maandag 21 maart 2011
Lente (goe poeier)
Een gedicht dan maar? Voor een muziekfanaat als ik is de verleiding te groot geworden louter nog Marvin Gaye’s What’s goin’ on af te spelen, bij voorkeur in de liveversie van Donny Hathaway omdat die de frase ‘Don’t you punish me with brutality’ het meest pregnant vertolkt. Ditmaal is Libië het toneel waar in naam van de vrijheid geweld gebruikt wordt, waar burgers zowel slachtoffer als levend schild kunnen zijn – en waar de bestaande situatie evenmin om te lachen was. En altijd zweemt het allerhoogste eigenbelang: de olie, brandstof voor consumptie.
Voor of tegen wat met de poëzie van deze gelegenheid Odyssee Dawn heet? Langer nadenken helpt mij niet. Anderen erover horen? Mwah. Stof voor ergernis soms, zeker indien pacifisme in de hoek kan worden gezet als ‘naïef’, inclusief een decennium waaruit zijn gedateerdheid moet blijken.
Heeft zelfs in expliciet ideologische tijden overzichtelijkheid ooit bestaan? Er was eens een sprookje dat begon met de woorden ‘er was eens’. Toen kwam er een olifant met een lange snuit en toen hij daarmee bijna al die woorden weg had gespoten werd hij weggeroepen voor een vergadering.
Wellicht is het zich onthouden van een standpunt evengoed gratuit. Net als vergelijkingen trekken met enig toen waar ook op de wereld. Of gradaties aanbrengen in de ernst van het hier (dichtbij, Japan, Golf van Mexico).
Alle ballen maar op ietsje echtere poëzie, waar kogels in een handomdraai vogels worden. In het besef dat het ook in Libië is begonnen met dumping van raketten uit die gemechaniseerde dieren. Wat zouden ze er zelf van vinden?
Vogels horen de dingen die over hen worden gezegd.
Ze vliegen heen en weer en vangen transparante woorden.
Vogels houden van woorden die ze niet kunnen verstaan.
Over zulke woorden spreken ze met andere vogels.
De veren van vogels zijn gemaakt van die gesprekken.
Vogels houden van de dingen die over hen worden gezegd.
Ze willen niet weten wat transparante woorden betekenen.
Over hun veren weigeren ze een gesprek te voeren.
Ze houden van transparante dingen die ze niet kunnen zien.
Vogels vliegen heen en weer en vangen zichzelf.
Een prijs naar eigen idee voor wie weet wie de auteur van dit gedicht is en in welke bundel het stond. En waarop deze kennis berust.
Over de prijs en over de uitslag kan worden gecorrespondeerd. Ik zeg dat mede omdat de titel van het gedicht is ‘De noodzakelijkheid van een vogelboek’. Het op de valreep genoemde medium spreekt me des te meer aan door twee recente pleidooien voor toepassingen van het internet, met buitenstudeerkamerigheid weer eens als keurmerk.
In het ene pleidooi werd onder meer met Twitter gedweept, via welk een slachtoffer van een verkeersongeluk meteen handige tips kreeg. Het andere verklaarde Facebook heilig, via welk een netwerk van gelijkgestemden ontstond.
Heeft olie virtuele gedaantes aangenomen? Indien ik me goed begrijp, dan ben ik meer dan ooit geporteerd voor valse noten en nog meer ongevallen. Maar dan vanaf een overeen te komen punt van tweedracht dat het gedrag van vogels ook legitimeert.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Dit gedicht is van Arjen Duinker en staat in 'Buurtkinderen'. In de laatste Parmentier van vorig jaar (19-4) staat een uitgebreid dossier over zijn werk dat ik heb samengesteld. Ik denk nog even na over mijn prijs.
BeantwoordenVerwijderen