woensdag 16 juni 2021

The Sweetest Inversie I Could Sing

 

 

Wat een hitte ineens! En uitgerekend nu beslist Windows in zijn oneindige updatewijsheid om onder aan het scherm voortaan de temperatuur te tonen, inclusief icoon en omschrijving van het weertype. Zon in woord, getal en gebaar.

Troost het dat er predigitaal langere periodes van hetzelfde zijn geweest?

Over de legendarische snikhete zomer van 1976 is veel geschreven, er zijn menigvuldige beelden van te vinden maar pas sinds kort weet ik dat er een euforisch soulnummer bij hoort. Ik was toen nog wat jong om dat helemaal bewust te zijn en bovendien, begrijp ik achteraf, was het genre impopulair in kringen die wisten wat goede smaak behelsde.

Impliciet moet ik daar een paar jaar later als puber aan hebben gehoorzaamd toen ik een ander liedje van deze band, ‘Can You Feel The Force’, absoluut onappetijtelijke disco vond.

Een recente documentaire wees op het bestaan van de vierkoppige band The Real Thing, vernoemd naar een multinationaal drank- en velgontroestingsmerk dat deze week in de problemen kwam toen Christian Ronaldo er iets van zei. En hun muzikale pareltje waar het voor mij in eerste en laatste instantie om ging, bleek al op mijn iPod te staan.

‘You To Me Are Everything’ had ik in de Verenigde Staten gesitueerd, wolkeloze Phillysound met de wahwahgitaar, violen, het parelende zweet van Barry White… Had gelukzaligheid bedekt dat hier een Engels kwartet actief was? Uniform zwart ook, en als zodanig de eerste groep die de hitparade met succes bestormde?

Het liedje gaat over een offer aan de liefde. Sterren, regen, bergen: natuurverschijnselen zet de ik-figuur, puur op wilskracht, naar de hand van zijn geliefde. Haar wish is zijn command. Zo probeert hij haar twijfel over zijn toewijding uit te bannen en een zogeheten knipperlichtrelatie permanent op groen te krijgen.

Met het nummer werd The Real Thing een verzameling posterboys, idolen voor smachtende meisjes en aanklampmodellen voor bepukkelde jongens met ambitie. Aanklachten weinig later tegen racisme, zoals in ‘Children of the Ghetto’, vielen uit de toon. Ze waren te vinden op de chattalerig getitelde elpee 4 From 8, waarbij laatstgenoemd getal verwees naar de arme, overwegend zwarte wijk Toxteth, ook wel ‘Liverpool-8’.

Natuurlijk spreken we hier over de stad van The Beatles, ooit de gelegenheidsbegeleidingsband voor The Chants, een voorloper van The Real Thing. Omgekeerd meen ik harmonische invloed van de Fab Four te horen in het vroege charmante liedje ‘Listen, Joe McGintoo’. Maar wat ik wil benadrukken is dat, net als literatuur helaas, popmuziek niet ontsnapt aan canondrang en smaakonttrekking.

Een reden dat The Real Thing, tot de documentaire, te boek stond als een commercieel bandje is dat de jaren zeventig al bij het zich voltrekken een beoordeling kreeg. Precies vanaf 1976 begon punk, in de gedaante van The Sex Pistols, het beeld van de voorafgaande jaren te bepalen en herdefiniëren: humbug, hooguit in symfonische en jazzrock virtuoos gebracht.

Vanuit hedendaags standpunt is dat maf. In een gemiddelde Top 1000 staan heel wat liedjes uit de jaren zeventig hoog genoteerd. Toen moest je je er waarschijnlijk voor schamen, en wat een groter publiek goed vond was per definitie verdacht. Over de marketing van The Sex Pistols zelf zal ik het maar niet hebben.

Je kunt canonkwesties ook betwisten vanuit de gedachte of de smaaktoekenner een mode volgt of een neusje heeft voor kwaliteit. Hoewel, dan is me nog altijd een raadsel hoe Mick Jagger in te schattten, de high-societyrebel. Als eerste eigen nummer nam zijn band The Rolling Stones ‘I Wanna Be Your Man’ op, uit de mouw geschud door hun vrienden Lennon en McCartney. Bij de historische filmopname van hun latere ‘All You Need Is Love’ in 1967 was Jagger aanwezig, net als in 1972 bij Aretha Franklins ongelooflijke kerkproject Amazing Grace.

Jagger wist de geschiedenis kennelijk een handje te helpen met duwen. Even voorspelbaar is het dat The Real Thing nog slechts ten prooi kon vallen aan herontdekkingen per decennium, bijvoorbeeld met een remix van ‘You To Me Are Everything’. De documentaire kan nieuwe fans opleveren, maar het gros van de belangstellenden is vooralsnog het publiek van toen dat zwelgt in jeugdsentiment.

Dat zou dé zomerhit van 1976 tekortdoen. De zon schijnt zelfs door de opbouw. Er is een couplet waarbij zich in de laatste regel de verlossing aankondigt. Maar dan volgt er nog een couplet met een tweede stem. Na dat uitstel glanst het driestemmig refrein dat in de woordvolgorde ‘You to me’ zelf uitstelt. Daarna komt er weer een couplet, een beetje melancholisch ineens, waarna tweemaal het refrein klinkt en in die herneming vitaal een hele toon hoger schakelt.

Het is dan ook niet niks dat de jij op een troon wordt geheven. Het liedje zou ik poëticaal kunnen noemen, omdat het refrein volstrekt altruïstisch stelt: ‘You to me are everything / The sweetest song that I could sing’.

Ik vrees dat die vooropplaatsing van ‘to me’ me niet snel loslaat. Of je haar nu inversie noemt of deviatie, ze vergroot de aantrekkingskracht van het liedje. Zelf moest het zich in die tijd uiteraard onderscheiden in de markt. Er was een klassieker als ‘You Are Everything’ van The Stylistics, destijds gecoverd door Diana Ross en Marvin Gaye. Voor een kleiner publiek denk ik aan ‘You’re Everything’ van Return to Forever (met Flora Purim).

Ongecompliceerde titels, zeker in vergelijking met wat The Real Thing doet, maar het knappe is dat de antimetrische grammaticale twist in de zomerhit van 1976 volstrekt naturel klinkt.

Dat heeft het liedje gemeen met een van de beroemdste gedichten uit de Nederlandse literatuur, ‘Om mijn oud woonhuis peppels staan’ van J.H. Leopold. Maar feitelijk kijkt volgens mij niemand op wanneer pakweg een volksvertegenwoordiger zegt: ‘Ik voor mij ben van mijn mening’. Zachtaardiger, op het pleonastische af, is de uitdrukking ‘Zelf vind ik’. In Nederland dan, want in België is het heel normaal om te poneren: ‘Persoonlijk vind ik’.

Maar dan is het wel onmogelijk de jij zo goddelijk te verklaren als The Real Thing deed. Me dunkt. Ik krijg het er bij elke beluistering warm van.

2 opmerkingen:

  1. Niet 'oudE' maar 'oud' woonhuis, toch niet onbelangrijk, metrisch?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Niet onbelangrijk? Zeer belangrijk! Ik herstel mijn blunder.

    BeantwoordenVerwijderen