Nu er na jaren ineens
een bundel is opgeborreld, oriënteer ik me op wat er zoal voorafging.
Joost Oomen is
vermoedelijk de bekendste dichter van Nederland. Bladerend door Lievegedicht (2023) verwijzen lettertype en -dikte en het ontbreken van
kapitalen me naar Lucebert.
Vreemd, Oomens poëzie lijkt vederlicht, toegankelijk, grappig,
escapistisch en biedt vele opsommingen met varianten.
Net nadat ik heb besloten dat er geen enkel verband is met
Lucebert, krijgt mijn brein oren bij de slotstrofe (p.22) van het lange gedicht
‘De aardbeiboom’:
ik lag languit als een bolletje
(dit is onmogelijk en heerlijk)
de wind waait over mijn buik vol lucht
en ik zing en verzin cadeautjes
en ik zing
Ik beland alsnog bij het historische voorbeeld, het
openingsgedicht van de afdeling de
getekende naam, beginnend met de verleidelijke regel ‘ik draai een kleine
revolutie af’. Dat eindigt zo:
ik draag schuimende koppen op mijn hoofd
ik draag schietende schimmen in mijn hoofd
op mijn rug rust een zeemeermin
op mijn rug rust de wind
de wind en de zeemeermin zingen
de schuimende koppen ruisen
de schietende schimmen vallen
ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af
en ik val en ik ruis en ik zing
Wel doemt de kwestie: opereert hier een pretentieuze dichter
of een pretentieuze lezer?
***
Ditmaal haalde ik de nodige muziek uit contreien die me volkomen
vreemd zijn. Centraal staan twee mierzoete populariseringen van Chopins Étude
Op. 10, No. 3, in E groot, beter bekend als Tristesse.
Ze zijn van Tino Rossi (‘L’ombre s’enfuit’) en van Jo Stafford (‘No Other
Love’).
Nu het tekstbestand bij de vormgever ligt, word ik onzeker
en struin YouTube af. En verglijd in de tijd wanneer ik kom bij een Rossi-uitvoering met
typische beelden. Ze hebben me vaker gecharmeerd, en vormen een genre op zich.
Platenbezitters die hun kostbaarheden zelf op hun pick-up leggen, en de naald
voorzichtig op de elpee laten vallen.
Ditmaal zie ik de bezitter na die handeling zelfs uit beeld
lopen. Maar in de zonnige kamer blijft zijn schaduw gedurende het hele nummer zichtbaar.
***
Van ‘No Other Love’ blijkt ook een uitvoering door The
Lettermen te bestaan.
Over dit close-harmonytrio
leer ik nu dat het zich distantieerde van een componist uit zijn repertoire. Toen
The Doors-zanger Jim Morrison in maart 1969 werd opgepakt wegens onzedelijke
toestanden, deden de nobele mannen dezelfde maand mee aan een Rally for Decency (samen met Anita
Bryant, Kate Smith en Jackie Gleason).
De harten
van dertigduizend tieners moesten daar worden gewonnen voor maar liefst vijf
deugden: ‘belief in God and that He loves us; love of our planet and country;
love of our family; reverence of one’s sexuality; and equality of all men’.
Het evenement ontlokte een
solidariteitsbrief aan Richard Nixon. Deze jeugd van tegenwoordig was
tenminste ergens vóór! De rally sterkte de president in zijn geloof dat de
jongere generatie ‘our greatest natural resource’ was.
***
Aan het begin van zijn bundel schrijft Oomen dat het woord
‘garnalenkroketjes’ wegens dyslexie en afasie kan veranderen in
‘garnalenorkestjes’.
Helemaal aan het eind van Lievegedicht staat het woord ‘postelastieken’. Ik staar er seconden
naar. Heb ik de Van Dale nodig? Dan blijkt
mijn brein de klemtoon te hebben verlegd. Doordat ik minder dan een maand geleden
fietste langs de Abdij van Postel?
Beter kan ik me afvragen wanneer ik die elastieken voor het
laatst heb gezien. In België nooit. Zijn die dingen echt tot de herinnering
veroordeeld? Als kind raapte ik ze altijd op, van de straat, uit goten of op
stoepen. De postbode was een held want bracht handgeschreven berichten van
verre.
Mocht dat nu al niet meer duidelijk zijn, dan weet ik geen
andere oplossing dan het invoegen van een koppelteken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten