zaterdag 25 januari 2025

In geval van twijfel

 

 

 

Opa vertelt alweer. Uit West-Noordbrabant, en later heel Nederland, kende ik ‘eh’ en ‘uh’ en ook ‘ehm’. Verder was me, veel minder frequent, het ironische, stripfiguurachtige ‘eeuwh’ bekend. Dat zou ik vanaf 2001 in Vlaanderen herontmoeten. Toch nog een aanknopingspuntje in mijn nieuwe woonland, waar bij twijfel plots de a-klank domineerde. Tot in de meest expliciete versie ‘Aahm’.

Als een soort gestrekt amen. Met al mijn schematische kracht besloot ik dat dit een katholiek residu was: aan het Zuiden weer eens de muziek, aan het Noorden het woord.

Tot zover de herinnering, die hooguit opflakkerde wanneer ik ‘Oote’ herlas, het klassieke gedicht (1952) van Jan Hanlo dat op twijfelgebied wel wat opties heeft:

 

(…)

Eh eh euh
Euh euh etc.

(…)

Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh

(…)

 

Hiervan heeft Tom America, die opereert vanuit Centraal-Noordbrabant, in 1990 een geweldige muziekversie gemaakt, uitgevoerd door zijn band MAM. Hij zingt het ‘eh’ inderdaad anders dan ‘euh’. Het laatste heeft helemaal de klank van neus. Ook zingt America ‘etc.’ helemaal uit tot ‘et cetera’, dat ritmisch fijne mogelijkheden biedt en dat MAM extatischer brengt dan ‘(etc.)’ uit elders in Hanlo.

Ik moest aan dit gepriegel denken, nu het nieuws al dagen in het teken staat van de wortelkleurige – ja, ik ben kleurenblind maar niet colour blind. Conform de geplogenheden van zijn biotoop stak hij een heel verhaal af, met woorden waarvan de betekenis zo sterk afweek van wat mij was geleerd, dat ik al spoedig luisterde naar een Latijnse mis.

Vastberaden naar het eeuwige leven.

Bij deze muziek dacht ik iets spectaculairs te ontdekken. Elke ‘eh’ of variant daarvan ontbrak. Omdat de wortelkleurige vooralsnog wordt gerekend tot het menselijk ras, deed hij iets uitzonderlijks. Ieder kind kan dat bevestigen. Het spelletje Geen ja, geen nee herinner ik me al als lastig, maar daar schijnt een upleveled next version van te hebben bestaan, Zeg ’s euh, dat pas echt extreem moeilijk bleek.

Maar misschien beheerste de wortelkleurige het onmogelijke omdat zijn verhaal was uitgeschreven en hij het dus louter moest nazingen. Dus raadpleegde ik het eerste interview dat hij vervolgens gaf. En toen deed hij het! Niet vaak, maar toch. Wanneer hij leek na te denken, zei hij zoiets als ‘Aaaah’. Op geheel eigen wijze, een kruising tussen een orgasme en gestoken worden door een mug.

Toen katapulteerde (wie A zegt moet ook B zeggen) de wortelkleurige me terug naar mijn vroegste Vlaamse jaren, aan het begin van de millenniumwisseling. Hey, ze waren daar hun tijd ver vooruit!

Ik vrees dat dit verhaal een verhaal van niets is. Misschien voeg ik er het best een wetenschappelijk te onderbouwen hypothese aan toe. Omdat ik te traag ben, kijk ik altijd met ondertitels naar de BBC. Mij bekruipt de indruk dat deze klassieke omroep ‘eh’ bij Amerikaanse films schrijft als ‘uh’ en bij Engelse films, uit eigen land dus, als ‘erm’.

Overigens ben ik van mening dat het moreel onhoudbaar is om leraren zonder smartphone uit te sluiten van een lerarenkaart.

zaterdag 18 januari 2025

Een andere wang

 

Sla hem, sla hem niet. Laat hem praten,
het deert je vriend. Na de conversierate
met bagger deert praat van die daar niet.
Sla hem dus en zacht, maar sla hem niet.
Laat Versace uit de vis, de stakker heeft
de piet met gaten zonder dat er pis op is.
En hier? Het beest spaart tekens en zweet
breekt niet. Sla de regels in.

woensdag 8 januari 2025

Veilig voor de honden

 


 

 

Na een politiek rampjaar is het werkelijk 2025 geworden. Past het dan om vooruit te kijken of om te anticiperen? Ik geloof dat ik graag hoop. Daarin wil ik standhouden, maar niet zonder de wereld te versmaden. Waarin ik bovendien nog iemand heb rondlopen die is opgekrabbeld als dichter en aldus extra vragen op zijn bordje serveert.

Wat te dingessen?

Graag spiek ik. Zoals bij Charles Ducal, die op de tweede dag van het jaar een gedicht publiceerde dat hij ook inleidde. Het gaat over degenen die de toekomst heten te zijn. Maar in Gaza werden ze na 7 oktober 2023 zodanig opgejaagd wild dat ze volgens recent onderzoek hun hoop hebben verloren: ‘96 procent van de ondervraagde kinderen heeft het gevoel dat hun dood nabij is, terwijl 49 procent heeft aangegeven te willen sterven’.

Het ligt niet in Ducals aard om daarover te zwijgen. Hij heeft vier strofen nodig en een losse slotregel.

 

NIEUWJAARSWENS

 

De kinderen zijn bang, majesteit, bang

van de honden die dolen door het puin

op zoek naar mensenvlees, en waarop

op uw bevel niet mag worden geschoten.

 

De kinderen weten dat zij sterven moeten,

er is geen eten meer en door het tentzeil boort

de kou. U bent de enige in wie zij nog geloven,

U brengt de dood, U houdt uw woord.

 

De kinderen willen sterven, majesteit.

Ze vragen of het mogelijk is nog één keer

in een bed te liggen waar het warm is

in een huis dat overeind is blijven staan

 

op uw bevel, en of ze daar inslapen mogen,

veilig voor de honden, om ’s ochtends

ongeschonden, in hun mooiste lichaam,

door de engelen te worden gevonden.

 

Kinderen geloven nog in wonderen, majesteit.

 

Dit oogt als een kalm gedicht, maar volgens mij is het geen toeval dat het enige eindrijm nogal geladen is: boort/woord. Is taal inderdaad kapotgegaan door de werkelijkheid? Voor Noord-Nederlanders sowieso, door dat ‘bang van’. Maar het zou flauw zijn wanneer slachtoffers met betweterij worden bekleed, terwijl het gedicht zoekt naar oplossingen. En (een) dader(s )?

Vanwege een schier onoverbrugbare hiërarchische kloof bouwt Ducal naar ik vermoed voort op een Vlaamse traditie. In een zogeheten nieuwjaarsbrief geven kinderen op krukkig rijm de zeemzoetste versie van zichzelf en brengen hulde aan een ouder (vader, moeder, grootouders, peter, meter). De braafheid dampt ervan af en de aangesprokenen waarderen dat dan met een cadeau of geldbedrag.

Hier zal de Belgische koning Filip de aangesprokene zijn en richt een onderdaan zich strohalmgewijs tot hem, zoals in Max Havelaar Multatuli dat deed tegenover Willem III. Een verschil met die proeve van wereldverbetering is wel dat de ik bij Ducal geïmpliceerd is. Vergeleken met nieuwjaarsbrieven is deze ik ook ouder en is de concrete situatie oneindig veel schrijnender.

De koning heeft natuurlijk een rare positie in een gedicht dat verandering wil forceren. Hij mag geen uitvoerende macht hebben. Zijn optreden is per definitie protocollair. Anders dan dat van Benjamin Netanyahu, bijgenaamd King Bibi. Of dat van een Amerikaanse president, tegen wiens Vietnamoorlog ooit Boudewijn de Groot, ook in de aanspreekvorm en ook met de slaap centraal, artistiek protest aantekende.

Uitgerekend tot het protocol van de koning behoort het uitspreken van nieuwjaarswensen. In 2024 deed Filip dat evenzeer. En de aanleiding vond hij in een verontruste en verontrustende brief van middelbare scholieren, die de leeftijd hebben van degenen met wie Ducal meeleeft. De koning stelde:

 

Redenen voor hoop zijn er altijd. Hopen is niet passief wachten op een betere toekomst. Hopen is zich engageren om te bouwen, om samen op weg te gaan naar een meer rechtvaardige en respectvolle wereld, waar elk kind wordt verwelkomd als een schat aan beloften.

Een wereld zonder oorlog of zonder lijden is natuurlijk een illusie. Maar dat mag ons niet tegenhouden om ervoor te blijven ijveren.