De rampen die zich op de Middellandse Zee blijven voltrekken, met vluchtelingen die op bootjes Europa hopen binnen te raken en daarbij eerder de zeebodem zien dan het vasteland, worden op een of andere manier nog steeds gerationaliseerd met niet heel erg smakelijke (BE: ‘problematische’) twijfels over meerwaarde van migranten. Behalve dat nooit iets zeker is, evenmin in ‘de economie’ trouwens, kan de rol van het onverwachte best wat meer in de verf worden gezet.
Zo is dat binnen de grenzen van Europa zelf evengoed gebeurd.
De reputatie van Cadbury is bijvoorbeeld gered door Van Houten. De Engelse firma was eigenlijk voor chocolademelk en raakte aan de grond, tot ze in 1864 naar Hollands inzicht een cacaopers kochten waarmee het poeder van boter te scheiden viel. Geen smaakstoffen meer nodig voor de ‘cocoa essence’! In verpakkingen met de lieflijke landschapjes kon onder de slogan absolutely pure: therefore best de chocolademarkt met succes veroverd worden.
Dit staat in De geest in dit huis is liefderijk van Daniela Hooghiemstra. Zij schildert er het leven van de legendarische onderwijsvernieuwer Kees Boeke, die met zijn ideeën zelfs tot in de Koninklijke familie wist door te dringen, maar net niet helemaal. Het Cadbury-verhaal is in de biografie opgetekend, omdat Boeke getrouwd was met een erfgename van die firma. Het geld dat hieruit vrijkwam, kon Boeke natuurlijk prachtig gebruiken voor zijn idealistische schoolproject in Bilthoven. Maar zo eenvoudig ging dat niet; op geld keek de man neer, net als op paspoorten die voor een universele mens inderdaad wat al te beperkend zijn.
Boeke verkeerde in kringen die hooggestemde projecten van de grond konden krijgen. In Bilthoven woonden wel meer erfgenamen. Ze konden het zich permitteren zich toe te leggen op de geestelijke rijping. Of ze hadden interessante contacten. Bijvoorbeeld met een astroloog die van elk van zijn kippen de horoscoop trok.
Fascinerend is de vrijheid die Boeke aan de kinderscharen wilde brengen. Zelf zat hij in het speciaal ontworpen gebouw in een soort uitkijkpost, met glazen wanden waardoor hij alle lokalen kon observeren. Het doet denken aan Benthams panopticum, zoals in de jaren zeventig terug in de herinnering gebracht door Foucault, maar daarin, in het historische ontwerp bedoel ik, viel de bewaker zelf niet te ontwaren.
Kees Boeke was ook violist. En bij gelegenheid schreef hij een gedicht. Bijvoorbeeld vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog:
Opent de grenzen, opent ze wijd
Holland sta open voor alles wat lijdt
Zo is het vroeger altijd geweest
Zo is van oudsher de Hollandse geest
Als nu eens Jezus stond aan de grens,
Zonder papieren alleen maar een mens
Zoudt gij hem zeggen: word maar gedood
Gij zijt een vreemd’ling, een vlucht’ling, een jood?
Het is verleidelijk dit heden te lezen als opdracht aan Europa, in het licht van de rampen op de Middellandse Zee. Zo’n parallel geeft een gelijk dat ontkend of bevestigd kan worden.
Geregeld is opgemerkt hoe wanhopig mensen moeten zijn om zich, losgescheurd van familie en vrienden, op zulke gammele bootjes naar een ander werelddeel te begeven. Maar zou je dit tegelijk niet kunnen opvatten als een enorm compliment aan Europa?
Elke schooldag zet de gourmande haar tas in een op borsthoogte gelegen gangetje, legt haar brooddoos (NL: ‘broodtrommel’) in een kist en treedt dan tevoorschijn. Ze staat boven aan een trappetje en laat zich voorover vallen. In het niets. Het is te zeggen, in de armen van haar papa die haar, voor zover dat op de oude dag nog gaat, pirouettegewijs een paar maal in de rondte slingert.
De papa beschouwt dat als een verrukking – haar gilletjes, zijn duizeling. Op sommige dagen is hij bang, doodsbang om precies te zijn, dat hij niet goed oplet. Vooral voelt hij zich bevoorrecht dat iemand hem zo’n vertrouwen schenkt.
Europa zou dat niet mogen beschamen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten