maandag 21 juni 2010

Hollands Glorie

Zaterdag 12 Boeken hebben weinig draagwijdte, laat staan literaire boeken, om nog te zwijgen van poëzie, waarin ‘hermetische’ gedichten zelfs ridicuul worden, helemaal van een onbetekenende. Is het dan een extra groot genoegen een week op een internationaal poëziefestival te mogen spelen, de associatie met een economische vluchteling dringt zich op. Inburgeringscursussen kunnen worden vervangen door een verblijf van zeg drie dagen op station Roosendaal. Het regent er zelden nooit, omroepberichten in vier talen worden zo vaak afgespeeld dat wijzigingen in tijd of perron onuitgesproken blijven en de kleinste koffie heeft er de kwantiteit van vijf espresso’s en de sterkte van een vijfde espresso (bij de voormalige kiosk was er in de hoek op een plank boven roerspatels, tinnetjes melk en zakjes suiker het opschrift ‘kleine deksels’). Zondag 13 Bestaat er een code voor liftgedrag? Het schijnt internationaal de gewoonte op roltrappen rechts te houden voor spoedeisende personen met koffertjes en nu ik met een ongetwijfeld luid spelende iPod in de lift sta terwijl er iemand tussen de deuren glipt, zou het vriendelijk van mij kunnen wezen de muziek stop te zetten. Ik doe het en dan hoor ik muzak. Of stel ik de vraag omdat ik de uitslag van de verkiezingen ducht die nu in het woonland plaatsvinden? Zeker is dat deze drie liften erg efficiënt en ruimhartig werken. Wie ze met een druk op de knop roept, kan zien dat er één zich voor dat verzoek beschikbaar stelt. Maandag 14 Het taalkundig genie S. wil dat ik naast haar aan de ontbijttafel ga zitten, zodat de bejaarde dichter niet meer zijn vinger naar haar kan uitsteken waarin ze mag knijpen. Gisteren had ze hem bij het diner ademloos gadegeslagen, af en toe ging er een hap en een slok naar binnen, en sporadisch verlieten er enige, naar verluidt goed in een Kirgizië-discussie gemikte, woorden zijn mond. De meeste tijd soesde hij, kin op de borst. Straks gaat S. naar Blijdorp neushoorns kijken. Dinsdag 15 Het is geen retorische figuur dat ik nu schrijf ‘met alle respect’. Dus: met alle respect voor de ongeveer 3000 slachtoffers en ook wil ik de impact in de representatie niet betwisten, maar ik twijfel of het pas geeft 9/11 te vergelijken met de ramp die BP in de Golf van Mexico heeft aangericht. Van mijn part mag de verhouding inderdaad 40% Britse en 39% aandeelhouders zijn, samen zitten ze aantoonbaar ruim boven de 71% die water op de aarde heeft. Dat schept toch wat verantwoordelijkheid, die niet op een vuvuzela kan worden uitgeduid. Woensdag 16 Bij de inzwering blijkt dat Tweede Kamerleden, geheel conform ‘de diplomademocratie’, bijna allen een academische achtergrond hebben. Wel wat anders dan de onderwijzers van weleer. Toch hadden die intellectuele standing. Wie zou er inmiddels niet op de universiteit gestudeerd hebben? Geen idee, maar doctorandus betekent: ‘hij die doctor moet worden’. Dit meen ik me te herinneren, terwijl ik, vechtend tegen een deadline voor een literair tijdschrift, het uitzicht bewonder van de plots fallisch aandoende torenflat waarop staat: ‘De tour win je in bed. Joop Zoetemelk’. Gelukkig weet ik dan nog niet dat ik voor de derde nacht op rij geen Febo open zal treffen voor een heerlijk gore satékroket. Donderdag 17 Naar mijn smaak net iets te fijntjes memoreert Tony Judt dat in Italië ooit studerende zonen uit de betere middenklasse in naam van de revolutionaire rechtvaardigheid onderbetaalde agenten in elkaar sloegen; verderop meldt Het land is moe dat in Engeland en Spanje kunst wordt gefinancierd uit particulier uitgebate loterijen, ‘gelegaliseerd gokken’, noemt Judt dat, met geld uit het armere segment van de samenleving. Win for life? Maar ik wil niet lezen. En ondertussen, in Nederland was het ‘echt waar?’, in België ‘serieus?’ – verbasteringen van het Amerikaans, begrijp ik nu, terwijl ik mijn moed bijeenraap en poog praatjes uit te slaan met een meninkje hier en daar, en daarop verneem: ‘really?’. Natuurlijk niet, it’s the ontology, stupid. Vrijdag 18 Het museum biedt plaats aan interventies. Fotograaf Hans Wilschut heeft in het trappenhuis een panorama van de megacity Nanjing, waarop geen mens te ontwaren valt maar dat wel laat uitschijnen dat zelfs op de recentste noden aangepaste architectuur razendsnel veroudert. Wat een beroeste airco’s in wolkenkrabbers! Op weg naar de schouwburg zie ik de vrouw van de wereldberoemde dichter foto’s nemen van een rij fietsen. Begin van de week overviel me spijt geen toestel bij me te hebben, na wat rationalisaties, toen er bij de tramhalte een man stond te wachten die geheel in een oranje konijnenpak was gehuld. Zaterdag 19 Hopelijk liet ik me bij het afscheidsprogramma niet te zeer kennen in mijn begeestering voor de entr’acte: het saxofoonkwartet dat een flard uit ‘Song To The Pharoah Kings’ van Return To Forever speelde. Aan het ontbijt zegt een Hollandse krant dat Bart De Wever zijn studie afbrak om zijn passie voor politiek te volgen, dat hij momenteel veel Latijn spreekt en dat hij, oud nieuws, de harten van heel veel kijkers won door zijn imago van ‘grijze muis’ bij een televisiequiz te verwisselen voor dat van de geestigste thuis, inclusief zelfspot. Wat mij was ontgaan: op hetzelfde medium zou hij zijn blijkbaar meetikkende ‘meedogenloosheid’ hebben gerelativeerd door in een passage over het royeren van Jean-Marie Dedecker uit de partij natte ogen te hebben gekregen. Zondag 20 Bij alle verwennerij vanonder de stolp steeds de sensatie: is dit waar? Ik doel niet op reflexen over subsidie (Wilders had met zijn kersverse fractie eens moeten komen kijken wat voor een toegankelijk buitengewoons dit oplevert), noch op een zekere angst voor reacties uit media (‘parallel universum ontdekt in hartje Rotterdam’), maar op een verschil met buitenlandse collega’s, wier bestaan in armoede is gedrenkt, wier leven soms gevaar loopt, wier woorden bijv. door de censuur, zoals iemand schreef, ‘tot gedicht veroordeeld’ zijn. Bevreemdend om ten slotte samen op het podium, terwijl confetti daalde als in een heuse tickertapeparade, onder applaus te worden bedankt. Ramptoerisme? Ik snapte de collega die de scène op zijn mobiele telefoon vastlegde en feitelijk het publiek tot subject maakte. Dit is werkelijk gebeurd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten