woensdag 23 oktober 2019

Trick or treat




Sinds deze maand is een voor mij dierbare plek in Den Haag een nieuw leven begonnen. Het Gemeentemuseum heet nu Kunstmuseum. Die naam was al bij een enquête in 2000 opgedoken. Maar nu heeft een merkenbureau er zijn zegen aan gegeven.
Pas toen ik dat las, begon het in mij te bibberen. Zo’n bureau is in mijn branche eens op de proppen gekomen met de naam Selexyz. Pas nadat de betreffende klant, een boekhandelsketen met een respectabele geschiedenis, failliet was gegaan terwijl ik de naam nog altijd niet kon spellen, begreep ik dat er de slotletters van het alfabet in waren gedemonstreerd.
Volgens de museumdirecteur was de verandering onvermijdelijk. Wanneer hij zich aan collega’s in het buitenland voorstelde, dacht men met een heemkundig huis van doen te hebben (‘Municipality Museum’). Ik zou denken dat die naam dan een handig schiftingsvraagje in zich droeg. Wie het Gemeentemuseum niet kent, voor de een geliefd en voor de ander berucht om de Victory Boogie Woogie, is op dat niveau geen tijd en aandacht waard.
Een tweede argument voor de naamsverandering vond de directeur in het publiek dat zijn museum aandeed, soms na aankondiging per telefoon. Men dacht er geboorteaktes, rijbewijzen en paspoorten te kunnen halen. In die inderdaad onverwachte praktijk zou ik veeleer reden zien om de naam te handhaven. Zo komen er nog eens mensen in een museum, die normaliter wegens waanbeelden over elites wegblijven. En gelukkig is de Haagse collectie van dien aard, dat niemand er zich zal vervelen.
Bij nader inzien is het de vraag of zo’n gebouw dan optimaal functioneert. Voor een antwoord trek ik een parallel die mogelijk niet helemaal recht loopt.
In mijn woonplaats was er een erg fijne bibliotheek met een grote collectie. Maar omdat het er soms lekte en de gemeente gelden wist te verwerven om een prachtig ruïneklooster te renoveren, verhuisde de hele onderneming. Sindsdien is het aantal bezoekers spectaculair gestegen.
Mijn vraag moet ik herformuleren. Moet een bibliotheek een toeristische trekpleister zijn? Op de begane grond is er bijvoorbeeld een groot rustiek restaurant, waarover de burgemeester meteen heeft gezegd dat hij er na zijn pensioen elke dag koffie zal komen drinken.
Volgens mij kan hij beter boeken komen lezen. Oei, ik verraad mijn obsessie met het verschijnsel bibliotheek. Ik was gewend er te zoeken en te vinden. Ideaal voor het werk dat ik doe, dat kennis verlangt die niet altijd uit internet te knippen is.
In de monumentaal gerenoveerde bibliotheek zijn boeken decor geworden, wel mooi uitgelicht. Er staat ook niet erg veel meer, wat het extra treurig maakt dat aan deze renovatie en bestemming veel politieke steun is gegeven door de Groenen, die diversiteit willen nastreven.
Een grote collectie zou wellicht storend zijn, en misschien resulteren in een rommelige aanblik. Ik heb al moeten uitwijken voor een jong koppel dat er zijn bruidsreportage liet maken; daarna bestelde ik een titel uit het magazijn en ontving binnen een week een mail dat het boek op te halen was.
In een tijd waarin scenario’s over de toekomst van het lezen zich in Armageddon afspelen, verwacht deze nieuwe bibliotheek van kinderen dat ze naar de allerbovenste verdieping gaan. Mogelijk om een spannend sfeertje te scheppen onder het historische houten dak. Of toch om volwassenen niet tot last te zijn bij het drinken van hun allerindividueelste koffie?
Gelukkig moet ik soms in de oude, eveneens herbestemde bibliotheek zijn, om ons groentepakket op te pikken. Gezond en verantwoord sentimenteel worden, er zit niks anders op.
Wel word ik alsnog gegrepen door de nieuwe naam voor het Haagse patrimonium. Wie noemt een museum nu Kunstmuseum, dacht ik eerst met een hoog smaalpercentage. Je spreekt toch ook niet over broodbakkers en vleesslagers? Maar gebakkenluchtbakkers zijn van alle tijden en in Nederland bestaat al een vegetarische slager. Zouden er op termijn dus naast nu zo gewaardeerde experience- annex welnessbibliotheken ook boekenbibliotheken verschijnen? Als niche voor zonderlingen, zeg maar, desnoods vintage?
Overigens dunkt me dat de werkelijkheid zich in deze kwestie van haar grappigste zijde toont. De Haagse directeur heet Tempel, even toepasselijk als toen een Belgisch telecombedrijf werd geleid door iemand op wiens geboorteakte Bellens stond.
Daarnaast wil ik het soortelijk gewicht van het Kunstmuseum gratis verhogen door deze naam metaleptisch te noemen. Zo krijgt een naakte gedachtesprong van mij tenminste een jasje aan. De Haagse innovatie deed me in laatste instantie namelijk grijpen naar de Van Dale. En verrek, sinds oktober 2006 is daar het volgende lemma beschikbaar:

Van Dale
zelfstandig naamwoordde mVan Dales
1 omvattend en gezaghebbend woordenboek dat in spelling- en semantische kwesties als scheidsrechter wordt aangehaald, m.n. van het merk Van Dale
volgens Van Dale
de Dikke, Grote Van Dale

Ik weet alleen niet of ‘aangehaald’ hier het juiste woord is. Mogelijk is ‘ingezet’ net iets exacter. Maar dat is de indruk van iemand die naar mijn idee al te graag victorie kraait.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten