Schelden is een kunst in permanente ontwikkeling. Uit mijn Nederlandse
jeugd hebben alleen ‘klootzak’, ‘zeikerd’ en ‘idioot’ het overleefd.
Laatstgenoemde zal een compromis zijn geweest, omdat ‘mongool’, ‘imbeciel’ en
‘(rand)debiel’ toen al beledigend werden geacht voor een kwetsbare groep. Het
alternatief ‘hufter’ raakte in handen van sociologen om als verhuftering een trend bij de opgang van
Pim Fortuyn te duiden. Toen ik naar België emigreerde was ‘halve zool’ in
opkomst, waarvan kenners wisten dat het een verbastering uit de Rotterdamse
haven was van asshole.
Ik stuurde mijn karretje even naar Memory Lane vanwege het
nieuws, dat een geachte afgevaardigde uit het Vlaams parlement op Twitter
een collega heeft bestempeld als ‘#viswijf’. Volgens mij spreek je dit uit als hesjtek viswijf. Bedoeld was Groen-leidster
Meyrem Almaci, naar aanleiding van haar eedaflegging voor genoemd parlement
waarbij ze bewust
had toegevoegd te zullen opkomen voor de universele rechten van de mens. De
geachte afgevaardigde die haar vervolgens met de hesjtek had gelauwerd, behoort tot het Vlaams Belang.
Op Memory Lane kreeg ik zelf ooit een verbod het woord ‘viswijf’
te gebruiken. Niet dat ik dit gedaan had, maar mijn ouders vonden preventie
hier belangrijk. Het ging volgens hen niet eens om schelden. Het woord drukte verachting
uit. Mij staat niet bij dat er een punt van werd gemaakt dat het alleen op vrouwen
sloeg. Dat ik me het verbod nog herinner, zegt iets over de impact die het
begrip voor mij had. In hun vakbijbel Dat
boek met die kuttitel. Schelden & vloeken in het Nederlands, een cursus
voor beginners en gevorderden (2015) citeren Bindervoet & Henkes een
evenmin onpregnant lied dat destijds door Ajax-supporters aan mijn favoriete
club werd gewijd en waarvan me niets bijstaat:
Ze zijn zwart, ze zijn geel
Ze zijn homoseksueel
Ik schijt op NAC
Jij schijt op NAC
Hij schijt op NAC
Wij schijten allemaal op NAC NAC NAC NAC NAC
NAC NAC
Wat draagt ‘viswijf’ in zich dat het wel een onvergetelijke indruk
maakt? Om in voetbaltermen te blijven, het woord degradeert een mens. Die wordt
een gebruiksvoorwerp, niet voor niets aangeduid met een onzijdig woord. Ik ben zelden
overtuigd van het gebruiksnut van ‘objectiveren’, maar hier is die term inzichtelijk.
Volgens mij kleven er aan ‘viswijf’ bovendien associaties die het woord extra beledigend
maken: niet-aflatend schreeuwen, markt en vrijhandel, stinkende seks. Het woord
klinkt zelfs onsmakelijker dan in collega-talen: fishwife, poissarde/harengère,
Marktweib, verdulera/rabanera, pescivendola/lavandaia.
Ik raadpleeg beter het Woordenboek
der Nederlandsche Taal. Dat onthult niet alleen het bestaan van de Friese
variant ‘fiskfrelle’, ook heeft ‘vischwijf’
uiteraard een verbluffend aantal voorbeeldcitaten uit de geschiedenis (‘Michelangelo kon als een viswijf te keer gaan’). Toch
opent het lemma met het feit dat het woord neutraal begonnen is aan zijn loopbaan
en toen duidde op een kleinhandelaarster in vis. Vervolgens meldt het Woordenboek echter dat ‘viswijf’ niet
meer bekend is ‘zonder ongunstige bijbeteekenis’, van onbeschaafdheid en
grofheid tot praten met nare woorden op een onaangename toon (‘kijven’).
De geachte afgevaardigde van het Vlaams Belang vindt Meyrem Almaci
met haar verwijzing naar de mensenrechten derhalve onfatsoenlijk én taalarm. Maar
in zijn argumentatie om tot dat oordeel te komen, deed hij iets opmerkelijks. Hij
vergat een persoonlijk voornaam woord. ‘Help. Daar gaan weer’, twitterde de geachte
afgevaardigde namelijk. Ik vermoed dat er ‘we’ ontbrak. Omdat hij toch al entre nous was? Het idee was
waarschijnlijk dat linkse politici zoals Meyrem Almaci moraliseren, preken, deugden
opleggen aan onschuldige derden, terwijl ze zich in hun dagelijks leven geen
snars beter gedragen en al bij al dus ‘hypocriet’ zijn.
Hier ontstaat een drama dat komisch zou zijn wanneer de aanleiding
niet zo triest was geweest. Op de door Almaci ingeroepen Verklaring
van de Universele Rechten van de Mens (1948) is inderdaad kritiek gekomen
dat ze een exclusief westers standpunt huldigde. Omgekeerd heeft het Vlaams
Belang er een specialiteit van gemaakt mensen met een migratieachtergrond te
verdenken van alles wat vies en voos is. Door iemand die welbewust een Belgisch
en Turks paspoort heeft een oer-Nederlandse kwalificatie te geven ontstaat er
tegenspraak met de partijbeginselen. De geachte afgevaardigde bezondigt zich
vanuit dat perspectief aan inclusief taalgebruik.
Mij lijkt hesjtek viswijf inmiddels onwillekeurig ook een nodeloos gecodeerde aanduiding voor de ultieme
lekkernij in Memory Lane die ‘visstick’ heette. Maar daarmee kom ik op een ander specialisme
van Bindervoet & Henkes. Misschien valt er uit hun vakbijbel in eerste
instantie hoop te putten dat betekenissen veranderen. Bindervoet & Henkes berichten
in hun lemma ‘uitzuiger’ bijvoorbeeld dat de vanzelfsprekendheden van het
kapitalisme een andere waardering voor die toch niet
minne term hebben opgeleverd: ‘vroeger een scheldwoord, nu een rolmodel’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten