zondag 30 oktober 2022

Drie dienstmededelingen

 

 

 

Genade! Achteraf vind ik het sneu op de universiteit te hebben geleerd een strikt onderscheid te bewaren tussen auteur en tekst. Toen kwam het ongetwijfeld van pas bij prototypes als Céline, Hamsun en Pound, in het voorbijgaan genoemd, maar inmiddels, in spannende tijden waar moralisme nooit ver weg is, had minder hulpeloosheid en meer handreiking van pas gekomen.

Toch was ik afgelopen week opgelucht het onderscheid, voortgekomen uit de ergocentrische literatuurbenadering, te kennen. Toen bracht een hyperlink me bij de rouwkaart van Aleidis Dierick, een marginale en behoorlijk goede dichteres van wie bekend was dat ze uit een bruinhemdenfamilie stamde en die ook afzichtelijke Vlaams-nationalistische verzen had gepubliceerd.

De rouwkaart, nog door de dichteres zelf opgesteld, leek een ideologisch testament te geven. Wat zou er in Nederland zijn gebeurd wanneer een auteur nog eventjes trouw verklaart aan pak ’m beet Mussert, de apartheidspolitiek, NVU en de Centrumpartij? Dit is voor mij geen retorische vraag, tout comprendre c’est tout pardonner, en ik heb nog geen Dierick-bundel uit de kast gehaald.

 

Die hyperlink kruiste mijn weg bij twee gedichten op Neerlandistiek.nl. Deze website heeft me de recente weken verwend door successievelijk wat Honingpot-blogposts over te nemen voor herpublicatie.

Een klein essay waaraan ik afgelopen week werkte, heb ik daar rechtstreeks ter inzage geboden. Het staat sinds vandaag online en gaat over inclusieve taal. Dit blijkt explosieve materie, keer op keer, al was het omdat ze steeds wordt opgezadeld met de idiote aanduiding woke waarmee na Tom Van Grieken nu ook Bart De Wever studentenverenigingen langsstruint.

Overigens is het essay licht uit de klauwen gelopen. Ergens in mij vecht kennelijk een nuancer, die zoveel mogelijk facetten van een fenomeen wil belichten, met een absolutist die wenst niet alles te relativeren en die zaken op scherp hoopt te zetten.

 

In verband en/of vervolg en/of desalniettemin. Mijn vorige posting deed een boude stelling over iets waarbij me kennis en ervaring ontbreekt: het vriendelijke Facebookduimpje. Volgens mij kon dat, in een schakel van een redenatie in het hoofd die ik niet meer slaag te reconstrueren, een uiting zijn van polemiek. Welja, veel meer mensen handelen oorlogszuchtig dan ze denken.

Naarmate de dagen vorderden begon ik me, mede omdat de redenatie foetsie was, ongemakkelijker te voelen bij de stelling. En toen bracht internetnieuws uitkomst. Het toneel was dan wel verplaatst naar de mij even onbekende communicatieapparatsjik WhatsApp, maar het bericht schetste een soortgelijk scenario.

Het duimpje-omhoog ervoeren sommige ontvangers uit de zogeheten Gen Z (nu 10 tot 25 jaar) als ‘passief-agressief’ en zelfs ‘vijandig’. Net zoals emoji’s niet alleen bleken te worden geïnterpreteerd als leesbevestiging maar ook als tekens van minachting en sarcasme. Deze betekenistoekenning zou dus generatieafhankelijk zijn. Nader onderzoek gewenst?

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten