In een supermarkt kun je uren talmen over welke boter je
moet kopen en dan nog twijfelen of het de goede keuze is geweest, maar grote
beslissingen neem je in een oogwenk en lijken nog verantwoord ook. Dat heet
tegenwoordig volgens mij serendipiteit. Consequentheid en logica wekken niet de
indruk er prominent bij aanwezig te zijn.
Iets dergelijk bewijst ook weer de reconstructie van Angela Merkels besluit om in september 2015 de grenzen open te zetten voor
vluchtelingen die in het Hongarije van Orban letterlijk vastgelopen waren. Ook met
de kennis van een jaar nadien voelt het aan als een wijs besluit. Merkels arbeidsethos
imponeert sowieso (en dat van mannelijke collega’s in binnen- en buitenland
stelt teleur).
Mij verbaasden kwesties die vermoedelijk details zijn. Dat
één tweet een cascadewerking
kan hebben, dat een aan Oostenrijk opgedrongen persverklaring zo spoedig mogelijk
op Facebook moest komen opdat ook de vluchtelingen on the road zich konden informeren. En dat de humanitaire ramp na hen
met geweld afgestopt te hebben eindeloos door ‘de media’ zou worden
gereproduceerd.
Door de reconstructie vierde meteen een slogan een eenjarig
jubileum, waarbij de gevreesde media evengoed stilstaan.
In mijn functie van vakidioot hoor ik in ‘Wir schaffen
das’ evenveel lettergrepen als in het nogal anders gestemde ‘Eigen volk eerst’
(Vlaams Belang). Merkel voegt in haar tegendeel met een persoonlijk
voornaamwoord tegelijk daadkracht toe. Dat deze van een gemeenschap moet komen,
bewijst de klank van ‘Wir schaffen das’ die al samenhang laat horen – ‘Eigen
volk eerst’ suggereert los zand.
‘Vol is vol’ (Centrumdemocaten) zit ritmisch en fonetisch
beter in elkaar. Het doet daarin denken aan alweer een tegenhanger: ‘Yes, we
can’ (Obama). Assonantie aan weerszijden, inclusiviteit uitbeeldend! Wel is het verschil tussen die twee slogans essentiëler doordat ook ‘Yes, we can’ een persoonlijk voornaamwoord inlast.
Uiteraard staan ‘Wir schaffen das’ en ‘Yes, we can’ ook
inhoudelijk anders in de wereld dan ‘Eigen volk eerst’ en ‘Vol is vol’. Bij de
eerste twee is er nog werk aan de winkel, terwijl de derde en vierde een status
quo willen.
Daarmee doemt voor mij nog een beruchte uitspraak, een
dieptepunt uit de laaglandse politiek – dat ik louter cliffhangerig, met
stuiterende voorzetsels, kan formuleren. Ik doel op de reactie van Geert
Wilders op het antwoord ‘Minder’ van PVV-publiek op zijn vraag ‘Willen jullie
meer of minder Marokkanen?’: ‘Dan gaan we dat regelen.’
Voor Wilders lijkt er dus evengoed werk aan de winkel en
zijn uitspraak komt bijna letterlijk overeen met die van Merkel, maar toch voelt
iedereen aan dat zijn ‘Dan gaan we dat regelen’ diametraal staat op haar ‘Wir
schaffen das’.
Bij Merkel domineert een geloof in de toekomst, bij
Wilders een prikkel in het heden die boter bij de vis wil geven. Het woordje ‘dan’
suggereert dat hij op een tegenovergesteld antwoord tegenovergesteld had
gereageerd. Tegelijk is dat een democratische schijn, omdat hij, als enig lid van zijn partij,
zijn eigen gang gaat.
Het ‘we’ van Wilders fungeert dus als een verhuld ‘ik’. Om
zijn doel te bereiken moet hij aan achterkamertjespolitiek doen: ‘regelen’
verdraagt geen daglicht, en heet hier in België zoiets als arrangeren.
Het ‘wir’ van Merkel heeft juist openbare steun nodig.
Het is wat het is; ‘schaffen’ is arbeid die valt te controleren door iedereen
die dat wil. Gezamenlijkheid dient als voorwaarde.
Bij Wilders kunnen begunstigden achterover leunen omdat
één iemand voor hen aan het fiksen is. Bij Merkel is moeite nodig door iedereen
voor iedereen.
Voordeel bij Wilders valt toe aan individuen wier belangen
elk middel heiligen. Dat maakt zijn strategie opportunistisch. Voordeel bij
Merkel valt toe aan de gemeenschap. Dat maakt haar strategie principieel. Maar
ook utopisch?
P.S. En toen verloor Merkel de deelstatenverkiezingen in ‘haar’
Mecklenburg-Vorpommern van een
partij die Alternative in haar naam heeft, ooit een garantie voor links
gedachtegoed, en die de slogan ‘Mut zur Wahrheit’ voert. Evenveel lettergrepen en een assonantie – die echter meteen obstinaat
wordt. En weer geen persoonlijk voornaamwoord te bekennen.
Bij het P.S.: begin jaren '70 werkte ik als gewetensbezwaarde voor een links 'Verspreidingscentrum Alternatief' (voorloper van uitgeverij Kritak), maar ik herinner me dat er overlegd werd over het behoud van die naam, omdat er in Vlaanderen een rechtse groep bestond die zich 'Alternatief' noemde - toen al! Overigens, belangrijker, bestaat er hier sinds jaren een 'Nieuw-Solidaristisch Alternatief' (N-SA).
BeantwoordenVerwijderenDit is inderdaad curieus. In Noord-Nederland duidde de meesmuilende term ‘alternatieveling’ – later: ‘alternativo’ – exclusief op mensen aan de linkerzijde van het politieke spectrum, waar ze, in mijn herinnering, dan maar als geuzennaam werd gevoerd. Maar ik kom er niet onderuit te erkennen dat pakweg het verkiezingsprogramma van de PVV (de-islamiseren, uit de EU, budget voor ontwikkelingshulp en subsidies afschaffen, halvering motorrijtuigenbelasting, enz) een heleboel alternatieven biedt…
BeantwoordenVerwijderen