donderdag 27 maart 2014

I.M. de bompa

Toen ik vanmorgen de garagepoort openrolde om de fiets naar buiten te rijden, was een vrouw iets in de bus aan het steken. Alsnog overhandigde ze me een brief: ‘Meneer is gestorven’.
Enige jaren zijn we er elke morgen aan de ontbijttafel getuige van geweest dat recht tegenover de bompa in zijn pyjama naar buiten slofte voor zijn krant (door het taalkundig genie ‘gazet’ genoemd, als enige van ons gezelschap, tot de gourmande haar begon na te zeggen). Wat voor een weer het ook was, voor de brievenbus begon hij al aandachtig te lezen, geregeld met als voorspelbaar resultaat dat de deur in het slot viel.
Hij sprak ons altijd vrolijk aan en had er, als een van de weinigen, lol in wanneer de straat was afgezet voor een Tour de Force.
We hadden gehoord dat hij overdag soms een eindje verder ging lopen, en soms was hij zoek. Steeds vaker kwamen aan de randen van de dag zijn kinderen en kleinkinderen langs. Die bezoeken zijn onlangs opgehouden. Vorige week werd achter het raam van het appartement een affiche geplakt met de tekst ‘Te huur’.
Zo gaan die dingen. En nu ik de rouwbrief heb, ken ik de naam van de vrolijke krantenlezer. Wel blijken er inmiddels 500 miljoen stuks zijn verkocht van de iPhone, waarmee nieuws op een andere manier binnenkomt. Meer versnipperd, om het gegarandeerd moralistisch te zeggen. Tegelijk is dit een kwalificatie die ik met de materialiteit van een krant associeer.
Misschien werkt mijn hoofd zo ook wegens bompa’s verslaving, die ik herkende. Er bestaan er in meer soorten en maten. Dé rondgetoeterde verslaving geldt seks en drugs en rock ’n roll, maar eveneens in aanmerking komen werk en, sinds kort wetenschappelijk bewezen, geld (de dienstdoende geleerde had voor de laatstgenoemd slachtoffer als oplossing meer belastingen, bij wijze van disincentive).
De bompa hield van lezen. Hij is mijn man. Of kent iedereen de paniek ergens te moeten wachten zonder tekst (of is daarvoor de iPhone uitgevonden)? Voor mij was het een logische daad, ooit, dat iemand voor een lange reis in een vliegtuig al de beschikbare en reeds geconsumeerde boeken ruilde voor een onbekend werkje van een medepassagier.
Naar ik vrees is die verslaving overgeplant op het taalkundig genie. Laatst vroeg ze of een van de boeken op de wc weg mocht. Het lag in haar uitzicht en ze moest voor zichzelf telkens de titel oplezen en raakte die woorden dan niet goed meer kwijt.
Toch zal de bompa minstens één andere verslaving hebben gehad. Waarom anders kwamen er zoveel familieleden zo dikwijls op bezoek? Zelf van een andere constellatie en besproeid door een artistieke ideologie die ‘antiburgerlijk’ dacht te zijn, ontroerde me telkens de aanblik van een persoon of duo of gezin dat aanbelde.
Mogelijk had de bompa een iPhone, maar niet om te skypen met zijn kleinkinderen. Goddank voor hem geen eenzame uitvaart, laat staan poëzie van je gazetteketet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten