zondag 8 januari 2023

Redacteursingreepje

  

 

Geen groter held dan Greta Thunberg. Haar strijd tegen de verkloterij van de planeet dient een doel dat met recht universeel is en zou, zoals andere idealisten van onze tijd bewerkstelligen, de geesten nooit mogen kunnen scheiden. Mij interesseren daarom simultaan de vragen die deze strijd oproept. Alleen al voor de actualiteit, evengoed in mijn minieme sector.

De laatste dagen waait er in Vlaanderen stof op uit een container met afgeschreven (impopulaire, gedateerde) boeken, die door de universiteitsbibliotheek van Gent buiten was gezet. Hadden studenten daar niet even een keuze uit mogen maken? Een ingezonden brief detecteerde een afgeschreven klimaattitel die bij Bol.com 136 euro kost. En hekelde terecht de geruststelling dat ontbrekende titels altijd uit andere bibliotheken naar Gent gedirigeerd konden worden: onnodige belasting voor het milieu!

Toch liet dit evenement niet de hele werkelijkheid zien. Daar belandt de containerinhoud in een geavanceerde papiermolen waaruit ze tot pulp wederkeert. Een gangbare procedure in de boekenbranche, helemaal vanwege de overproductie van titels. Vanuit Thunbergs perspectief wordt hier zelfs een fijne kringloop beschreven, klaar voor hergebruik in een nieuwe ronde boek-op-de-markt-plemping.

Het voorval sorteert een ideeënconfrontatie. Wat vindt iemand ethisch en wat niet? Mij bracht het een andere gangbare praktijk in herinnering. Daarin brengen recensenten gekregen titels die hun uit het onafzienbare aanbod niet liggen, naar het antiquariaat dat die input honoreert met klinkende munt. Die titels hoeven niet ingekeken te zijn, en ware boekenkenners weten dan ook in welke winkel welke recensent restvoorraden lucratief dumpt.

Ik kan me niet voorstellen dat iemand hier wakker van ligt. Hooguit zou het volgens een bepaalde ethiek recensenten sieren hun onnutte titels voort te schenken in plaats van te verkopen. Maar vermoedelijk zal het ethisch ook te verdedigen zijn dat ze een centje bijverdienen in een branche die matig bepaalt.

Pas bij zichtbaarheid van deze praktijk (camerabeelden van de verkoop!) kan er verlegenheid ontstaan. Zo werkt het nu, sociale media hebben daar hun verontwaardigde zelfrechtersrol te spelen. Bijzonder is dat Thunbergs strijd bij levende beelden juist aan kracht wint. Vaak relativeren ze mensen met een niet-bedrijfsmatige missie, die er ‘kleine kantjes’ van krijgen, zoals dat in Vlaanderen heet – maar bij de Zweedse gebeurt het tegendeel.

Ik herinner me digitale krantenkoppen over haar ‘hypocrisie’ met een hi-tech bootje naar Amerika te gaan dat veel energieslurpender zou zijn dan een vliegtuig. Mijn woede over die jij-bakkerigkheid was machteloos, misschien mede doordat er in het groot iets gebeurde dat old fashioned redacteuren plegen te doen: sic invoegen (tussen blokhaken). Ik wist niets beters dan die artikelen niet te openen. Maar toen ik later een documentaire over Thunbergs belevenissen uit die tijd zag, werd me duidelijk hoe hallucinant lang en zwaar de overtocht was geweest.

Een andere documentaire portretteerde het wel en wel rond zo’n WEF-conferentie in Davos, met droevige bijrollen voor Bolsonaro en Al Gore. En voor Greta Thunberg, leek het. Totdat ze haar tentje buiten in de sneeuw opzette en daar een brief schreef naar de organisator, uiterlijk de beschaving zelve, over de vernietigende luxe die hij liet voortbestaan met zijn pretenties. Hardop voorgelezen behelsde de brief het waardige einde van de documentaire.

Onlangs deed ze weer iets heroïsch. Daar heb ik over gelezen, bij Rebecca Solnit. Ze besprak een reactie die Thunberg gaf op een fameuze kickbokser, Andrew Tate, van wie ik volgens het voorspelbaarste cliché nooit had gehoord (wereldvreemdheid is een keuze). Er bleek veel sociaalmediale inkt over gevloeid. Temeer omdat ze erg grappig was geweest, wat kennelijk een verrassing is bij activisten. Hoe treurig, dat vooroordeel, en zeker bij Thunberg – wat er ook tegen verengelsing valt in te brengen, zij bedient zich van dit esperanto soepel en ad rem.

Maar waar het mij om gaat is dat Solnit van die kickbokser een type maakte, waarbij zijn gedrag zogezegd werd gehomogeniseerd tot groepsgrootte. Altijd griezelig, vind ik, maar mij vind je dan ook niet op de opiniepagina. Solnit dus wel en ze spijkerde de man vast op een ‘snijpunt van machogedrag, vrouwenhaat, vijandigheid’. Het was dat snijpunt dat de taalmaniak in mij op zoek deed gaan naar het origineel.

En ja hoor, in The Guardian had Solnit geschreven over ‘the intersection between machismo, misogyny, hostility’. Waarmee ze zich op haar beurt bekende als een homogeen vrouwentype. Dat vergt feitelijk een hoop uitleg, die ik al vaker probeerde te doen. En die bovenal voorbij zou gaan aan wat me bij de oorspronkelijke versie opviel.

Hoe je ze ook wilt noemen, snijpunten of intersecties: hun geboorteland is de Verenigde Staten. Ze hebben van daaruit de hele wereld bereikt, ook waar een sterk gelijkende taal gesproken wordt en waar The Guardian is gevestigd: Engeland. En laat dat nu volgens de wetten van de media Solnits opiniestuk hebben samengevat met een iets groter gezet bijna-citaat: ‘Thunberg’s funny exchange is a reminder of the connection between machismo, misogyny and hostility to climate action.’

Dat woord connection valt te vertalen als ‘verbinding’, maar dan zou ik een heel ander verhaal moeten beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten