Vraagt het taalkundig genie: ‘Waarom zit er
een w in het woord erwt?’ Specialisten blijven op deze blog welkom, temeer daar
ik persoonlijk geen antwoord heb. Ik heb nooit iemand zelfs een zweem van de w
horen uitspreken. Bovendien spel ik voor een aangenaam dier dat bijna hetzelfde
klinkt, evenmin ‘herwt’.
Het is tamelijk gênant, maar bij de erwt moet ik snel
denken aan een gedicht. Gelukkig is het een fraai exemplaar, geschreven door
niemand minder dan Wilfred Smit:
Parabel
Zo zag ik een erwt weifelen
aan een stoeprand,de erwtebloesem onzeker zijn
naar welke wind
haar dolle rose hoofd te hangen –
in handschoen haar bedekken,
en de erwt viel, er kwam een schoen
om op haar te staan.
Het gedicht staat in de bundel Franje uit 1963, toen bijvoorbeeld
Wilders geboren werd en de schedelinhoud van Kennedy tot puree wederkeerde.
Smits werkwoord ‘nikken’ is literaire taal voor knikken. Hier past het
mooi, uit het hangend hoofd valt de k en de bloesem voelt al dat het niet goed
afloopt met haar kindje. Wel vind ik het minstens zo gênant ook meteen de
associatie met een kind te maken. Ofschoon het immer pril aanvoelende
vaderschap zich zelden onbetuigd laat, biedt hier de actualiteit minder kans op
ontsnapping, gelet op het zoveelste onomkeerbare lot van een jonge, zogeheten zachte weggebruiker (om nog te zwijgen van mensen en
families voor wie een vloedlijn de stoeprand moet zijn omdat ze op een bootje
een ander continent opzoeken).
Zo wordt de erwt een kwetsbaar ding. Da’s eigenlijk raar,
omdat het beroemdste verhaal over de peulvrucht juist zoiets als stekeligheid presenteert.
Hans Christian Andersens sprookje van de prinses die een erwt gewaarwordt onder
vele kussens, maakt van hare hoogheid dan wel een heuse hoogheid maar bovenal een
verwend nest.
Maar laat ik vandaag zwijgen over Allen Toussaint of
andere Actuele Doden die, afgemeten aan een
erwt, de grootte van een savooiekool hebben. Het kinderlijke laat me niet los.
Heeft een erwt collega-fenomenen die met zijn associatieveld kunnen wedijveren?
Ik denk het wel. Volgens Yitzhak Laor mogen we denken aan een pink.
Vlees
Het vlees
van de zoon vraagt het vlees
van de
vader: hoor je me?Een klein pinkje van het vlees van de vader
antwoordt: ja. Het vlees van de zoon
vraagt het vlees van de vader: kun
je me zien? Een klein pinkje
van het vlees van de vader probeert te antwoorden.
Ken je me? Ik
leg het vlees van mijn hand in het vlees
van jouw hand. Als je loslaat, vallen we
Toch
meen ik ook hier dat de associatie de werkelijkheid bedriegt. Een pink is
klein, zeker, maar vanuit het perspectief van vlees bestaat het in
overweldigende mate wel degelijk uit bot. Anders kun je een pink ook niet
breken.
Misschien heb ik me bij de erwt in de luren laten leggen
door zijn publieksvriendelijke versie. Hoe algemeen geldig mijn
ervaring is blijft ongewis, maar lang kende ik louter doperwten uit blik (in combinatie
met appelmoes en nog net niet tot pap gegaarde kip). Die groente was behalve
zachter trouwens ook veel zoeter dan in het echt.
Toen ik heuse erwten geproefd had, wist ik wel beter.
Uit deze erwtheid valt de sensatie van de sprookjesprinses
beter te begrijpen. Zij komt al voor in de handschriftversie van Wilfred Smits
‘Parabel’, toen ‘Het Boek Tassos’ geheten. Ach meneer Andersen, amper een jaar na bundeling
van dit gedicht had het beeld van jouw kleine zeemeermin, in de Kopenhaagse haven, minder geluk. Zij werd
onthoofd op straffe van situationisten.
Maar die
erwt was en bleef enigszins onvergankelijk. Sterker nog, volgens mij is de w precies hierdoor in het woord geslopen.
Hoe je de letter ook legt, er zit altijd een scherp of hard kantje aan. De w is
van weerbaar. Ouder of kind, totdat het
tegendeel is bewezen, zit de w daarom in het woord erwt.
Amen.
De w is een historisch overblijfsel: het Middelnederlandse woord is 'erwete'. Zie voor varianten en voorbeelden het Middelnederlands woordenboek: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=09240, en het WNT: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M016103&lemmodern=erwt. Vandaar dat in West-Vlaamse dialecten van 'erreweten' gesproken wordt, zie bv. de W-Vl Wikipedia: https://vls.wikipedia.org/wiki/Errewete. Maar als je 'erreweten' intikt op Google, zie je dat ook in post-middeleeuwse noordelijke teksten die vorm nog gebruikt wordt, en bij de voorbeelden van het WNT staat een uit Hooft afkomstige 'erweiten'.
BeantwoordenVerwijderen