Nu het
luidruchtigste deel van de Lage Landen werktuiglijk gelooft in Ajax’ herovering
van de wereldzeeën, te beginnen met het meertje in de buurt van de fameuze
metropool Hotspurs dat Champions League heet, is het zaak de teleologie ook in
de taal te bewaren.
Voor 99% was het volstrekt
logisch dat de Amsterdammers alvast
de Nederlandse beker wonnen, een opwarmertje tegen die slappe sigaren uit
Tilburg, maar gelukkig is er altijd een 1% die de geest scherp houdt. Het
officiële spandoek bij de prijsuitreiking bewees voor hen dat een f’je zo
gevlogen is.
Fuck man.
Toch vond ik bekerinale een mooi en passend woord.
Van Ajax’ pretenties levert het op klank en metrum al de heroïek (olympiade), de artisticiteit (biënnale) en de gezondheid (bionade). Het signalerende artikel gaf meer voorbeelden van zulke
verschrijvingen uit de sportgeschiedenis. Ze stonden veelal op de achterkant
van shirtjes, bevattende het nummer van de atleet en, bovenal, zijn naam.
Hoewel foto’s harde
bewijzen gaven, moest ik zelf soms steun zoeken bij het onderschrift. Behalve
bij ééntje: andesron. Nochtans had
ik nooit van de dienstdoende Engelse voetballer gehoord. Maar allicht moesten
die ‘s’ en die ‘r’ andersom. Een poëticaal verstrooidheidje?
Ja, nu heb ik me hangen.
Dankzij het geheugen van de zoekfunctie op mijn computer schiet me te binnen dat
in
Een cheque voor de tandarts (1967) Bernlef
over William Carlos Williams schreef dat deze voor diens laatste bundel
weliswaar twee prijzen had gekregen maar ‘toch is mijn poëzie nooit erg
populair geweest en hebben niet veel jongeren er zich door laten inspireren.’ Het
is een soort feit dat Bernlefs poëzie inderdaad nooit zo is gewaardeerd; de
jonge Maximalen namen haar zelfs als afschrikwekkend voorbeeld.
Een heus
complot! Met een gezonde dosis paranoia heet men altijd een stapje voor te
blijven. Vroeg Bernlef er dus om? Of was het de zetter die zijn manuscript in
een moment van onachtzaamheid herschreef zonder dat de auteur het in de smiezen
had, evenmin in de drukproeven?
Mij valt op dat het
zelfs bij ervaren blinde typers aanbevelenswaard is pas de toetsen in te
drukken, nadat alle tien vingers op de juiste positie staan. Ik spreek hier uit
ervaring, al heeft ze me ooit wel een notitie opgeleverd die in programmatisch tekstje voor een literair
tijdschrift belandde:
Nokxpmfrt. yrhr;okl s;hr,rrm rrm
;ovjyr brtdvjiobomh bsm fr jsmf" fr omhrvs;vsi;rrtfr gpiy. nreidy
dvjs,[rmfr yss;/
Onder de eerste vijftig
inzenders van de goede oplossing verloot ik evenveel stukjes uit de neus van
een bekende oud-voetballer of twee zoenende goden naar keuze.
Tegenwoordig, nu spieren
en botten strammer worden, kijk ik zekerheidshalve al tijdens het verschijnen
van letters op het scherm. En dan verandert een collega net zo makkelijk in een collage.
Omdat werken leidt tot wreken?
Ten slot van deze warming-up even melden dat er veel verschrijvingswerk
zit aan ‘verfomfaaid’. Het woord blijkt aan te zuigen
in Van Dale. Uit die informatie begreep ik eveneens dat bij
gebruikers van dat woord zich de ‘r’ opdringt, maar liefst op twee posities
tegelijk (hier kan Ajax een voorbeeld aan nemen). De reden zou liggen in onverwante
termen als ‘fraai’ en ‘frommelen’.
In het allerverschrevendste
geval wordt ‘verfomfaaid’ tot ‘verfromfraaid’. Zeg dat maar eens tegen de
mannen van Tottenham. Misschien horen ze fromfright, wat zoals genoegzaam bekend een angst is
voor het hebben van een statische afkomst.
Onder groene
zoden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten