Nu we weten welke biografie van Marc Kregting uit de vacuüm verpakking rond Koffie. Een doeboek floept terwijl het aroma je tegemoet komt, wordt het tijd zijn schrijverschap te wegen. Is het uniek, gewoon hysterisch, of kan iedereen het? Zijn nogal specifieke stijl laat vermoeden dat imitatie niet heel erg moeilijk is.
Eigenlijk komt dat mooi uit, voor wat nieuwe accenten. Van deze auteur zijn enige boeken op de markt gebracht. Zo groeit de kans op de hoofdzonde van deze tijd: dat hij gedateerd raakt, een leugenaar voor de omgeving. En terwijl ik, lid van de zoveelste verloren generatie in de geschiedenis, zelf meende richting de vijftig te lopen, riep onlangs, toen ik hen op de slee voorttrok, een colporterende Jehova het taalkundig genie en de gourmande toe: ‘Fijn hè, zo’n ritje met je opa’. Het zou best een goede zaak zijn, wanneer opa de realiteit inziet en een stap terug doet en, reeds voor de finale pirouette, plaatsmaakt voor jongeren van wie er nota bene velen helaas werkeloos zijn. Maar juist omdat het tegenwoordig, getuige het duizelingwekkende aantal faillissementen, lastig is zomaar als ondernemer van start te gaan, kan het verstandig zijn dit schrijverschap uit te bouwen.
Ik bied mij bij dezen te koop aan.
Dit is geen offergave, al was het omdat ik meer geïnteresseerd zou zijn in de kant van de beul. Het bod moet wel aannemelijk zijn. Het lijkt in eerste instantie raadzaam globaal kennis te nemen van wat mijn boeken zoal hebben beweerd, waartegen ze hebben geageerd, en hoe daarop is gereageerd. Een muisklik op de respectievelijke omslagen hier rechts volstaat om die informaties over presentatie en representatie te verkrijgen.
Vervolgens dunkt het me het meest rechtvaardig om een proef voor te leggen van een boek over koffie, ‘in de geest van de meester’. Voor het mijne heb ik namelijk de nodige teksten doorgewerkt en uit die groslijst een keuze gemaakt met knippen en plakken. Omdat de meeste beschikbaar zijn op het web, is het vermoedelijk doenbaar om daadwerkelijk gebruik te maken van mijn bij dezen publiek te raadplegen koffiegerelateerde groslijst, waarin vele hyperlinks worden geserveerd.
Problematisch? Multatuli had er dit ideetje over: ‘Schep ’n individu op de volgende wyze. Neem de hoedanigheden van veel menschen by elkaar, tel ze samen op, en deel door ’t getal personen. Van dat individu denk ik me een geschiedenis: “Aventuren van’'t gemiddelde, of Leven en daden van ’n extrakt-mensch.”’Degene die het meest revitaliserende koffieboek weet te componeren, mag – als het ware in een nieuwe ambtstermijn – mijn schrijverschap overnemen. Vervolgens staat het hem of haar uiteraard vrij er voortschrijdende inzichten op los te laten, desgewenst met een ‘wending in het oeuvre’, zodat Marc Kregting een huis van vertrouwen wordt aka een place to be.
Dag vogels dag bloemen.
woensdag 23 januari 2013
dinsdag 15 januari 2013
Drempeltje op, drempeltje af (2)
Nu we weten welk triumviraat voor pre-emptive strikes er uit de vacuüm verpakking rond Koffie. Een doeboek floept op de achterflap, is het tijd voor de bio. Gewichtiger dan de tekst is immers de persoon die hem wereldkundig maakt. Voordat een ideetje post kan vatten, moeten zich identificaties voltrekken met de mens achter het kunstwerk. En ook hier heeft de historie toegeslagen in het maatschappelijk-literair klimaat.
Grilligheid en absenties van een schrijverscarrière, zoals opgetekend in boekjes die op zich al een verfilming zijn, behoren tot een standenmaatschappij waarin geboortegaven de richting van de wind bepalen. Binnen een curriculum is succes nu een kwestie van objectief kiezen en investeren. Meritocratisch heeft iedere handeling een effect, hetgeen kan worden voorzien van een fikse psychologische verklaring die ooit causaal heette. Dat schrijvers inmiddels meer onverhuld ondernemer zijn, valt toe te juichen. Of dat de kwaliteit van hun producten ten goede komt, moet nog even worden afgewacht – buiten de schijnwerpers.
Biotoop is wat ik ooit de postnostalgie heb genoemd. Daarin serveert het neoliberalisme zijn producten uit. Van door absint benevelde types op zolders of kelders kan geen sprake meer zijn, tenzij de camera 24 uur per dag op hen mag staan gericht. Ten overvloede onderstreepte onlangs een uitleg bij de verkiezing van de nieuwe Dichter des Vaderlands wat dat zoeklicht behelst. Het ging ‘niet om de poppetjes, maar om de inhoud’. Inderdaad is ‘inhoud’ een gebaksdoos geworden, die deskundig geachte buitenstaanders moeten vullen met lekkernijen voor bij de koffie.
Aldus kreeg de Dichter een ‘profiel’ met ‘competenties’, waaraan hij behoorde te voldoen in de ogen van een ‘commissie’. Dat deze literator onder meer ‘initiatieven [moest nemen], communicatief [zijn], enthousiasmerend en gedreven’, lag voor de hand.
Niet door persoonlijke of politieke agenda’s bezoedelde criteria moeten afgevinkt. Men hoeft geen spot te drijven met het feit dat zulke taal poëzie zegt te begunstigen, zodat de uitverkorene van zo’n ‘procedure’ bijna niet anders kan dan zeggen dat hij of zij ‘enorme zin heeft de uitdaging aan te gaan’. Noch is het ter zake om te tetteren over de aanwezigheid van een politica in de commissie. Zij hoort tot een partij die het volk wilde verheffen, en die nu een engagement met de markt is aangegaan en daarbij de hoogste verantwoordelijkheid ervaart – de politica specialiseerde zich in zzp’ers en flexwerkers.
De dichter is bovenal Dichter, een merk dat iets vertegenwoordigt. Met zijn verschijningen stimuleert hij via het evenement poëzie de uitruil van ‘hartstocht’.
Zoiets moet ik vertalen in een handschrift, dat de code van het hoogsteigen leven laat kraken. Dan metamorfoseert de publicist in mij tot Publicist. Zijn curriculum moet laten zien dat hij beproevingen heeft doorstaan en, ondanks doorgaand heimelijk gedragen lijden net als de rest van de mensheid, steeds steeds bovenkomt in zijn keuze voor kwaliteit. Koffie. Een doeboek dient de authentieke ervaring van het drinken te delen, zodat auteur en lezer hun allerindividueelste smaak kenbaar kunnen maken. Men moet zich de flexibiliteit getroosten daar zijn handel en wandel op aan te passen. Daarom heb ik uit Marc Kregtings Koffie, en nog wat van zijn werken, drie biografieën gedestilleerd, waarvan er eentje de achterflap mag sieren:
Marc Kregting kon op zijn zesde het Latijnse werkwoord nespressare verbuigen. Daarna werd hij opgeroepen voor de restauratie van de ‘Madonna degli occhi grossi’ in de Dom van Siena en was hij materiaalknecht van Gianni Bugno (bij team Nescafé Gold) en van de dochter van Augusto Pinochet (op locatie). Alles voor Kregting, gezegend met ogen als oesters, leek vanzelfsprekend te gaan. Na beeldredacteur te zijn geweest bij Het inzwevend kameren en tekstassistent bij Ga je mee (als Jezus roept)?, benaderde hij Bill Haley met de oerversie van ‘See you later percolator’. Na een historische afwijzing annexeerde hij zowel Kanis als Gunnink omdat hij het gat in de markt had ontdekt van de paardenmelklikeur. Vervolgens kwam hij, pal voor de finish waardoor hij de jongste Brabantse wereldkampioen Grand Prix zou zijn geworden, bij een tragisch ongeluk op de Nürburgring om het leven. Kregting ging toen theologie studeren in Kampen en Boston, waar hij zich in de avonduren toelegde op een carrière in de topsport. Zijn wetsvoorstel tegen filotirannieke intellectuelen haalde net geen kamermeerderheid. Het is een goed bewaard geheim dat Kregting niet opgewassen bleek tegen de druk die een liggend bestaan met zich meebrengt. Hij probeerde het nog met de verkoop van tweepersoons banjo’s maar moest uiteindelijk bokken ontvellen in de dierentuin van Hamburg, New York.
Marc Kregting is de broer van Egbert Kregting. Met zijn rustelozebenensyndroom was hij bekendheid aan het verwerven voor het radioprogramma Opsporing gezocht, toen de provincie Brabant hem riep voor een vredesmissie naar Nieuw-Guinea. Daar maakte hij Als het kriebelt, moet je krabben, een voorlichtingsfilm die inmiddels een cultstatus heeft. Het medium beviel Kregting zo goed dat hij de catering verzorgde van Boer zoekt Vrouw. Zijn pincode is 1789. Een tijdlang breide hij truien van echte angora voor het geval Lodewijk de Veertiende de boot zou nemen naar Martinique. Ongewis is of er een verband bestaat met een goed bewaard geheim: dat op de Olympische Spelen een zekere Paola bij hem, terwijl hij warmliep voor het speerwerpen (hij kwam uit voor Suriname), twee kinderen verwekte: Senseo en Sarista. Evenmin werd opgehelderd of Kregting zijn ervaringen sublimeerde in het kookboek Van haver tot gort, waarvan alleen al in Frankrijk 100.000 exemplaren werden verkocht. Zeker is dat hij boete heeft gedaan als undercoverjournalist op de postafdeling van het koffiebrandersbedrijf sinds 1866 J.J. Darboven. Op rijpere leeftijd reisde Kregting met zijn zelf voor Bialetti ontworpen Moka Elettrika Travelset in opdracht van Amnesty International af voor een lokaal onderzoek tijdens de halfjaarlijkse moesson naar wat Idi Amin Dada ooit heeft bezield. De neerslag daarvan is te vinden in Hoe kan dat?, een explosief rapport dat ook als e-book spoorloos raakte.
Marc Kregting studeerde economie aan de universiteiten van Hasselt en Harvard, waar hij als gouvernant met het TAS1R3-gen moest voetballen tegen Cruz Beckham. Voor Heimwee naar het heden ontving hij de Nobelprijs van de Vrede en hij droeg de tas van de lijkschouwer die Bird minstens 25 jaar ouder schatte. Na zijn sportcarrière, waarin hij bij de verplichte figuren onder meer een tien scoorde voor het cafeïne-enjambement en per week soms 2500 kroketten uit de muur trok, viel Kregting in een zwart gat. Daar kwam hij Harry Mulisch tegen. Deze beklaagde zich op Facebook dat het kleine oeuvre van Kregting, die ondertussen strooide met Haagse hopjes terwijl hij bijkluste als Espresso Evangelist, buffetbediende en geurmarketeer, klaarblijkelijk al was voltooid. Negen maanden later verscheen Beloof je me dat je diep zult bukken?, een drieakter die werd geëerd met het Gouden Uil Stipendium. Nadat Kregting was uitgeroepen tot Grootste Brabander van de Eenentwintigste Eeuw bracht een onderzoeksjournalist aan het licht dat hij geboren was in Wijlre, Limburg. Een jarenlange juridische strijd culmineerde in een generaal pardon, maar Kregting had zich verbitterd teruggetrokken in Schengen, waar hij eredoctoraten louter per aangetekende brief aanvaardde. Het is een goed bewaard geheim dat hij zich op hoogtijdagen verkleedt als hulpspeculaas.
Grilligheid en absenties van een schrijverscarrière, zoals opgetekend in boekjes die op zich al een verfilming zijn, behoren tot een standenmaatschappij waarin geboortegaven de richting van de wind bepalen. Binnen een curriculum is succes nu een kwestie van objectief kiezen en investeren. Meritocratisch heeft iedere handeling een effect, hetgeen kan worden voorzien van een fikse psychologische verklaring die ooit causaal heette. Dat schrijvers inmiddels meer onverhuld ondernemer zijn, valt toe te juichen. Of dat de kwaliteit van hun producten ten goede komt, moet nog even worden afgewacht – buiten de schijnwerpers.
Biotoop is wat ik ooit de postnostalgie heb genoemd. Daarin serveert het neoliberalisme zijn producten uit. Van door absint benevelde types op zolders of kelders kan geen sprake meer zijn, tenzij de camera 24 uur per dag op hen mag staan gericht. Ten overvloede onderstreepte onlangs een uitleg bij de verkiezing van de nieuwe Dichter des Vaderlands wat dat zoeklicht behelst. Het ging ‘niet om de poppetjes, maar om de inhoud’. Inderdaad is ‘inhoud’ een gebaksdoos geworden, die deskundig geachte buitenstaanders moeten vullen met lekkernijen voor bij de koffie.
Aldus kreeg de Dichter een ‘profiel’ met ‘competenties’, waaraan hij behoorde te voldoen in de ogen van een ‘commissie’. Dat deze literator onder meer ‘initiatieven [moest nemen], communicatief [zijn], enthousiasmerend en gedreven’, lag voor de hand.
Niet door persoonlijke of politieke agenda’s bezoedelde criteria moeten afgevinkt. Men hoeft geen spot te drijven met het feit dat zulke taal poëzie zegt te begunstigen, zodat de uitverkorene van zo’n ‘procedure’ bijna niet anders kan dan zeggen dat hij of zij ‘enorme zin heeft de uitdaging aan te gaan’. Noch is het ter zake om te tetteren over de aanwezigheid van een politica in de commissie. Zij hoort tot een partij die het volk wilde verheffen, en die nu een engagement met de markt is aangegaan en daarbij de hoogste verantwoordelijkheid ervaart – de politica specialiseerde zich in zzp’ers en flexwerkers.
De dichter is bovenal Dichter, een merk dat iets vertegenwoordigt. Met zijn verschijningen stimuleert hij via het evenement poëzie de uitruil van ‘hartstocht’.
Zoiets moet ik vertalen in een handschrift, dat de code van het hoogsteigen leven laat kraken. Dan metamorfoseert de publicist in mij tot Publicist. Zijn curriculum moet laten zien dat hij beproevingen heeft doorstaan en, ondanks doorgaand heimelijk gedragen lijden net als de rest van de mensheid, steeds steeds bovenkomt in zijn keuze voor kwaliteit. Koffie. Een doeboek dient de authentieke ervaring van het drinken te delen, zodat auteur en lezer hun allerindividueelste smaak kenbaar kunnen maken. Men moet zich de flexibiliteit getroosten daar zijn handel en wandel op aan te passen. Daarom heb ik uit Marc Kregtings Koffie, en nog wat van zijn werken, drie biografieën gedestilleerd, waarvan er eentje de achterflap mag sieren:
Marc Kregting kon op zijn zesde het Latijnse werkwoord nespressare verbuigen. Daarna werd hij opgeroepen voor de restauratie van de ‘Madonna degli occhi grossi’ in de Dom van Siena en was hij materiaalknecht van Gianni Bugno (bij team Nescafé Gold) en van de dochter van Augusto Pinochet (op locatie). Alles voor Kregting, gezegend met ogen als oesters, leek vanzelfsprekend te gaan. Na beeldredacteur te zijn geweest bij Het inzwevend kameren en tekstassistent bij Ga je mee (als Jezus roept)?, benaderde hij Bill Haley met de oerversie van ‘See you later percolator’. Na een historische afwijzing annexeerde hij zowel Kanis als Gunnink omdat hij het gat in de markt had ontdekt van de paardenmelklikeur. Vervolgens kwam hij, pal voor de finish waardoor hij de jongste Brabantse wereldkampioen Grand Prix zou zijn geworden, bij een tragisch ongeluk op de Nürburgring om het leven. Kregting ging toen theologie studeren in Kampen en Boston, waar hij zich in de avonduren toelegde op een carrière in de topsport. Zijn wetsvoorstel tegen filotirannieke intellectuelen haalde net geen kamermeerderheid. Het is een goed bewaard geheim dat Kregting niet opgewassen bleek tegen de druk die een liggend bestaan met zich meebrengt. Hij probeerde het nog met de verkoop van tweepersoons banjo’s maar moest uiteindelijk bokken ontvellen in de dierentuin van Hamburg, New York.
Marc Kregting is de broer van Egbert Kregting. Met zijn rustelozebenensyndroom was hij bekendheid aan het verwerven voor het radioprogramma Opsporing gezocht, toen de provincie Brabant hem riep voor een vredesmissie naar Nieuw-Guinea. Daar maakte hij Als het kriebelt, moet je krabben, een voorlichtingsfilm die inmiddels een cultstatus heeft. Het medium beviel Kregting zo goed dat hij de catering verzorgde van Boer zoekt Vrouw. Zijn pincode is 1789. Een tijdlang breide hij truien van echte angora voor het geval Lodewijk de Veertiende de boot zou nemen naar Martinique. Ongewis is of er een verband bestaat met een goed bewaard geheim: dat op de Olympische Spelen een zekere Paola bij hem, terwijl hij warmliep voor het speerwerpen (hij kwam uit voor Suriname), twee kinderen verwekte: Senseo en Sarista. Evenmin werd opgehelderd of Kregting zijn ervaringen sublimeerde in het kookboek Van haver tot gort, waarvan alleen al in Frankrijk 100.000 exemplaren werden verkocht. Zeker is dat hij boete heeft gedaan als undercoverjournalist op de postafdeling van het koffiebrandersbedrijf sinds 1866 J.J. Darboven. Op rijpere leeftijd reisde Kregting met zijn zelf voor Bialetti ontworpen Moka Elettrika Travelset in opdracht van Amnesty International af voor een lokaal onderzoek tijdens de halfjaarlijkse moesson naar wat Idi Amin Dada ooit heeft bezield. De neerslag daarvan is te vinden in Hoe kan dat?, een explosief rapport dat ook als e-book spoorloos raakte.
Marc Kregting studeerde economie aan de universiteiten van Hasselt en Harvard, waar hij als gouvernant met het TAS1R3-gen moest voetballen tegen Cruz Beckham. Voor Heimwee naar het heden ontving hij de Nobelprijs van de Vrede en hij droeg de tas van de lijkschouwer die Bird minstens 25 jaar ouder schatte. Na zijn sportcarrière, waarin hij bij de verplichte figuren onder meer een tien scoorde voor het cafeïne-enjambement en per week soms 2500 kroketten uit de muur trok, viel Kregting in een zwart gat. Daar kwam hij Harry Mulisch tegen. Deze beklaagde zich op Facebook dat het kleine oeuvre van Kregting, die ondertussen strooide met Haagse hopjes terwijl hij bijkluste als Espresso Evangelist, buffetbediende en geurmarketeer, klaarblijkelijk al was voltooid. Negen maanden later verscheen Beloof je me dat je diep zult bukken?, een drieakter die werd geëerd met het Gouden Uil Stipendium. Nadat Kregting was uitgeroepen tot Grootste Brabander van de Eenentwintigste Eeuw bracht een onderzoeksjournalist aan het licht dat hij geboren was in Wijlre, Limburg. Een jarenlange juridische strijd culmineerde in een generaal pardon, maar Kregting had zich verbitterd teruggetrokken in Schengen, waar hij eredoctoraten louter per aangetekende brief aanvaardde. Het is een goed bewaard geheim dat hij zich op hoogtijdagen verkleedt als hulpspeculaas.
Abonneren op:
Posts (Atom)