zondag 26 mei 2019

Mijn koningin of de jouwe




Kriskras lezend door de interessante artikelenbundel Pijnlijk mooi van Marc De Kesel en Anne Marijke Spijkerboer, beland ik in een betoog dat opent met tekst en beeld uit Alice in Wonderland. Mijn blik passeert dan Bataille en Maritain, ziet weer een tekening uit Lewis Carrolls klassieker voor jong en oud terwijl iemand me iets vraagt en ik verstrooid antwoord en de lectuur hervat en mijn gedachten teruggaan naar de vraag terwijl ik verder lees tot en met een citaat, dat zo eindigt:

‘De koningin kwam op me afsnellen, zette haar voet op mijn keel en riep met een huiveringwekkend stemgeluid: “Weet jij wie ik ben?” En ik zei: “Of ik dat weet. Je hebt me zo lang verdriet en pijn gedaan, je bent de rede van mijn ziel”.’

Och ja, dacht ik, verrukkelijk nog steeds die koningin, die bij de onnavolgbaarste aanleidingen dieren wilde laten onthoofden. En Alice die dan schipperde en door het toeval van een nieuwe gebeurtenis een handje geholpen werd, niet het minst omdat de koningin haar bevel alweer vergeten leek.
Wel stond me bij dat de koningin vooral iemand van het woord was, op het dadenloze af. Dat ze een voet op andervrouws keel zette! Dat boek zou ik moeten herlezen. Temeer omdat ik het antwoord van Alice ook niet representatief vond, voor de herinnering die ik van haar had. ‘De rede van mijn ziel?’ En was Carrolls boek inderdaad een ik-vertelling?
Tenminste wilde ik de voetnoot in de studie benutten om het citaat terug te zoeken. En toen bleek dat het niet uit Alice in Wonderland kwam, maar uit de Visioenen van Hadewijch (vert. Imme Dros).
Gelukkig ontbreekt het me aan parate kennis, dus ik voel me niet geroepen om verbanden te opperen die mijn mislezing alsnog enige basis verlenen. Als het echt moet weet ik uit Alice in Wonderland wel een citaatje waarvoor ik zelfs op mijn geheugen durf te vertrouwen:

‘It’s a poor sort of memory that only works backwards, the Queen remarked.’

Toen ik dit voor het eerst las, wist ik niet dat ik een soort schrijver zou worden. Wel dat ik het een idee van zo’n tweebaansgeheugen even aantrekkelijk als angstaanjagend vond. Het zinnetje heb ik ongetwijfeld voor me uit gepreveld, zo vaak dat het in mij plaatsnam. En toen het er op een goede dag alle schijn van had dat ik een soort schrijver was, schreef ik het zinnetje met vulpen in een schrift (dit is lang geleden).
Niet dat het nodig was, maar zo behoorde het tot de kandidaten voor een motto van een boek – dat alleen nog eventjes moest worden geschreven. In de toekomst, vrees ik nu. En Alice in Wonderland herlezend in de knappe vertaling van Nicolaas Matsier, blijkt mijn zinnetje in Through the Looking Glass te staan:

‘Het is een armzalig soort geheugen dat alleen maar achteruit werkt, merkte de koningin op.’

In poor had ik altijd meer medelijden gehoord dan ‘armzalig’ voor mij inhoudt. ‘Petieterig’, ‘beperkt’, ‘schrijnend’, of wellicht ‘triest’ of ’treurig’? Maar in Matsiers keuze is het zoetsappige ‘zalig’ efficiënt inbegrepen. Opgelucht dat er stielmensen bestaan.
De vertaling deed me bovendien beseffen alweer lang uit Nederland weg te zijn. Een stuk vroeger in het boek, nog gewoon in Alice in Wonderland, vraagt de kat:

‘Hoe staat het leven?’

Dit is een belangrijke vraag, zeker vandaag hier in België, waar iedereen verplicht naar de stembus trekt om Europees, nationaal en gewestelijk een keuze te maken. Maar zoals Matsier hier laat polsen naar het welbevinden… de kat spreekt een variant uit die ik decennia niet meer heb gehoord. Dit is taal van de ooms uit mijn jeugd (tantes vroegen veeleer ‘Hoe gaat het met je?’) Matsiers vertaling dateert uit 1989, dus deze herinnering zou bewijsgrond kunnen hebben. En het origineel heeft evenzeer wat vriendelijk formeels dat in het midden laat of er interesse is: ‘How are you getting on?’
Dat ‘hoe gaat het met je’ (of: ‘hoe is het met je’) werd vervolgens ‘hoe gaat het’ (of: ‘hoe is het’). En daarna, maar toen woonde ik al in België en klonk alles vreemd, ‘hoe gaat-ie?’.
Zelf begroet ik hier – als Nederlander niet-stemgerechtigd, wel belastingbetalend – medeburgers zekerheidshalve al jaren met ça va? Ronder, nageaapt Vlaams dus, voorbij mijn redelijke vermogens. Zoals Hadewijch de gelukzaligheid van het niet-weten ten deel viel.
In het boek Pijnlijk mooi wordt uitgelegd dat dit een kwestie is van permanente vernieuwing, om een ziel te benaderen die ik maar even een gesprek noem tussen ik en mij. Het heldert aan de wereld op hoe het met het leven staat, daarstraks nog en straks misschien ook. Hopelijk zonder het hoofd te verliezen.

1 opmerking:

  1. 'Het heldert aan de wereld op hoe het met het leven staat, daarstraks nog en straks misschien ook. Hopelijk zonder het hoofd te verliezen.'

    Dit is hoe dan ook de ontroerendste zin die ik in tijden heb gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen