Was het Urbanus die op de constatering ‘Spring is in the air’ zei ‘Why should I?’ Volgens een betrouwbare bron wordt vandaag, op de drempel van de herfst, herdacht dat veertig jaar terug aan de andere kant van de aardbol in een park nogal fervent werd gesprongen. Voor de vrije meningsuiting. Ondanks een verbod op samenscholing kregen die jumping sundays, met muziek van The Frank E. Evans Band, elke week meer concrete onderwerpen, zoals ‘Vietnam’ en ‘Apartheid’, en trokken ze tienduizenden jongeren aan, hippies, als ik even grof generaliseer. De protesten breidden zich uit over andere parken, over het eiland, enzovoorts.
De hippies van weleer wordt gesuggereerd hun kleinkinderen mee te nemen; het evenement valt onder een Heritage Festival. Het is verleidelijk over dat alles snelle hoon of zachte spot uit te storten. Die dwazen die toen betrekkelijk onwetend en kinderlijk een beetje stonden te niksen voor de wereldvrede, zijn in een gespreid bedje gesprongen! Maar ook zij die mokken over een permissive society met een vleugje cultuurrelativisme kunnen niet ontkennen dat die hippies een topic hadden, daar een risico (op arrestatie) bij voor lief namen en resultaten boekten.
De meest doortastende critici van hippies, punkers, sprongen ook graag, al noemden ze dat pogoën. Onlangs zag ik daar wat historische beelden van, bij een interview met Siouxsie. Hoe welopgevoed toonde ze zich! Zouden hippies haar ‘burgerlijk’ hebben gevonden? Tevens kon ik de hand leggen op een live-opname uit dezelfde tijd, waarin het tegendeel van punk werd gespeeld: LA rock door een sessiemuzikantenband voor Patti Austin. Ze brachten onder meer het nummer ‘Jump for Joy’, dat de tiltknop van mijn vooroordelen beroerde – evangelische blijheid. Wellicht is de titel ontleend aan de masserend omverwerpende musical uit 1941 van Duke Ellington. Er moest gesprongen op zekerheden, terwijl de hippies en punkers nietschzeaans op het koord leken te balanceren. Maar waar heb ik het over? Indien kindjes vrolijk zijn of iets zeer graag willen, stuiteren ze werktuiglijk. En de rest van de mensheid in de Lage Landen, gedomesticeerd, kent de term ‘springlevend’, volgens mij toch betreffende de preapocalyptische fase.
Veel woorden om te bekennen dat ontroering mij omgaf bij het zien van youtubebeelden van die jumping sundays. Scheen er ander licht? Natuurlijk ken ik de demon van de nostalgie, van de sepia, niet het minst door reclames. Zoals van Kanis & Gunnink, in de jaren tachtig, waar op een quasi-achtmillimeterfilmpje ook ‘hippies’ in gezamenlijk geluk bijeen waren; op een of andere manier hoorde ik daar terstond de discussie onder de marketeers doorheen met welke rekwisieten het veiligst en meest effectief de ironische afstand kon ingebouwd, hetgeen me destijds resoluut deed besluiten nooit meer koffie van dat merk te drinken.
Maf, ik heb nooit geloofd dat ‘vroeger alles beter was’, behalve culinair, en wellicht heeft dat duo weemoed & allergie zelfs niet met een specifiek decennium te maken. Ik geraakte eens in een omwaterd ministadje, dat een nagebouwde jarendertigwijk bleek. Moesten daar toeristen mee gelokt? Op welk verlangen mikte men dan? Iets ‘authentieks’, verwijzend naar een tijd dat er een gemeenschap bestond en waar problemen exclusief bij les autres lagen? En is het verschil met een andere decorshifttrend, het ecologische wwoofing, gradueel of immens? Van het stadje memoreer ik uiteindelijk slechts rubber isolatielappen om de schoorstenen en ‘saté met friet’ op een menukaart.
Moet je wel of geen idealen hebben om daaroverheen te stappen? Wat kan zonder voorbehoud echt heten? Zouden er nog onderwerpen structureel kunnen verontrusten en dus uit de trechter van de personencultus weten te blijven? Ik werd gewezen op een bericht dat niet voor de poes is: grootscheepse militaire plannen om de EU te vrijwaren van al dan niet door natuurrampen op drift geraakte vluchtelingen en armoede en ziekte, en om een surplus aan grondstoffen te garanderen. Dit is bedacht door een onafhankelijk bureau, dat bestaande afspraken echter niet kan verhelen. Terwijl Motivaction, waar ik het de vorige keer over had, tenminste ook wat had ontdekt voor een theemerk (dat het kansen heeft tegenover koffie), zijn hier alle middelen, van hightech wapens over spionage tot gelegenheidscoalities, vanuit een synergetisch of holistisch idee geoorloofd. De begrippen ‘Fort Europa’ en ‘preventie’ krijgen er een dimensie bij. Een agenda van het crisismanagement: eigen rijkdom eerst!
Waarom blijft het hier stil over? Te absurd, te paranoïde om waar te zijn? Of te groot om te vertalen in getuigenissen en, omdat – als ik met een persoonlijk voornaamwoord even een seculiere pater mag uithangen – we er allemaal bij zijn betrokken, voor door wetenschappelijk pluimvee ondertekende petities? En waarom houd ik het zelf bij het bericht, dat een rapport samenvat waar ik mechanisch doorheen scroll? ‘The views expressed are those of the authors and do not represent those of the European Commission’. Staaft het, mocht het kloppen, simpelweg mijn cynischer gedachten? Wellicht zouden hippies al tegen zulk ‘imperialisme’ op de barricaden zijn gegaan, hadden punkers er om gebulderd dat de destructie zo nabij was en baden relirockers dat Iemand ons zou bijstaan. En wij? Springen we nog ergens voor uit onze stoel?
De hippies van weleer wordt gesuggereerd hun kleinkinderen mee te nemen; het evenement valt onder een Heritage Festival. Het is verleidelijk over dat alles snelle hoon of zachte spot uit te storten. Die dwazen die toen betrekkelijk onwetend en kinderlijk een beetje stonden te niksen voor de wereldvrede, zijn in een gespreid bedje gesprongen! Maar ook zij die mokken over een permissive society met een vleugje cultuurrelativisme kunnen niet ontkennen dat die hippies een topic hadden, daar een risico (op arrestatie) bij voor lief namen en resultaten boekten.
De meest doortastende critici van hippies, punkers, sprongen ook graag, al noemden ze dat pogoën. Onlangs zag ik daar wat historische beelden van, bij een interview met Siouxsie. Hoe welopgevoed toonde ze zich! Zouden hippies haar ‘burgerlijk’ hebben gevonden? Tevens kon ik de hand leggen op een live-opname uit dezelfde tijd, waarin het tegendeel van punk werd gespeeld: LA rock door een sessiemuzikantenband voor Patti Austin. Ze brachten onder meer het nummer ‘Jump for Joy’, dat de tiltknop van mijn vooroordelen beroerde – evangelische blijheid. Wellicht is de titel ontleend aan de masserend omverwerpende musical uit 1941 van Duke Ellington. Er moest gesprongen op zekerheden, terwijl de hippies en punkers nietschzeaans op het koord leken te balanceren. Maar waar heb ik het over? Indien kindjes vrolijk zijn of iets zeer graag willen, stuiteren ze werktuiglijk. En de rest van de mensheid in de Lage Landen, gedomesticeerd, kent de term ‘springlevend’, volgens mij toch betreffende de preapocalyptische fase.
Veel woorden om te bekennen dat ontroering mij omgaf bij het zien van youtubebeelden van die jumping sundays. Scheen er ander licht? Natuurlijk ken ik de demon van de nostalgie, van de sepia, niet het minst door reclames. Zoals van Kanis & Gunnink, in de jaren tachtig, waar op een quasi-achtmillimeterfilmpje ook ‘hippies’ in gezamenlijk geluk bijeen waren; op een of andere manier hoorde ik daar terstond de discussie onder de marketeers doorheen met welke rekwisieten het veiligst en meest effectief de ironische afstand kon ingebouwd, hetgeen me destijds resoluut deed besluiten nooit meer koffie van dat merk te drinken.
Maf, ik heb nooit geloofd dat ‘vroeger alles beter was’, behalve culinair, en wellicht heeft dat duo weemoed & allergie zelfs niet met een specifiek decennium te maken. Ik geraakte eens in een omwaterd ministadje, dat een nagebouwde jarendertigwijk bleek. Moesten daar toeristen mee gelokt? Op welk verlangen mikte men dan? Iets ‘authentieks’, verwijzend naar een tijd dat er een gemeenschap bestond en waar problemen exclusief bij les autres lagen? En is het verschil met een andere decorshifttrend, het ecologische wwoofing, gradueel of immens? Van het stadje memoreer ik uiteindelijk slechts rubber isolatielappen om de schoorstenen en ‘saté met friet’ op een menukaart.
Moet je wel of geen idealen hebben om daaroverheen te stappen? Wat kan zonder voorbehoud echt heten? Zouden er nog onderwerpen structureel kunnen verontrusten en dus uit de trechter van de personencultus weten te blijven? Ik werd gewezen op een bericht dat niet voor de poes is: grootscheepse militaire plannen om de EU te vrijwaren van al dan niet door natuurrampen op drift geraakte vluchtelingen en armoede en ziekte, en om een surplus aan grondstoffen te garanderen. Dit is bedacht door een onafhankelijk bureau, dat bestaande afspraken echter niet kan verhelen. Terwijl Motivaction, waar ik het de vorige keer over had, tenminste ook wat had ontdekt voor een theemerk (dat het kansen heeft tegenover koffie), zijn hier alle middelen, van hightech wapens over spionage tot gelegenheidscoalities, vanuit een synergetisch of holistisch idee geoorloofd. De begrippen ‘Fort Europa’ en ‘preventie’ krijgen er een dimensie bij. Een agenda van het crisismanagement: eigen rijkdom eerst!
Waarom blijft het hier stil over? Te absurd, te paranoïde om waar te zijn? Of te groot om te vertalen in getuigenissen en, omdat – als ik met een persoonlijk voornaamwoord even een seculiere pater mag uithangen – we er allemaal bij zijn betrokken, voor door wetenschappelijk pluimvee ondertekende petities? En waarom houd ik het zelf bij het bericht, dat een rapport samenvat waar ik mechanisch doorheen scroll? ‘The views expressed are those of the authors and do not represent those of the European Commission’. Staaft het, mocht het kloppen, simpelweg mijn cynischer gedachten? Wellicht zouden hippies al tegen zulk ‘imperialisme’ op de barricaden zijn gegaan, hadden punkers er om gebulderd dat de destructie zo nabij was en baden relirockers dat Iemand ons zou bijstaan. En wij? Springen we nog ergens voor uit onze stoel?
Niet Urbanus. Churchill merkte het op tegen minister-president Gerbrandy en die gaf het niet geestig bedoelde antwoord - volgens de overlevering, dan hè.
BeantwoordenVerwijderen