zaterdag 6 februari 2021

Kannibalenzuigelingen

 

Op twee plekken zijn gedachteoefeningen van mij verschenen. Ze zijn verwant en ze liggen in het verlengde van wat ik recent al meende te moeten uitstoten. Gemeenschappelijk hebben ze een heikel thema: uitsluiting en diversiteit. Dat is immers iets waar totaal verschillende mensen en groepen zich in kunnen herkennen en misschien ook miskennen.

De partijen die uitsluiting tot stand zouden brengen en per definitie uit individuen bestaan, hebben immers essentialistische kenmerken gekregen: wit, mannelijk, heteroseksueel, westers. Van daaruit zijn veroordelingen te smeden met ‘-centrisch’ en ‘-normatief’.

 

Mijn ene gedachteoefening gaat over een mooi boekje van Warda El-Kaddouri uit oktober 2020. Het is helaas, bij mijn weten althans, onbelicht gebleven. Toch gaat Dominantie. Waarom we denken wat we denken over veel waar iedereen, publiekelijk of op het werk of in de huiskamer, zich om bekommert.

El-Kaddouri eindigt haar betoog met een blik op ‘de’ literaire canon. Die verdient wel wat reparatie. Dat vindt zij en dat vind ik ook. Toch blijken we het niet helemaal met elkaar eens.

Hoe relevant dit onderwerp is, bewijst ook de commotie die Akwasi recent heeft verwekt met de opmerking dat Tupac en Kendrick Lamar ‘de Shakespeares van onze tijd’ zijn. Daarmee schept hij toch een geweldige opening? Al was het omdat we daarmee onze blik op ‘de’ canon kunnen verfrissen en ons eens afvragen wat we waarom waarderen?

Wie al dan niet verontwaardigd antwoordt dat Akwasi appels met peren vergelijkt, geef ik gelijk. Volmondig zelfs. Dat is namelijk wat een canon doet, appels met peren vergelijken.

Ook feitelijk begrijp ik de ophef niet. Akwasi zei alweer bijna drie jaar geleden bijna exact hetzelfde:

De mensen die Ibsen, Shakespeare of Homerus gaaf vinden moeten weten dat Tupac een hedendaagse Shakespeare is. Als de Pulitzerprijs-winnende Kendrick Lamar met een plaat komt, luister ik niet zo maar naar die plaat. Ik zoek de teksten erbij. En ik ga er voor zitten. Dan luister ik diep. Weet je hoeveel je daarvan kunt leren?

Hij brengt dus iets in de praktijk over zogenaamde low culture waarvan het postmodernisme toch al heel wat decennia terug de legitimiteit bepleitte. Dat we Akwasi serieus moeten nemen bewijst nog een passage uit dat oude interview, waar een gedicht van hem, Citos(c)ores, wordt geciteerd: 

havo of vwo

maar mijn basisschool zei liever niet

eerder vmbo

want hij lijkt me toch het type dat

niets gaat doen

met zijn leven

En dan durven mensen bij de schrijnende tegenstellingen die de recente documentairereeks Klassen aan het licht bracht nog te beweren te zijn verrast!

Tegelijk begrijp ik de ophef misschien ook wel. Er zijn momenteel zoveel identiteitsdebatten gaande dat het zelfs voor de welwillendste mens op eieren lopen is geworden om niemand te kwetsen. Dat merk ik evengoed aan mijn schrijfseltjes. Ondanks mijn aversie tegen opinisme pogen ze de wereld te begrijpen en te bereiken. Ik moet daarbij van mezelf eerlijk zijn; vroeger heette dat ‘streng maar rechtvaardig’.

 

Mijn tweede gedachteoefening vertrekt vanuit Saskia de Costers geruchtmakende maatschappelijk project De Sekte van Saskia. Het sluit hyperbewust mannen uit om tot een grotere diversiteit te raken. Uiteindelijk sneeft mijn sympathie voor dat idee, omdat er, een fiks eindje doorredenerend, enge risico’s aan verbonden zijn die niet alleen uitsluiting bevorderen maar nu al de ruimte voor diversiteit hebben verkleind.

Die indruk is onfijn. Misschien verwek ik zo de onverschilligheid van de weerzin bij mensen uit mijn eigen kamp dat sowieso voor lastige keuzes staat. Daarnaast zou het mogelijk zijn dat mijn stellingen bijval kunnen krijgen van mensen met wie ik niet zou willen worden geassocieerd.

Dat soort ambivalenties moet ik accepteren en niet van te makkelijke woede en schaamte voorzien. Door een lange studie naar het maatschappelijk debat leerde ik al complete groepen opiniemakers herkennen: wanneer persoon A iets ondertekende deed persoon B dat sowieso ook en persoon C sowieso niet. Wat een bullshit!

Gelukkig stuurde een belezen vriendin me een citaat van Walter Benjamin: ‘Echte polemiek neemt een boek even liefdevol onder handen als een kannibaal die een zuigeling toebereidt’. Ik vind daar troost in. Temeer daar ik vanwege het debat over ongelijkheid al een tijdje meer vrouwelijke en zwarte auteurs lees. Wanneer ik vervolgens over hen schrijf en het noodzakelijk blijkt kritische kanttekeningen te plaatsen, wekt dat in mij weerstand en moet ik aan de langere termijn denken.

Het diversiteitsdebat is zo complex omdat iedereen eigen definities heeft van een rechtvaardigere wereld. Ik vind dat bizar, maar verwonderen kan het me niet, gelet op de huidige dominantie van identiteitspolitiek. Overdreven? Dezelfde hedendaagse student die moeiteloos ‘geprivilegieerd’ en ‘misogynie’ kan spellen, zonder de geringste twijfel weet wat othering behelst, maakt dt-fouten en heeft nooit van een metoniem gehoord.

Elke deelgroep (kleur, geslacht, seksuele voorkeur, regio) dus heus een eigen ideaal en dus een eigen versie van diversiteit? Dat zou sektarisch worden en De Coster weet dat, vandaar de homeopathische naam die ze voor haar project bedacht – dat gratuit en cultuurindustrieel werd.

 

Nu de grote finale, zonder prijzen maar met vooruitzichten. Een constructief alternatief dus: mijn diversiteit verruilen voor onze diversiteit. Dat beweer ik, tegen jou. Eat it!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten