Geloof boeken niet. Na Jeroen Kuipers’ Het andere Duitsland. De voormalige DDR, 20 jaar na de val van de Muur had ik me op het ergste voorbereid. Hij vermeldt iemand die een held en pionier was met een fietstocht door het voormalige Oostblokland (toen ontwikkelingshulp nog niet zo ter discussie stond). Paden bleken echter aardig bewegwijzerd, er was redelijk wat accommodatie en, natuurlijk, het eten viel best mee. Zijn dat nuances, te vinden in de bundel van Niemöller, die brede assortimenten verse westerse waar citeert én de klacht Oost-Duitse mosterd niet meer te kunnen vinden en het te moeten stellen met chemische smaak? Ligt de waarheid in het midden? Het wemelde van de koffiezaken, waar tot aan de tuitjes opgepoetste machines je in de verchroming van je portemonnee aanstaarden en een bestelling in het ‘to go’-genre werd beantwoord met een schenking uit een warmhoudkan.
Ook de rondgetoeterde, door statistieken nochtans tegengesproken waarschuwing voor het gevaarlijke alledaagse leven op straat viel in Duitsland lastig te bevestigen. Maar mogelijk zullen medeburgers op hun beurt roepen: geloof statistieken niet. In zijn studie Wat een hufter! die hier al eens ter sprake kwam, legt Bas van Stokkom uit dat bij hoger opgeleiden ‘vervaging van normen’ en bij lager opgeleiden ‘criminaliteit’ een item is. Hij schreef dit voor de inburgering van Twitter dat, zoals reacties op Zomergasten onderstrepen, het verschil tussen die groepen onklaar heeft gemaakt.
Feiten ruimen bij de trending topics van het gemoed snel het veld voor beleving. Zo schijnen ouderen en vrouwen zich het onveiligst te voelen, terwijl jongeren en mannen het vaakst slachtoffer zijn van criminaliteit, en dan niet in slaapsteden waar de grootste angst zou heersen. (Volgens Brinkgreve en Van Stolk hadden wat in de jaren negentig ‘kansarmen’ heette, angst en wantrouwen voor wat zich buitenshuis afspeelde. Men plooide zich terug op het gezin.)
‘Criminaliteit’ blijkt bovenal een metafoor voor ellende en geklungel, zeker in tijden van verkiezingen gretig gebruikt in partijprogramma’s. Buitentekstueel wel toegenomen is nochtans agressie, vooral in de vorm van bedreigingen. Zou tegen dat geweld wegkijken nog immer de remedie zijn? Een bezoek aan Duitsland kan heilzaam wezen. Vriendelijk dat men daar is! Vaker is gesignaleerd dat je nog geen twee seconden op je kaart kunt turen, of je wordt al aangesproken met een waarachtig hulpaanbod.
De werkelijkheid is wellicht ook een kwestie van geluk: in hartje Berlijn vergat ik mijn fiets op slot te zetten, merkte ik na twee uur. Maar geluk is met de domme, weet het spreekwoord. Of dwing je geluk af, volgens meritocratische wetten? (Van huis uit signaleert, dus nog geen twintig jaar geleden, ontwikkelingen in Amerika waar huiver voor sociale daling heerste. Ook al had men betamelijk gestudeerd, deze investering hoefde geen vruchten af te werpen. De dwang tot presteren groeide, maar Brinkgreve en Van Stolk verzekeren dat er in de Lage Landen wel een vangnet is bij werkloosheid en ziekte.)
Terug thuis bood een glimp op de toekomst een jochie dat in de slagerij zijn gratis plakje vlees naar zijn moeder bracht die er uit haar tas een sandwich mee belegde. Is dat milieubewust, slim en hoort zo’n moeder tot hen die Van Stokkom tot hoger opgeleiden rekende? Of wordt juist van de nood een deugd gemaakt? Er zijn steeds meer statistieken te geloven of te verwerpen, in een keten van te financieren fenomenen. De glimp kan refereren aan het gewicht van ‘kinderen van werkende ouders’, aan kosten van de gezondheidszorg en het type verzekering…
Hegeliaan Feuerbach schijnt aan de basis te hebben gestaan van de niet te ontlopen these dat man ist was mann isst. En wat men er zoal omheen bedenkt? Zelden zo’n voorbeeld van een postideologische naam getroffen als in de Nederlandse website frietopia. Ik stuitte erop bij een winkel in Vlaamse Friet, verkocht in de gewichtsklassen Schanulleke, Urbanus en Obelix. De laatste figuur stamt inderdaad uit een gebied ten zuiden van de grote rivieren, maar ik denk dat Vlamingen vreemd opkijken wanneer ze voor een grote portie meer dan 4 euro moeten neertellen.
Ik snap dat het product Vlaamse Friet de laatste decennia nogal wat betekent te Nederland, en het een markt- en smaakcorrectie wil zijn op de ‘patat’ die onder een rode lamp vandaan gehaald werd. Die past niet meer bij de huidige lifestyle. ‘Patat’ valt onder hetzelfde gamma als het ‘broodje kroket’ (persoonlijk eet ik bij wijze van homeopathie liever satékroketten uit de muur). Of als de ‘appeltaart’ uit de diepvries, op gezicht gebracht door een spuitfles slagroom.
Wat willen we zien? Door Niemöllers boek loopt bij de geïnterviewden een dubbele constante: een aversie van het naziverleden die zich uit in de benaming van de Muur als Antifaschistische Schutzwall, plus de bewering dat ze al het gruwelijks dat in DDR gebeurde ‘niet hadden geweten’. Zeker in het kluwen van de hereniging moeten gevoelens complex zijn geweest. Tegenover het communisme signaleert Niemöller een soortement ondanks-alles-principe: amper uit te bannen geloof in de idee, waarbij een structureel bedrijfsongeval heeft plaatsgevonden tijdens het ‘overplanten in de werkelijkheid’. De constatering dat theorie en praktijk niet echt parallel liepen gaat een paar fases voorbij de dialectiek. Maar zelfs door de dag waren er gunstige voorwaarden: vakantiekampen vanuit het bedrijf, vast werk voor iedereen en, opmerkelijk, een ecologisch aandoende recycling tot en met vuilverwerking van andere landen.
Vergelijk dat laatste eens met een – voor Twitter te lange en genuanceerde – uitspraak van de West-Duitse bondskanselier Helmut Schmidt uit 1976: ‘Niemand zou zich moeten laten beïnvloeden door de geleerden van de Club van Rome die ons verteld hebben dat we allemaal weer terug moeten naar het eenvoudige bestaan. Daar zijn we niet voor gekomen, en daar werken we ook niet voor. Diogenes kon in zijn ton leven en was daarmee tevreden. Maar hij was een filosoof, en dat zijn wij allen meestal niet.’
Geloof rapporten niet, zei Schmidt feitelijk. Geen wonder dat hij tegenkanting kreeg.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten