dinsdag 10 november 2015

En de bloesem nikte


Vraagt het taalkundig genie: ‘Waarom zit er een w in het woord erwt?’ Specialisten blijven op deze blog welkom, temeer daar ik persoonlijk geen antwoord heb. Ik heb nooit iemand zelfs een zweem van de w horen uitspreken. Bovendien spel ik voor een aangenaam dier dat bijna hetzelfde klinkt, evenmin ‘herwt’.

Het is tamelijk gênant, maar bij de erwt moet ik snel denken aan een gedicht. Gelukkig is het een fraai exemplaar, geschreven door niemand minder dan Wilfred Smit:

 

Parabel

 
Zo zag ik een erwt weifelen
aan een stoeprand,
de erwtebloesem onzeker zijn
naar welke wind
haar dolle rose hoofd te hangen –

 
en de bloesem nikte, er kwam een hand
in handschoen haar bedekken,
en de erwt viel, er kwam een schoen
om op haar te staan.
 

Het gedicht staat in de bundel Franje uit 1963, toen bijvoorbeeld Wilders geboren werd en de schedelinhoud van Kennedy tot puree wederkeerde.

Smits werkwoord ‘nikken’ is literaire taal voor knikken. Hier past het mooi, uit het hangend hoofd valt de k en de bloesem voelt al dat het niet goed afloopt met haar kindje. Wel vind ik het minstens zo gênant ook meteen de associatie met een kind te maken. Ofschoon het immer pril aanvoelende vaderschap zich zelden onbetuigd laat, biedt hier de actualiteit minder kans op ontsnapping, gelet op het zoveelste onomkeerbare lot van een jonge, zogeheten zachte weggebruiker (om nog te zwijgen van mensen en families voor wie een vloedlijn de stoeprand moet zijn omdat ze op een bootje een ander continent opzoeken).

Zo wordt de erwt een kwetsbaar ding. Da’s eigenlijk raar, omdat het beroemdste verhaal over de peulvrucht juist zoiets als stekeligheid presenteert. Hans Christian Andersens sprookje van de prinses die een erwt gewaarwordt onder vele kussens, maakt van hare hoogheid dan wel een heuse hoogheid maar bovenal een verwend nest.

Omdat een erwt zo zacht is? In de Brickyard Blues zeker!

Maar laat ik vandaag zwijgen over Allen Toussaint of andere Actuele Doden die, afgemeten aan een erwt, de grootte van een savooiekool hebben. Het kinderlijke laat me niet los. Heeft een erwt collega-fenomenen die met zijn associatieveld kunnen wedijveren? Ik denk het wel. Volgens Yitzhak Laor mogen we denken aan een pink.

 

Vlees

 
Het vlees van de zoon vraagt het vlees
van de vader: hoor je me?
Een klein pinkje van het vlees van de vader
antwoordt: ja. Het vlees van de zoon
vraagt het vlees van de vader: kun
je me zien? Een klein pinkje
van het vlees van de vader probeert te antwoorden.
Ken je me? Ik
leg het vlees van mijn hand in het vlees
van jouw hand. Als je loslaat, vallen we
 

Toch meen ik ook hier dat de associatie de werkelijkheid bedriegt. Een pink is klein, zeker, maar vanuit het perspectief van vlees bestaat het in overweldigende mate wel degelijk uit bot. Anders kun je een pink ook niet breken.

Misschien heb ik me bij de erwt in de luren laten leggen door zijn publieksvriendelijke versie. Hoe algemeen geldig mijn ervaring is blijft ongewis, maar lang kende ik louter doperwten uit blik (in combinatie met appelmoes en nog net niet tot pap gegaarde kip). Die groente was behalve zachter trouwens ook veel zoeter dan in het echt.

Toen ik heuse erwten geproefd had, wist ik wel beter.

Uit deze erwtheid valt de sensatie van de sprookjesprinses beter te begrijpen. Zij komt al voor in de handschriftversie van Wilfred Smits ‘Parabel’, toen ‘Het Boek Tassos’ geheten. Ach meneer Andersen, amper een jaar na bundeling van dit gedicht had het beeld van jouw kleine zeemeermin, in de Kopenhaagse haven, minder geluk. Zij werd onthoofd op straffe van situationisten.

Maar die erwt was en bleef enigszins onvergankelijk. Sterker nog, volgens mij is de w precies hierdoor in het woord geslopen. Hoe je de letter ook legt, er zit altijd een scherp of hard kantje aan. De w is van weerbaar. Ouder of kind, totdat het tegendeel is bewezen, zit de w daarom in het woord erwt.

1 opmerking:

  1. De w is een historisch overblijfsel: het Middelnederlandse woord is 'erwete'. Zie voor varianten en voorbeelden het Middelnederlands woordenboek: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=09240, en het WNT: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M016103&lemmodern=erwt. Vandaar dat in West-Vlaamse dialecten van 'erreweten' gesproken wordt, zie bv. de W-Vl Wikipedia: https://vls.wikipedia.org/wiki/Errewete. Maar als je 'erreweten' intikt op Google, zie je dat ook in post-middeleeuwse noordelijke teksten die vorm nog gebruikt wordt, en bij de voorbeelden van het WNT staat een uit Hooft afkomstige 'erweiten'.

    BeantwoordenVerwijderen