwijderenIk zie ook niet zo in wat er 'ingrijpend' aan de Reaktor is. Het is een recensieblad dat voor de helft gevuld wordt door mensen die ook elders al de meeste blaadjes vullen, en voor de helft door mensen die allemaal jong en onbekend genoeg zijn om totaal vervangbaar te zijn. Op die manier zet je natuurlijk niks op het spel: het is een totaal conflictloze omgeving waar een bepaald type consensus het monopolie heeft.
Een paar losse opmerkingen:
BeantwoordenVerwijderen- De Reactor draait nog maar een paar maanden. Dat lijkt me een gegeven om vooral niet uit het oog te verliezen. Het zou van weinig 'voeling met het medium' of kwade wil getuigen om er nu al van uit te gaan dat zo'n platform zich niet zal ontwikkelen.
- Sommige mensen hebben wel erg veel fantasie. Nergens werd de door het internet geboden ruimte bijvoorbeeld als 'enig argument' voor het initiatief aangevoerd.
- Men kan zich ook afvragen wat er precies van wie werd 'geüsurpeerd'.
- Opposities zoals 'bovenwereld vs. onderwereld' of 'papier vs. web' doen hier m.i. weinig ter zake: niet dat zoiets mij onontbeerlijk lijkt, maar vele redacteuren en medewerkers hebben jarenlange ervaring met internetkritiek...
- Van monopolies is op De Reactor geen sprake. De lijst medewerkers is niet gesloten (anders zou het geen platform zijn) en ongevraagde bijdragen worden altijd beoordeeld (en werden in sommige gevallen ook al geplaatst).
Sven Kramer is niet dé echte kampioen op de 5000 meter schaatsen op deze planeet. Hij zou dan tegen heel wat meer onbekende, maar begaafde concurrenten moeten opboksen in gelijkwaardige omstandigheden. Het is allemaal zeer betrekkelijk voor mensen met een realistische kijk op het leven en de literatuur. emil broekman
BeantwoordenVerwijderen'Van monopolies is op de Reaktor geen sprake'
BeantwoordenVerwijderenKlinkklare onzin natuurlijk, de hele site is een zogenaamd clustermonopolie van een bepaald type consensus (eenheid door verscheidenheid) terwijl als je goed kijkt je ziet dat elke werkelijke vorm van verscheidenheid (conflict) prematuur onmogelijk gemaakt wordt door de algemene voorwaardes zo te formuleren dat elke vorm van dissent onmogelijk is. Ergo, er is wel zeker sprake van een monopolie, dat Joostens meent dat even glashard zonder enige argumentatie te kunnen ontkennen zegt wat dat betreft al wel genoeg. Het is het eeuwige monopolie van de middelmaat, die zowel naar onder als naar boven grenzen trekt, met als resultaat een brave, schoolmeesterachtige site vol pseudoliteratuur voor mensen die van dat soort grenzeloze, halfbakken, voortsudderende exercities houden.
Dat eenheid-in-verscheidenheid op metaniveau ook een essentialistische consensus inhoudt, valt niet te ontkennen. Toch blijft mijn vraag onbeantwoord hoe in de praktijk een totaal vrije site voor mijn part ‘van onderuit’ wél georganiseerd is, laat staan dat ik snap wie überhaupt in aanmerking komt er een letter aan te mogen bijdragen – de slotzin uit het vorige comment, waarvoor en voor alle andere veel dank, is mij in talloze varianten onder ogen gekomen, uit meer dan één eeuw!
BeantwoordenVerwijderenHet systeem, dat zijn de anderen.
BeantwoordenVerwijderenJoop Zoetemelk zou pas echt de Tour de France hebben gewonnen als hij altijd tweede had durven blijven. Hij miskende zijn kwaliteiten door niet alleen te willen winnen, maar het ook te doen. Groots was wel van hem zijn gedroomde hotel niet aan de Leimuidse Wetering te realiseren, maar in Frankrijk zodat de journalisten die hem nog eens wilden laten zeggen wat ze in oude interviews hadden gelezen een gang naar Canossa moeten maken. Altijd achter adem aankomen. Het leven blijft een metafoor van de literatuur en het is sportief om dat te erkennen. emil brugman
BeantwoordenVerwijderenEen 'totaal vrije site' van 'onderaf georganiseerd'? Wat een onzin! Het is toch juist die valse vorm van 'openheid', die eeuwige suggestie dat iedereen maar welkom is, dat iets literatuur zou zijn 'omdat het niemand uitsluit' terwijl er verder niets geformuleerd wordt - welbezien IS de Reaktor toch juist al die site, een zogenaamd totaal vrije site van onderaf georganiseerd? Die 'vrijheid' van verscheidenheid zonder enige invalshoek behalve 'ruimte' en 'kwaliteit' is toch juist het probleem hier!
BeantwoordenVerwijderenMooi, een drieslag in subgenres
BeantwoordenVerwijderenZou de variant op de wijsheid van de Franse koffieverslinder afstevenen op mijn angstig nagevoel bij de wetenschap van een nota bene Engelse dame, waarmee de comments van aflevering 2 vooralsnog afsloten? Hoeveel jaar mijn teksten het ook hebben geprobeerd, het is ze nooit gelukt uit het systeem te raken. En waar Zizek in Geweld pleit voor een radicale stap terug in plaats van meedoen met opiniëren, lijkt het ook niet de logische consequentie dat hij daartoe zijn mond had moeten houden.
Wellicht had ik bij mijn vorige comment over de voorgeschiedenis van één zin toch even de specificatie moeten geven: de traditie van een avant-garde die afrekent met voorgangers op destructieve wijze. Ik hoop inmiddels dat er ook constructief te slopen valt.
Het is ook daarom dat ik het waag te blijven vragen naar de finesse van De Reactor als een beter geolied systeem – binnen het systeem. De negatieve reacties vanuit wat ik maar even ‘de onderwereld’ blijf noemen, vallen volgens mij namelijk in twee groepen uiteen. De eerste gunt het initiatief domweg niets, dus daar valt louter nota van te nemen. Misschien is de wens de vader van de gedachte als ik de indruk heb dat de tweede groep suggereert dat er met een structurele verandering in de opzet iets klaarblijkelijk echt zinvols voort te brengen valt.
(Inmiddels blijkt NRC een wekelijkse reeks gestart over Noord-Nederlandse literaire tijdschriften. Dit tgv een avond op 6 april in De Rode Hoed in Amsterdam, onder de titel ‘Tegen de barbaren’.)
Ik probeer naarstig te traceren waarom diverse mensen hier schuimbekken over 'het systeem', zover ik kan zien heb ik die term nergens gebruikt. Vriezen komt met zijn gebruikelijke analyse: het systeem is van iedereen en daarom is enig verzet onmogelijk. Mijns inziens een nogal duf stukje vals universalisme, wat hem wel vaker parten speelt: destijds was het reden voor hem op Bruinja te gaan stemmen, want dat was de 'man van iedereen' - hij schijnt niet te begrijpen dat juist zulk schijnuniversalisme (het systeem = het universum) een intelligent standpunt feitelijk onmogelijk maakt. Ook hier weer die valse dialectiek: ofwel je bent van iedereen, ofwel je ontkent deel uit te maken van het universum. En nog wel in een discussie waar de term 'systeem' niet eens viel.
BeantwoordenVerwijderenIk heb geen idee waarom Kregting het steeds over een 'onderkant' heeft. Die functie heeft internet allang niet meer, wellicht was dat 10 jaar geleden zo. Tegenwoordig is het juist de motor/kerndeel van onze maatschappij.
Ik gun zelf de Reaktor alle goeds, ik vind de opzet persoonlijk alleen niet interessant. Het hele model 'collega bespreekt collega in dienst van het symbolisch kapitaal' vind ik achterhaald.
"Vriezen komt met zijn gebruikelijke analyse: het systeem is van iedereen en daarom is enig verzet onmogelijk."
BeantwoordenVerwijderenDat is mijn analyse niet. Verzet is altijd mogelijk. Maar verzet waartegen? Het dient dat een beetje duidelijk vorm te geven.
Als je de Reaktor "alles goeds" gunt, maar alleen de opzet "persoonlijk" niet zo interessant vindt, dan kun je ook niet beweren dat je je ertegen verzet, bijvoorbeeld, dan geef je gewoon een mening zoals iedereen de hele tijd doet.
Maar waar verzet je je dan wel precies tegen? Wat staat er nou precies op het spel?
Waar komt dat rare idee vandaan dat ik me 'ergens tegen verzet'? Die illusie pook je steeds op, maar waar je dat idee nou vandaan haalt is mij een raadsel. Ik zie mijzelf helemaal niet als een 'buiten het systeem staand' iets, ik zie mijzelf veel eerder als een belichaming van het systeem. En het systeem verzet zich niet, Vriezen. Het systeem bezet en assimuleert. Daarom ben ik ook zo alomtegenwoordig, het zijn juist die anderen die zich tegen het systeem dat ik ben proberen te verzetten.
BeantwoordenVerwijderenIk laat het verzet altijd maar begaan, zolang ze tenminste met hun tengels uit m'n koelkast blijven.
BeantwoordenVerwijderenAh, een domestiek probleem, dus, vandaar natuurlijk ook je obsessie met systematiek: het valt niet mee biertjes te drinken als het verzet steeds op je hielen zit.
BeantwoordenVerwijderenZeven kardinalen in een ronde gemberpot, sas op veen heerlijkheid – dank aan allen weer. Internet mag economisch wel naar het middelpunt gekatapulteerd zijn, literair toch (nog?) niet? Of wel degelijk en ontbreekt mij een antenne? De acquitstoot van der Reactors discussierubriek poneerde bijv dat er verspreid goede recensies op te vissen zijn, maar waar dan?
BeantwoordenVerwijderenIk vind het internet juist een schitterend medium, nee, een medium met schitterende mogelijkheden bij ontstentenis van een centrum. Vandaar dat het mij onmogelijk is een term als ‘usurpatie’ in die context te zien. Evenmin is voor mij de relatie tussen De Reactor en symbolisch kapitaal klip en klaar, zeker zolang te verwachten namen daar overwegend mainstream titels aan de orde stellen. Misschien voor kwetsbare genres?
De alomtegenwoordigheid en die restloze identificatie met het systeem intrigeert (intrigeren?) me zeer
Sinds wanneer zijn 'recensies' uberhaupt literatuur? Dat is toch precies wat mankeert hier, dat idee dat kunstheorie ook kunst is - een marketingtruuk van Beuys. Zover ik kan zien is de 'recensie' geen literatuur maar een reflectie op literatuur. Hoe nuttig zo'n reflectie is is vervolgens de wezenlijke vraag: primair lijkt me het me ook een medium waar marketing de riem heeft overgenomen: het symbolisch kapitaal bestaat bij gratie van het idee dat - bij gebrek aan werkelijke kritiek - de dichters zelf elkaars bundels allemaal bespreken om symbolisch kapitaal te genereren zodat het net lijkt alsof men zijn bundels niet voor niets schrijft. Men heeft dus, juist omdat er een fatsoenlijke literaire kritiek ontbrak, zelf het medium gekaapt om het eigen belang te onderstrepen. Dat kun je vervolgens 'literatuur' noemen, of 'kwaliteitskritiek' voor mijn part, maar wezenlijk is het niet veel meer dan een wollige lobbygroep voor het eigen gelijk.
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.youtube.com/watch?v=bJxR3mF47_Y&NR=1
BeantwoordenVerwijderenIk heb het al vaker gezegd: bij de componisten zie je wel een professionele klasse van critici die niet zelf componeert, terwijl de componisten zelf in alle talen zwijgen over hun en elkaars werk, en het niveau van de kritiek is daar zeker niet hoger door geworden.
BeantwoordenVerwijderenPoëzie is juist gebaat bij mensen die elkaars werk lezen en becommentariëren. Niet omdat dat "symbolisch kapitaal" oplevert, maar omdat die uitwisseling leidt tot ontwikkeling van kennis en ervaring.
Wellicht is De Reactor daarvoor nog niet het meest geschikt op dit moment; de opzet is een verloren geraakte functie van de krantenkritiek te willen vervangen. Ze kiezen er dus voor om een publieke functie te hebben, gericht op algemene lezers, meer dan een uitwisselingsfunctie voor auteurs (voor dat laatste zijn nu nog de persoonlijke blogs en de tijdschriften het meest geschikt.)
Of een website zo'n publieke functie rol inderdaad kan vervullen, is misschien wel de kernvraag waar alle geharrewar rondom De Reactor steeds omheen cirkelt.
Sorry dat ik me kennelijk onzorgvuldig heb uitgedrukt. Recensies zijn volgens mij niet literair, tenzij als beginpunt voor een verkenningstocht voorbij het marketen die, inderdaad, kennis en ervaring wil tegenkomen. Dus juist niet ‘elkaar’ als onderwerp, maar een trigger die de twee lijkt te binden (evengoed door afkeer) en uitgeklaard moet. De lobby is dan, hoe raar het ook klinkt, de vooruitgang! In die zin zijn de twee uitzonderingen op de regel die ik bij De Reactor zag, misschien opties voor een nieuw soort symbolisch kapitaal, dat ik, behalve met het etiket ‘buitenpersoonlijk’, nog niet benoemen kan.
BeantwoordenVerwijderenIs er toevallig een dokter in de zaal?
Mij lijkt dat het niet uitmaakt welke functie een bespreker heeft: collega, concurrent, wetenschapper… zolang er maar oog is voor de techniek en de schijnbaar noodlottige gevolgen ervan. Het belang dat ik zou willen nastreven ligt namelijk niet exclusief bij de besproken dichter en zijn uitgever en mogelijke lezers, zoals het type bespreking van voor de schaalvergroting te zien gaf, maar in de eerste plaats bij lezers die, eh de versleten beeldspraak dient zich bij gebrek aan exacte woorden weer eens aan, in de vaart van de denkbeweging kunnen worden opgenomen en daartegen verzet (!) kunnen aantekenen – internet op zijn grootst. Auteurs worden gelukkig dan ook weer lezers