dinsdag 19 augustus 2014
Morgen misschien
De draagkracht van de planeet hangt samen met het gebruik ervan. Flora en fauna beroepen zich op de rijkdom van het hen omringende en putten eruit voor hun leven en welzijn. Daarbij is het natuurlijk vooral de mens die raad weet met het bereiken van zijn doelen. Maar pas in de jaren zeventig drong het besef door dat er bij deze bezigheid zoiets bestaat als de korte termijn en de lange termijn.
De aarde moet herstellen van het beslag dat op haar gelegd wordt. Voor dat talent bestaat de term “regeneratieve capaciteit”. Ze staat één dag per jaar openlijk ter discussie. Op Earth Overshoot Day wordt duidelijk hoeveel de mens heeft geconsumeerd ten opzichte van wat zijn planeet aankan. De aarde moet immers grondstoffen in voorraad hebben en CO2 weten te absorberen. Dat daarbij zogeheten kritische drempels werden overschreden, daaruit bestond genoemd besef in de jaren zeventig. De Earth Overshoot Day 2014 beweert dat de mens van 20 augustus tot 31 december op krediet leeft. In 2000 begon deze periode nog op 1 oktober.
Misschien typeert zo'n handelwijze de homo sapiens, omdat hij ermee boven zijn stand kan leven. Daar bestaan prachtige romans en gedichten over, die een drijfveer blootleggen: altijd meer willen of, zoals dat in bepaalde kringen heet, stilstaan is achteruitgaan. De Bijbel is goed en wel begonnen of Eva plukt na de lunch een giftig appeltje, het vliegtuig was nog ondenkbaar en Phaëton stortte in de mythologie al neer met vleugels van was.
Uit die ervaringswetenschap is de nodige apocalyptiek voortgekomen. Ze doemt bij tijd en wijle op, en de aanleiding blijkt dan slechts een primus inter pares. In België is het bijvoorbeeld sinds de uitslag van de verkiezingen op 25 mei al hommeles met het humeur van velen. Sinds kort is er een Vlaamse regering en de federale regering op Zweedse leest in de maak, maar inktzwarte meningen over hun voornemens en beleid ontbrandden op de verkiezingsdag zelf.
Nadat op 5 augustus een kernreactor in Doel stil werd gelegd, kon die grafstemming er naadloos in geprojecteerd worden. Ik bedoel niet dat de demissionaire regering en de beloofde regering elkaar met de vinger wezen over genomen en te nemen maatregelen. Intrigerender dunkt me dat bij nieuwe wederwaardigheden over de oorzaak van het mankement ook hier steeds een datum verschoof, zij het de andere kant op. Augustus werd september werd najaar werd winter – als ogenblik dat de reactor weer functioneert.
Deze kwestie wordt overstemd door iets wat prangender blijkt: hebben we komende winter wel voldoende stroom? Ironisch genoeg behoort in de boycotactualiteit België, met Nederland, tot de weinige landen in Europa die niet hard getroffen worden door eventuele machtsoprispingen bij Poetin over een alternatieve warmtebron: aan gas zal er geen gebrek zijn. Gelet op ontwikkelingen in het klimaat hoeft de winter in West-Europa sowieso geen angst op te roepen voor kou.
De onrust betreft dan ook niet zozeer de verwarming van woon- en werkkamers. Helaas, zou ik menen, gelet op het gerenommeerde energieverbruik van Belgen. Grootste besogne is of, in de breedste zin van het woord, ons productiepeil gehandhaafd kan blijven. Uiteraard kan er stampij worden gemaakt over het functioneren van 'de industrie' of van 'het bedrijfsleven'. De zonder twijfel geheel geautomatiseerde distributie van goederen zal evengoed schade ondervinden. Allicht gaat het verder over 'beveiliging', desgewenst tegen 'terrorisme'.
Er vallen basalere plekken te bedenken die van stroom afhankelijk zijn. Ziekenhuizen bijvoorbeeld. Of het onderwijs, waar de computer als leermiddel een centrale rol is gaan spelen. Soms valt het amper te geloven dat dit een recente ontwikkeling is. Ik herinner me uit mijn studieperiode een 'cataloguszaal', een ruimte ter grootte van een voetbalveld die gevuld was met fijne kaartenbakken waarmee de boekencollectie ontsloten was; één beeldschermpje volstaat allang om de gezochte titel op te diepen. Wel is er elders plek nodig om al die gegevens te bewaren, op ontzagwekkende harde schijven.
Toch is ook dat een fractie van het verhaal. In hoeverre hangt namelijk ons dagelijks leven af van stroom? Hoeveel mensen staan nog op na het geklingel van een mechanische wekker? Lollig aan de Earth Overshoot Day kort na Doel 4 is de herinnering dat consumeren meer is dan inkopen en uitgeven. Die evidentie vergeten we met onze levensstijl. Maar hoe zou een doorsnee dag in West-Europa verlopen zonder twee fundamentele stroomslurpers: computer en smartphone?
Iets ontologischer misschien: bestaat er een leven buiten Facebook? (Het optreden van koning Willem-Alexander op de tribune bij de Olympische Winterspelen in Sotsji doet vermoeden van niet: wanneer hij op onbewaakte momenten niet aan zijn gsm friemelde, stak hij zijn duim wel op naar een zonder uitzondering goed presterende sporter.)
Ik waan me Methusalem als ik denk aan stroomuitval. In mijn herinnering was dat business as usual. Op elke kamer in huis lagen kaarsen, voor het geval dat. En omdat het sociaal geaccepteerd was dat bijna iedereen rookte, tot op de badkamer, waren er altijd lucifers en aanstekers bij de hand om de kaarsen aan te steken. New York in de protestjaren is een notoir voorbeeld dat er bij stroomuitval van alles gebeurt – waarvan soms negen maanden later de uitbetaling volgt.
Mooi toch? Ik zal wel weer een arrogante Hollander zijn die vindt dat met name Belgen de Earth Overshoot Day in het verlengde mogen interpreteren van Doel 4. Bijna geen ander land ter wereld heeft zo'n joekel van een ecologische voetafdruk als België. Tegen een verwant klinkend fenomeen als Tax Freedom Day vallen allerlei ideologische bezwaren aan te voeren. Maar zelfs de meest oneerlijk berekende Earth Overshoot Day kun je nog zien als 'opportuniteit'. En dan wordt het defect in Doel 4 een investering. Voor de lange termijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten