Ik
voel me gevleid dat mijn commentaar op een recensie antwoord heeft gekregen van
de recensent zelf. Gijsbert Pols reageerde vandaag, nota bene
een hete dag die louter draaglijk is met de luiken dicht, op mijn vorige posting. Die ging over zijn
Koch-bespreking voor het recensieplatform De
Reactor.
Ik
begrijp nu beter waar Pols heen wilde en waarom hij redeneert zoals hij
redeneert.
Pols
erkent nu dat zijn interpretatie van Kochs Boekenweekgeschenk Makkelijk leven een reductie was. Ik poogde
te demonstreren dat Koch – nogal simpel en studentikoos, voeg ik zekerheidshalve
toe – de mogelijkheid open liet satire als zelfkritiek te lezen. Maar Pols
verdraagt domweg het verhaalrelaas niet en verlangt empathie die het boek bewust
niet geeft.
Waarom
dan zo’n lange bespreking gemaakt, zou een nuchtere kanttekening luiden. Of
waarom het literaire boek gelezen, als de trukendoos ervan door Pols opzettelijk
dicht wordt gehouden? Wel snap ik nu waarom hem in het Boekenweekgeschenk
het decorstuk Vedett opvalt: het is zijn biermerk niet.
Mij
bekruipt inmiddels vooral de vraag waarom Pols’ eigen empathie zich eveneens schijnt
te beperken. Hij wraakt met een beroep op statistieken namelijk uitsluitend
geweld tegen vrouwen. Terwijl er ook, zij het op minder grote schaal, geweld
van vrouwen tegen mannen voorkomt.
Als
man neemt Pols het dus op voor vrouwen. Galant en terecht, daar niet van. Maar
is het misschien ook niet een beetje, letterlijk, paternalistisch? Feministe Rebecca
Solnit begint en eindigt haar vlammende betoog tegen (seksueel) geweld tegen
vrouwen juist met de nuance dat niet alle mannen gewelddadig zijn, dat de
daders een minderheid uitmaken in hun sekse dat vrouwen evengoed partnergeweld
ontketenen.
Pols
weerlegt mijn idee dat hij over zijn alternatieve namen voor het Boekenweekgeschenk
eerst moest hebben geschreven. Daar heeft hij uiteraard gelijk in. Toch worden
die auteurs bij gebrek aan enige bewijsvoering veeleer gratuit dan singulier. Ze
krijgen symboolwaarden te dragen.
Dat
frappeert vooral aan Pols’ rijtje Marja Brouwers, Sana Valiulina en Astrid
Roemer. Ik durfde dat in eerste instantie niet te schrijven, maar ze belichamen
evident de rijkdom van de multiculturele samenleving: een vooruitstrevende
witte, een begaafde immigrante en een geëngageerde zwarte. Wenst Pols ook hier
louter de geluiden die hij nu eenmaal wil horen?
Omdat
Brouwers niet meer lijkt te publiceren, onderstreept Pols slechts haar representatie.
Over Valiulina was ik trouwens inexact. Haar roman Honderd jaar gezelligheid heeft niet Kochs Grachtengordel als decor
(daartoe dient de Bijlmer), maar als afzetpunt. Haar diagnose bevestigde daar wel
hetgeen Pols graag blijkt te lezen.
Roemer
is volgens Pols een ‘totem’ geworden. Op mijn beurt moet ik bekennen dat die hoedanigheid
in de hand gewerkt kan zijn door het gemor dat opsteeg nadat bekend werd dat
zij de P.C. Hooftprijs zou krijgen. Een onsmakelijke reactie op een kolossaal oeuvre,
die nog schriller wordt in de wetenschap dat het een jaar later stil bleef na de
toekenning van dezelfde prijs aan Bas Heijne (voor essay, maar ook voor de
lifestyle van een blanke middenklasse?).
Wat
is de status van Pols’ bespreking? Net als ik deinst hij terug voor spektakel
en nepdiscussies. Maar ik blijf denken dat zijn Koch-arbeid de door ons beiden
verafschuwde marktlogica slechts huldigde. Alleen principiële kritiek als die
van Pols kan een mainstream titel namelijk ensceneren als ‘spraakmakend’ dan
wel ‘controversieel’ – gelukkig heb ik geen weet van wat de tekst aanrichtte op
sociale media.
Het
dunkt me ook vanzelfsprekend dat De
Reactor én Knack Pols’ stuk publiceerden,
terwijl de minstens zo bekwame recensie op Samuel Vriezens Netwerk in eclips
beperkt bleef tot De Reactor.
Daarbij durf ik de stelling aan dat beide participerende media Vriezens boek
vele malen belangrijker hebben gevonden dan dat van Koch. Maar geen
aansprekende auteur, geen aansprekend genre… Indien echter een merknaam
als Arnon Grunberg over Netwerk in eclips had willen schrijven, dan had Knack uiteraard de loper tot en met de
printversie uitgerold.
Dergelijke
waarheden vallen onder de marktlogica, waarbij ditmaal Pols voor het verwachte spektakel
mocht zorgen.
Vandaag
zou criticus, essayist, dichter en redacteur Hans Groenewegen 61 zijn geworden,
ware het niet dat zijn teller op het ondermaanse alweer een paar jaar
stilstaat. Onlangs was ik eventjes in zijn werkkamer om zijn archief een beetje
te ordenen. Toen viel me pas echt op hoe hij zijn bijna zelffeliciterende
pleidooien voor complete datavergaring en zorgvuldigheid, voortgekomen uit een politieke
betrokkenheid, gestand had proberen te doen.
Voor
elke auteur die Groenewegen wilde bespreken, had hij mapjes. Daarin zaten tamelijk
krankzinnige hoeveelheden knipsels (recensies) en kopieën (essays plus
ongebundeld materiaal).
Opmerkelijk
dat Groenewegens postume boek op De
Reactor niet meer dan een signalement kreeg dat zelfs die (informerend)
ogende naam niet verdiende. Opmerkelijk voor een site die, zegt Pols, kwaliteit voorop zet. Maar misschien lag het aan de onbezoldigdheid der
redacteuren, waardoor volgens Pols wensen en ambities niet altijd ingewilligd kunnen
worden, dat er even geen tijd was om naar de tekst te kijken.
Ook
dan valt lastig te ontkennen dat het universum van besprekers en besprokenen op
de site nog altijd zo gesloten is als in de ideologische staat die Pols bij
Koch niet accepteert. En dat een minder marktconform genre als poëzie, ten
gunste waarvan Groenewegen ongeveer met 10 pk werkte, er amper aan bod komt.
Wat
mij verder ontgaat is hoe Pols kan suggereren dat de site neutraal is omdat ze een
platform heet te zijn. Alleen al de keuze voor besprekers en besprokenen
weerlegt dat. Hooguit is die ideologie impliciet, zeker in vergelijking met
mediapartner Knack.
Maar
misschien is het unzeitgemäß om op Groenewegens wijze te werk te gaan. Enige mate van
tastbaar, zelfkritisch streven en doorpakken vind ik desalniettemin aanbevelenswaard.
Ook bij het stipuleren van poëtica’s en historische constanten vanaf Willem
Frederik Hermans zoals Pols deed (en waarover commentdebat ontbrandde), en bij
het detecteren van politieke agenda’s die zijn oogmerk blijken te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten