Aan Wat-Als-scenario’s geeft Yesterday
(2019) wel een heel charmante invulling. De film vertrekt vanuit
geheugenverlies na een korte stroomstoring. Daarna kent een extreem
onsuccesvolle singer-songwriter, die tijdens de seconden van technologisch
falen van zijn fiets werd gereden en uit een coma moet ontwaken, als bijna enige
ter wereld nog de liedjes van The Beatles.
Hij gelooft het zelf niet, maar Google bewijst het: de
bandnaam geeft geen treffers.
En kijk, dat hij de mensheid kan laten kennismaken met hun
repertoire zorgt voor een opwinding die ik, amper vijf toen de Fab Four stopte,
denk te kunnen begrijpen. Popmuziek werd uitgevonden waar luisteraars bij
stonden en het ene liedje klonk nog
natureller dan het andere. Bij dat geschenk valt elk bedrog, zoals gepleegd
door de man, in het niet, meen ik.
Misschien vind ik
dat ook omdat in mijn vak van de taal momenteel niets vanzelfsprekend het oor
in- en uitgaat. In de maatschappij woedt al jaren een genderdebat, men rept van
vloeibare identiteiten en die zullen hun beslag krijgen in woorden.
Bijvoorbeeld in Zweden gebeurde dat jaren geleden en nu zit het Nederlandse
taalgebied te hannesen met Amerikaanse import.
Dat zorgt voor
een discussie die de naam niet verdient. De ene partij ontkent domweg het
probleem, de andere wrijft het er bruut in.
Laat die voornaamwoordenverwarring dan maar gelijk nieuwe helderheid
scheppen in het altijd al diffuse gebied van verwijzingen. Over Nederlanders
beweert het Noord-Koreaanse hoofdpersonage in Anna Moraals mooie roman Honden huilen niet: ‘Het volk dat aan de
verkeerde kant van de geschiedenis heeft gestaan, wiens vaders tegen de onze
hadden gevochten.’ Is ‘waarvan’ of ‘welks’ een verbetering die iedereen meteen
omhelst?
Daarin schuilt
voor mij dé verdienste van The Beatles. Hun liedjes wekken een indruk die
volstrekt democratisch is. Een luisteraar is ‘mee’. Mij verraste het aangenaam dat
Yesterday daar niet de draak mee
steekt. Evengoed had in een aangepast scenario de zanger de vele
Beatles-klassiekers kunnen vertolken zonder weerklank.
Voor mij was het ook wel treffend dat de man op Google nog
wel The Rolling Stones terugvindt. Doet hem evenmin veel. Zwaarder is hij onder
de indruk van het feit dat Coca Cola foetsie is. In zijn wereld van na de
stroomstoring wordt van die drank louter nog Pepsi gedronken. Een postume overwinning voor
Michael Jackson, tevens een
behoorlijke tijd eigenaar van de Beatles-liedjes.
Ontelbare keren heb ik deze songs herbeluisterd, maar dat is
slechts verslaafdheid, een wegzakken in de hoop ervaring te herwinnen die
medeaardbewoners ooit meteen moeten hebben beleefd. Een generatiekwestie? Het zal
mijn Wat-Als-scenario wezen, zoals er momenteel families zijn die hun geliefde
gisterenavond rond halfacht op een andere plek hadden willen zien opduiken.
Kennis achteraf speelt Yesterday
op een koddige manier uit. Zoals een suggestie van Ed Sheeran om ‘Hey Jude’ te veranderen in ‘Hey
Dude’. Of bij een marketingvergadering over de titel van het album
waarmee de wereld moet veranderen: Sgt.
Pepper's Lonely Hearts Club Band is te lang, Abbey Road is een straat waar men aan de verkeerde kant rijdt en The White Album is niet divers genoeg.
De uitkomst One Man
Only mag dan wel de andere keerzijde heten.
Gelukkig ontwaakt de bedrieger uit de ultieme nachtmerrie
dat hij, uitgerekend in een show van James Corden,
geconfronteerd wordt met de twee nog levende Beatles. Zo kan hij wel degelijk
zijn album uitbrengen, bovendien met goedkeuring van een middelbaar heterokoppel
dat zich de liedjes nog wel herinnert en alleen maar blij is dat ze blijven
klinken.
En natuurlijk acteert de zanger ook in een liefdesverhaal,
waarin het eind-goed-al-goed regeert nadat het bedrog is erkend. Aan de vrouw
van zijn leven vertelt de zanger zich even opgelucht te voelen als Harry Potter
na het verslaan van Voldemort. Maar van die gast heeft ze nooit gehoord; op het
Google van Yesterday geldt hij als een
Brits soldaat. Terecht.