zondag 31 oktober 2021

Lemma’s

 


 

 

Afval. Woord voor een cryptogram, met ‘voltooid’ in de omschrijving. Buiten deze denksport gaat het om niet-gebruikte restanten, meestal met betrekking tot spullen, vaak ook tot eten, soms wegens onopgeloste bijverschijnselen van uitvindingen (kernenergie), heel soms met betrekking tot mensen (oudere werklozen die arbeidsbemiddelingsbureau Werkse! had ondergebracht bij ‘het granieten bestand’).

Hol. Niet helemaal hetzelfde als put, al was het omdat een val in een hol niet strikt verticaal hoeft te zijn. Je kunt er zelfs in kruipen, en bewegingen dan onder controle hebben. Wat ook weer niet wil zeggen dat een hol aanzet tot zelfredzaamheid. Het blijft dus opletten, zeker met het Duits. Daar betekent Höhle hol en Hölle hel. En dan zwijg ik nog over het laatste, onvoltooide verhaal van Franz Kafka dat vertaald is als ‘Het hol’ terwijl het ‘Der Bau’ heet en door de tekstbezorger is afgesloten met een punt (die van bovenaf lijkt op een put).

Omstoten. Er bestond een spel waarin flessen water omver moesten worden gekegeld. Ik weet niet meer of je dan een bal tegen het glas trapte of gooide, of dat je als eigenaar van een fles zelf het water liet weggutsen, net zo lang totdat je een opdracht had vervuld. Volgens mij moest je een aantal keer rennen tussen twee dingen, maar welke? En wanneer was het spel voltooid? Het vond in elk geval plaats op warme dagen en veroorzaakte gelukzaligheid. Vooral de ploink waarmee de fles tegen de vlakte ging, de boog waarmee het water de hals verliet, je kleren natmaakte. Alles lekte.

Pijler. Behoort tot de Nederlandse woorden waarvan ik de spelling altijd moet nazoeken. (Ik vind ‘peiler’ ook veilig ogen, dat wil zeggen gestoeld op leeservaring, en aangezien ik elk lemma eerst aus einem Guss voltooi had ik het, eerlijk gezegd, weer fout gedaan.) Dus, wanneer je een pijler onder iets wegtrekt, valt de hele zooi om. Duidelijk. Daarnaast is mij verteld dat de economie rust op twee pijlers: geloof en vertrouwen. Dat vind ik eng. De mythische rechter Samson, langharig uit volksgebod en bepaald bokslustig met de ezelskaak, trok tijdens een totaalevenement tenminste nog gewoon pilaren of zuilen omver in een poging de onderdrukker te vernietigen. Wel stierf hij zo in dezelfde beweging mee.

Vogelvrij. Waartoe mensen verklaard kunnen worden en dan, schreef Roland Barthes, behoren tot een allochtone bende. Met hen hoeft niet gesproken te worden door de staat, er is ook niets aan de knikker in de samenleving. Wanneer de bende autochtoon blijkt, noemt deze geneeskrachtige taal haar echter een gemeenschap – een kooi vergeleken met de vogelvrij verklaarden. Meer dan vijftig jaar later neemt Teju Cole het begrip gemeenschap op in zijn actualisering van Flauberts onvoltooide Dictionnaire des Idées Reçues: ‘Dient vooraf te worden gegaan door “zwarte”. Blanken moeten het bij gebrek aan gemeenschap hebben van hun eigendommen.’ Hoe dan ook vervallen de uitgestotenen in de moed der wanhoop.

zaterdag 23 oktober 2021

En dan nog dit

 


 

 

Zware tijden voor mensen die nooit veel zorgen hebben gekend en plots menen dat ‘de onschuld verloren is gegaan’ – sinds ze kennisnemen van berichten en opinies over hun identiteit.

Afgelopen werd via een sociaal medium bijvoorbeeld duidelijk dat in De Efteling, de laatste jaren toch al niet erg gunstig in het nieuws, niemand minder dan Holle Bolle Gijs aan bezoekertjes die hem van afval voorzien ‘seks’ toewenst (terwijl hij in slecht Engels zonder mondkapje ‘thanks’ probeert te zeggen).

Het moet ook mogelijk zijn media zelf van binnenuit door te lichten. Vandaag had het zalige Karels Crypto in De Standaard maar liefst drie vragen waarvan het stereotypiteitsgehalte zou kunnen worden gewogen.

Ik som ze hier op, en om onverhitte beoordeling mogelijk te maken zal ik de antwoorden in de comment zetten: 

 

L wijdbeens in het knollenveld (11 letters)

N Duitse bepleistering (9 letters)

O ‘Ze hebben me in mijn land op diefstal betrapt’, zei de Saudiër… (8 letters)

 

 


vrijdag 15 oktober 2021

That’s why!

 

 

 

Onlangs zag ik de film Beyond Sleep (2016) van Boudewijn Koole, gebaseerd op Nooit meer slapen. Deze roman uit 1966 graasde ik, net als de rest van Hermans’ oeuvre, zo’n dertig jaar geleden af. En hoe het precies gebeurde is me nog een raadsel, maar na de film herlas ik dat ene boek.

Door de datering ontdek ik nu dat precies een halve eeuw Beyond Sleep scheidt van Nooit meer slapen. Toevallig in de cultuurindustriële hoogconjunctuur? Hermans zou daar misschien iets kwalijks in hebben ontmaskerd. Maar mij trof de film anders.

Op een gegeven moment loopt hoofdpersoon Alfred Issendorf, gespeeld door Reinout Scholten van Aschat, door het desolate Laplandse landschap een beetje voor zich uit te zingen. Niks voor die roman, lijkt me, maar een schot in mijn hart. Er weerklonk een van de mooiste nummers uit de Nederpopgeschiedenis. Het is exclusief geschreven door Jan Akkerman, werd met geweldige import-Poolse soul gezongen door Kaz Lux en heet ‘Naked Actress’.

Waar het op sloeg wist ik niet, maar wat een ontdekking! Alleen blijkt het allang opgemerkt, door Luc Brouns. Hij wijst ook op de passage uit het nummer die het in de filmplot moet legitimeren:

 

You know: I once watched a y dying.

Do you know why he had to die?

Because he was a y. That’s why!

 

Beetje flauw, natuurlijk. Wanneer er nu iets uit Nooit meer slapen bijblijft is het wel de plaag van insecten. En dan gaat het nog om muggen. Vliegen zoemen er slechts om het hoofd van Alfreds sherpa Arne, nadat deze de dood heeft gevonden.

Toch ben ik blij door de film ‘Naked Actress’ te hebben teruggevonden. Het nummer dateert uit de jaren zeventig, en is jonger dan het boek en ouder dan de hoofdrolspeler die het zingt (de regisseur heeft exact dezelfde leeftijd als ik).

In Nooit meer slapen zelf speelt één liedje, geafficheerd als achtergrondmuziek: ‘Skating In Central Park’ van The Modern Jazz Quartet. Dat is tamelijk contemporain, uit de film Odds Against Tomorrow (1959). Ik geloof niet dat het enige interpretatie op gang brengt. ‘Naked Actress’ doet dat evenmin voor de film, al zien we in het begin kabouter Alfred verwoed hakken in een landschap dat een bloot vrouwenlichaam blijkt. Moeder natuur, meent Brouns.

Met wat vliegwerk kan ik Akkermans nummer kleven aan de roman en aan Hermans’ manier van werken in het algemeen. Dan speel ik de regel ‘Perfection! That’s what I’ve got to find’ uit tegen de correcties en aanvullingen die de auteur in zijn boeken bleef binnenbrengen. Hij kon zijn fikken niet thuishouden!

Des te krankzinniger om in mijn editie uit 1979, die dan al tweemaal herzien is, een bizarre spelfout te ontwaren. Het betreft de scène waarin Alfred ten einde raad rauwe vis eet, ten overstaan van een doorsnee watervogel die Hermans aanduidt ‘een jong eentje’ (p. 210). Of snap ik de clou weer eens niet? Wittgenstein?

Het is vaker opgemerkt: stilistisch toont deze auteur zich niet erg verfijnd. Sommige hedendaagse lezers zullen bovendien moeite hebben met de ampele inzet van het n-woord en onbesmuikte personageoordelen over het zwakke geslacht, die in mijn puberjaren ‘vrouwonvriendelijk’ heetten en nu de sjibboletterm ‘misogyn’ torsen.

vrijdag 8 oktober 2021

No way to delay

 

 

 

 

Onlangs bracht de Britse band The Specials een reeks historische covers onder de titel Protest Songs 1924-2012. Wat een geweldig project! En hoe verbluft wist ik me er een versie aan te treffen van Frank Zappa’s ‘Trouble Every Day’.

Dit nummer kwam in mijn leven door de zalige live-elpee Roxy & Elsewhere (1974), waar toetsenheld George Duke – opa vertelde het ooit al – met gilletjes de gitarist in Zappa opzweept tot een grootse solo. Later leerde ik een coverversie kennen, ook live, van het Nederlandse supertrio Sjako! rond Wout Planteijdt. Pas in laatste instantie ontdekte ik het origineel, dat me bovendien vooral deed denken aan The Velvet Underground. Zappa bracht het op zijn debuutelpee Freak Out! (1966). Dat schudde ik slechts presidentieel de hand, blijkt achteraf.

Heden dus een verrassende, stomende rockversie van The Specials. Allereerst ben ik van mijn melk omdat dit gezelschap me uit de jaren zeventig-tachtig bijstaat als ska-band. Wel toonde het zich altijd maatschappelijk betrokken, zoals in ‘Ghost Town’, maar ook in de Livingstone-cover ‘A Message To You, Rudy’ en vooral in een oude Dylan-bewerking ‘Maggie’s Farm’ die duidelijk is toegeschreven naar de IJzeren Dame.

Verrast ben ik toch omdat het Zappa nummer, voor zover ik het beluisterde als niet-instrumentaal, over inactiviteit lijkt te gaan. De ik-figuur kijkt en hoort en ziet slechts. Daarop besluit het refrein gedecideerd:

 

So I'm watchin' and I'm waitin'

Hopin' for the best

Even think I'll go to prayin'

Every time I hear 'em sayin'

That there's no way to delay

That trouble comin' every day

No way to delay

That trouble comin' every day

 

Nu heb ik mezelf er al vaker op betrapt als literatuurmannetje absoluut doof te zijn voor songteksten, maar dan nog: wat heeft dit met een protestlied uitstaande? The Specials leiden me terug naar het origineel van Trouble Every Day’ dat een schokkende ontdekking oplevert: dat Zappa’s liveversie het leeuwendeel van de tekst skipt (rotwoord, maar beter dan ‘censureert’). Een enorme lap, die in het tweede deel van het origineel zit waar vierregelige coupletten plaatsmaken voor ademloos gesneer zonder gefixeerde vorm.

Op het moment dat de woede de overhand neemt, begint op Roxy & Elsewhere echter de gitaarsolo. En na dat lange instrumentale deel wordt het nummer weggedraaid, wat Zappa’s even verwarde als complexe opstandigheid smoort plus de grimmige tempoversnelling aan het slot van het origineel.

Hmmm, de liveversie heet ‘More Trouble Every Day’.

The Specials kiezen voor een middenweg, door een fragment halverwege te schrappen. Aldus neemt hun ‘Trouble Every Day’ expliciet stelling tegen racisme – een strijd die deze band van begin af voert. Anno 2021 verdwijnen zo wel bijtende Zappa-zinnen als:

 

Well you can cool it, you can heat it

'Cause, baby, I don't need it

Take your TV tube and eat it

'N all that phony stuff on sports

'N all those unconfirmed reports

You know I watched that rotten box

Until my head began to hurt

From checkin' out the way

The newsmen say they get the dirt

Before the guys on channel so-and-so

 

Die eenduidigheid vergroot allicht de opstand die The Specials prediken. Is die noodzakelijk? Ik denk van wel, altijd eigenlijk, maar nu zeker. Naast racisme waait het onrechten. Niet te negeren, ook niet in welvarende landen die ‘ongelijkheid’ op de agenda beweren te zetten.

Tussen al die topics domineert voor mij de sluipende vernietiging van onze planeet, maar dat schijnt lastig in muziek te vertolken. Dagelijkse dalles is wellicht voelbaarder, bij de schuldsanering en aan het lichaam, helemaal in contrast met anderen die dankzij slimme, gewettigde bankconstructies aan kapitaalvermeerdering kunnen doen.

Wat dat aangaat hebben The Specials voor hun project in eigen land plots de wind mee, nadat er een voorspelbaar nieuwsfeit de mensheid bereikte: de Pandora Papers. Juist in Engeland werd er profijt getrokken door een politieke prominent, niemand minder dan Tony Blair.

De ex-premier speelt ook een hoofdrol in de kakelverse, fascinerende documentaire Blair & Brown: The New Labour Revolution, over het als ‘Lennon en McCartney van de Britse politiek’ geafficheerde duo, waarin hij de eeuwig lachende babyface blijft die de socialistische ziel verkoopt (zoals in die tijd Kok en Schröder dat zouden doen, die daarna evenzeer zouden overstappen naar het bedrijfsleven). Bij dat proces fungeert boezemvriend Gordon Brown als antipode, de vroegoude eeuwige student-intellectueel, een beetje Michael Zeemanachtig.

In het eerste deel van de reeks tonen de makers zich, namens de geschiedenis, alvast opmerkelijk negatief over Blair. De vroegere Labour-leider Neil Kinnock noemt hem zelfs ‘Bambi’. En altijd weer moet het ongrijpbare begrip ‘verandering’ (change) het fundament leggen voor immoraliteit, waarin bijvoorbeeld een vakbond die opkomt voor zwakkeren een dinosaurus wordt.

Da’s nog eens Trouble Every Day!

Door hun rockversie weven The Specials een gitaarrifje dat me bekend voorkwam. Het bleek gewoon gekopieerd uit het origineel van Freak Out!, waarmee ik nooit echt heb kennisgemaakt. Misschien is het daarom dat het rifje mij krachtiger herinnert aan een stukgedraaid David Bowie-nummer dat in verband is gebracht met The Rolling Stones maar veeleer door deze Zappa kan zijn geïnspireerd: ‘Rebel Rebel’.

Hoe toepasselijk, die titel! (Hopelijk tot zondag in Brussel, bij de eerste grote klimaatmars na corona.)