Hoewel er met Obama’s herverkiezing en het Chinese partijcongres grote slachtpartijen op de wereldagenda stonden, was ik afgelopen week vooral wat ontdaan door twee sterfgevallen. Misschien juist omdat het twee heren op zeer respectabele leeftijd betrof – danig veel oudjes zullen lang leven zonder dat de meerderheid van hen over voldoende middelen beschikt (gaan kippen tzt wraak nemen door in bejaardenfabrieken bij de populatie het dagelijkse eet- en geneespilletje weg te pikken?).
Dankzij de taaltrendantenne van Van Kooten en De Bie bestaat er zoiets als een krasse knar, maar de invulling daarvan is velerlei. Het fysieke aspect valt te aanschouwen bij Grace Jones die, voorbij haar zestigste, als een routineoefening gedurende de volledige lengte van ‘Slave to the Rhythm’ de hoelahoep (het taalkundig genie zegt: helahoep) rond haar heupen laat draaien.
Minstens zo bewonderenswaardig is het vermogen alert te blijven. Dat toonde Elliott Carter. In het laatste interview voor zijn dood staat zijn teller op 103 jaar en hij is volop in de weer met celliste Alisa Weilerstein. Niet alleen charmeert hij haar. Wanneer ze uit zijn werk begint te spelen, uit hij detailcommentaar terwijl hij met zijn ogen zowat in de partituur moet kruipen. Mij dunkt dat Weilerstein geïnspireerd raakt. Carter krijgt extra glans in combinatie met die andere avant-gardist, Anton Webern. De een stierf door een onnozel misverstand vroegtijdig en de ander leek, tot deze week althans, niet te kunnen vergaan.
Mijn tweede betreurde is Clive Dunn. Voor mij is hij verbonden met de comedyserie Dad’s Army. Daarin speelt hij met zoveel panache een van de oudsten dat hij, natuurlijk, een van de jongste acteurs is geweest (heden leeft louter private Pike nog). Hij blijkt uit dat type eveneens winst te hebben gepeurd als zelfstandige. Zijn hit ‘Grandad’ uit 1971 werd bedacht door Herbie Flowers, bassist op Lou Reeds weinig later verschenen Transformer. Op die elpee arrangeerde Flowers het oubollige ‘Goodnight Ladies’ en speelde er tuba op, een fremdkörper dat met de kennis van Dunns hit, voor mij na vier decennia, alsnog begrijpelijk wordt.
Wie zelden of nooit Dad’s Army heeft gezien, kent mogelijk toch twee zinnetjes die door Dunn in zijn rol van korporaal werden uitgesproken: ‘Permission to speak, sir’ en ‘Don’t panic’. Beide zijn performatieve boemerangs. Het laatste zinnetje bezigt de korporaal tegen ondergeschikten en heeft het tegenovergestelde effect, en met het eerste eist hij aan hoger geplaatsen iets op wat het zojuist had geannexeerd. Ik lees nu dat Dunn een overtuigd socialist was en zijn captain Mainwairing in werkelijkheid een conservatief.
De serie is in die zin Engels dat er standsverschil wordt uitgespeeld. Het is de sergeant die de klasse bezit (met bijbehorend succes bij vrouwen, inclusief zweem dat private Pike zijn kind is). Dad’s Army blijft waarschijnlijk herkenbaar, omdat de hoogste in rang alleen formeel de baas is. Hij bekrachtigt besluiten die anderen, al dan niet brutaal, genomen hebben. Soms lijkt het zelfs of Mainwairing pas als laatste de regie krijgt. Uitgerekend hij moet zich het meest aanpassen aan de omstandigheden, en vanuit deze basis, gevoegd bij zijn achterafpraatjes dat alles gepland zou zijn, werkt het effect van deze reeks. Het kan evengoed tragisch heten. Zo toont het zich althans, oneindig subtieler, in de Deense prachtserie Borgen, momenteel op de Vlaamse televisie, waarin een premier, die wel zelfkritiek heeft, zich hoofdzakelijk bezighoudt met het ruimen van puin dat door voorgangers, collega’s en journalisten wordt geschapen.
Dit gegeven vreet aan de autonomie en wordt saillanter met de discussie over de vrije wil, die door hersenonderzoek is herontbrand. Het schijnt business as usual dat mensen fabuleren om andermans gedrag en oordeel tot dat van zichzelf te maken. Dat kunnen Obama – voor zover hij dat al niet ervaren had door de republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden – en de partijbonzen te China alvast in hun zak steken!
Nu ik het er toch over heb. Dezer dagen stond de omgeving in het teken van Sinte Metten of Maarten, zoals hij in Nederland heet. Voor diens glorie zingen kinderen aan de deur, in ruil voor zoetigheden die zich volgens het oorspronkelijke lied, nog door Wannes van de Velde gezongen, beperken tot een appel of een peer. Of een koek of een pastilleke, dat in dit zorgstelsel van chocola is. Gisteren heb ik een Sinte-Metten-avondoptocht gezien. Zacht gezang en lampiongeflakker langs deuren. Soms gingen ze open, vaker bleven alle rolluiken dicht.
Vandaag was het een rare dag.
Ondertussen hebben in mijn geboorteland, ver weg binnenkort, de verse regeringsbazen in zichzelf de captain Mainwairing ontwaard. Doordat ze de zorgpremie inkomensafhankelijk wilden maken, begon niet alleen de onvermijdelijke Hans Wiegel te roepen dat dit ‘nivellerender dan Den Uyl’ is, maar haakten vele VVD-stemmers af. Het is me niet ontgaan dat door de melkkoe van de kenniseconomie het klassenonderscheid van Dad’s Army vervaagde en dat overal ter wereld de middenklasse de klos is en wellicht heb ik de laatste tijd te veel teksten gelezen waarin ondernemers klagen over hoge kosten en waarin ‘overleg met sociale partners’ wordt geëist omdat de banenmarkt ‘rigide’ is en ‘flexibeler’ moet voor ‘de concurrentiekracht’ – maar ik word langzamerhand moe van vingers die bij het geringste plan dat in de ether komt op de eigen knip gaan.
Ditmaal sputterden inkomens vanaf tweemaal modaal: zo’n 66.000 euro of hoger dus… Mij is onbekend wat Sint Maarten opstreek in de tijd dat hij zijn overjas doormidden hieuw voor een blote bedelaar, maar tegen nivelleren maakte hij in elk geval niet bij voorbaat bezwaar. Sterker, volgens een voornaamgenoot was hij schrieperig geweest: ‘Aan u naaste in nood / Gaaft gij een helft, geen ganschen mantel.’
Maar misschien had de bisschop in de vierde eeuw na Christus nog niet uit de vakliteratuur begrepen dat zijn daad een geïnternaliseerd voorschrift van een Derde was. In hoeverre kan Die zich eigenlijk vrijwaren van invloed? Ondermaans waagt de naar verluidt machtigste man ter wereld niet verder te kijken dan ‘four more years’. En elders?
zondag 11 november 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Sterk verhaal, maar even wat anders nu. Jij houdt je toch nogal eens bezig met koffie? Welnu, de arabica heeft het zwaar: http://www.mo.be/artikel/klimaatverandering-bedreigt-koffie
BeantwoordenVerwijderenVolgt wat waarheid uit het verontrustende bericht: "Koffie speelt een belangrijke rol in het levensonderhoud van vele mensen, en het is een belangrijk onderdeel van onze moderne samenleving en cultuur geworden. Het uitsterven van arabica is een schokkend en zorgwekkend vooruitzicht."
Edwin Timmers
Bedankt, dat bericht was inderdaad tot mij gekomen. Een ramp voor telers en drinkers, maar een opsteker voor de kwalitatief mindere concurrent die Robusta heet en die vrolijke vrienden heeft: http://www.vilt.be/Speculatie_jaagt_prijs_van_robustakoffie_omhoog
Verwijderen